Omvallende bekers
Tijdens het eten en drinken valt er weleens een beker om. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat niet meer gebeurd? Met die vraag gaan kleuters aan de slag tijdens dit ontwerpproject.
De opdracht
Het is leuk om deze opdracht tijdens het eten en drinken te introduceren, zo wordt het gelijk realistisch. Begin met het vertellen van het probleem en daag de leerlingen uit om na te denken waardoor dit probleem veroorzaakt zou kunnen worden. Waarom valt een beker weleens om? Misschien stoot iemand er tegen aan? Schuift een stoel er tegenaan? Of door een harde windvlaag misschien?
Vervolgens kunnen de leerlingen prototypes maken voor hun eigen beker. Laat ze kiezen uit verschillende materialen, bijvoorbeeld karton en schilderstape, LEGO of K’NEX.
Daarna kunnen de prototypes getest worden, bijvoorbeeld door er wat water in te doen en te kijken of ze blijven staan als iemand er tegenaan duwt. Ook kunnen alle prototypes op een rij worden gezet om ze te vergelijken. Welke is bijvoorbeeld het makkelijkste mee te nemen? Welke is het lichtgewichtst? Welke staat het stevigst?
Ruimtelijke vaardigheden
Tijdens deze opdracht zijn de kleuters aan de slag met hun ruimtelijke vaardigheden. Sommige kinderen bouwen misschien een muur voor hun beker, zodat hij niet omvalt. Realiseren ze zich ook dat een beker alle kanten op kan vallen en dat een muur dan niet genoeg is? Andere kinderen maken misschien een deksel voor hun beker. Hoe maak je een deksel die even groot is als de beker?
Deze ontwerpopdracht is tot stand gekomen tijdens het afstudeerproject van Leonie Sonneveld. Ze onderzocht hoe speelvoorkeuren van kleuters invloed hebben op de interactie met een ontwerpopdracht. De focus van de ontwerpopdrachten was het ontwikkelen van ruimtelijke vaardigheden. Het overzicht van verschillende speelvoorkeuren en een boekje en werkblad waarmee leraren zelf ontwerpopdrachten kunnen ontwikkelen, kun je hier vinden.
Met dank aan juf Romy en haar kleuters van kindcentrum de Buskes in Rotterdam.