Sebastiaan Star is sinds november 2018 kwartiermaker operationele veiligheid. Samen met de afdeling Integrale Veiligheid werkt hij aan een veilige campus voor ons allemaal. Zijn eerste klus: zorgen dat de BHV optimaal kon functioneren.

Er wordt goed over ons gewaakt: in totaal zestig beveiligers van het beveiligingsbedrijf lopen en fietsen en rijden hun rondes over de campus en controleren alle panden bij opening en sluiting. Vierentwintig uur per dag zijn er twee centralisten in de meldkamer TU Delft aanwezig om je melding aan te nemen als er wat gebeurt. En in de kritieke eerste minuten voordat de hulpdiensten dan arriveren, is er de BHV (bedrijfshulpverlening) voor de eerste respons. “De inzet van die BHV’ers is ontzettend belangrijk. Ze verlenen eerste hulp, ontruimen een pand als dat nodig is, en geven informatie aan de hulpdiensten”, vertelt Sebastiaan Star. “Ze zijn ook op de hoogte van specifieke risico’s op de campus, bijvoorbeeld waar er welke gevaarlijke stoffen gebruikt worden. Zoiets weet een uitrukkende brandweerploeg ook niet, dus tot er een specialist van de brandweer arriveert, vervullen BHV’ers die rol. Dat doen ze prima en daarmee voorkomen ze mogelijk gevaarlijke situaties.”
 

Een aanbesteding heb je niet zomaar geregeld

“De veiligheid in een complex is één van de taken van de beheerder van dat complex. Op aangeven van een Arbo- en Milieuadviseur dekt de beheerder risico’s in dat complex af met maatregelen. Een BHV-organisatie is in feite zo’n maatregel”, legt hij uit. Met zijn afdeling regelt Star centraal dat de BHV-organisatie over de juiste uitrusting beschikt, zoals portofoons, evacuatiestoelen of AED’s, en dat de mensen goed getraind zijn. Net dat laatste dreigde de laatste tijd in het slop te raken. “We hadden een convenant met de veiligheidsregio Haaglanden voor het opleiden en oefenen van BHV’ers. Maar Haaglanden besloot dat dit geen core businessmeer voor ze was; ze wilden dat voortaan overlaten aan partijen in de markt”, vertelt hij. “Dat heb je alleen niet zomaar geregeld, want zoiets moet via een aanbesteding. Per 1 augustus is er een contract met een nieuwe opleider, maar tot die tijd hebben we alles zelf moeten regelen.”

'De inzet van die BHV’ers is ontzettend belangrijk.
Ze verlenen eerste hulp, ontruimen een pand als dat
nodig is, en geven informatie aan de hulpdiensten'

Motivatie is juist heel belangrijk

“Het was een periode van veel gedoe, waarin dingen misgingen. Op organisatorisch vlak dan, want incidenten werden gewoon altijd netjes afgehandeld door de BHV. Maar als mensen niet de middelen en opleiding hebben om hun werk goed te doen, leidt dat tot demotivatie.” Motivatie is juist heel belangrijk voor BHV’ers, want het is grotendeels liefdewerk oud papier. Er staat dan wel een kleine vergoeding tegenover, maar dat is voor de meesten geen drijfveer, weet Star: “BHV’ers hebben allerlei redenen waarom ze het werk doen, omdat ze mensen willen helpen of omdat het BHV-diploma waardevol is op de sportclub van de kinderen.”

Mensen helpen is Star zelf ook niet vreemd. Naast zijn vier dagen in de week bij de TU Delft, werkt hij voor de veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, waar hij leiding geeft aan een ploeg vrijwillige brandweerlieden. “Tijdens de warme fase (de incidentfase) ben ik bevelvoerder; in de koude fase (voor en na een incident) regel ik alles daaromheen: de voorbereiding op incidenten, materieel, opleidingen, financiële administratie, enz. Het heeft veel raakvlak met de BHV.”

Gebouwoverstijgende incidenten zullen vaker voorkomen

Star boog zich ook over de taken en verantwoordelijkheden binnen de BHV in het kader van het Service Quality-programma “Waarvoor moet je bij wie zijn, tijdens de koude en de warme fase, en wie is het aanspreekpunt in welk gebouw? Dat hebben we op papier allemaal helder gekregen. Nu is het een kwestie van daarmee oefenen, zodat het in de hele organisatie doorsijpelt,” zegt Star. Ook blijft dit een punt van aandacht in een veranderende organisatie. “Neem een gebouw als Pulse, dat zit ingeklemd tussen IO en ME. Als je daar een brand of een ander incident hebt dat je moet opschalen, dan krijgen die andere complexen daar ook mee te maken. Wie heeft er dan de operationele leiding? Zulke gebouwoverstijgende incidenten komen steeds vaker voor en zullen dat in de toekomst ook blijven doen.”

Nauwe samenwerking met Integrale Veiligheid

Strategisch zijn de verantwoordelijkheden duidelijk: die liggen bij de afdeling Integrale Veiligheid, onder leiding van Ron Massink, waarmee Star nauw samenwerkt. “Operationeel en tactisch zit daar echter nog een hele wereld onder”, zegt Star. Die operationele veiligheid is nu bij hem als kwartiermaker belegd; zijn aandachtsgebieden zijn de BHV, het beveiligingsbedrijf en de meldkamer. “Verder heb ik contact met de operationele diensten buiten de campus, zoals politie en brandweer. Want met zo’n 35.000 mensen per dag op de campus is de TU Delft vergelijkbaar met een gemeente als Castricum of Coevorden. “Daarmee hebben we dus ook alle problemen die zo’n gemeente heeft: brand, wateroverlast, inbraak, verwarde mensen, noem maar op”, stelt Star. “Wat betekent het bijvoorbeeld voor de verkeersveiligheid als straks die tram over de campus rijdt? Maar we weten ook uit ervaring dat het problemen met zich meebrengt als er een tram wordt doorgetrokken vanuit een stad naar een buitengebied, dus daar denken we nu al over na.”

Mensen moeten zich hier veilig voelen

Qua veiligheidscultuur zouden we nog wat meer naar bedrijven kunnen kijken, vindt hij. “Bij een organisatie als Shell kom je het terrein niet op voordat je een veiligheidsfilmpje gekeken hebt en er een examen over hebt gemaakt. Bij bedrijven zit die veiligheidscultuur er heel erg in.” Op de campus is dat soms anders. “Studenten en onderzoekers lijken zich wat minder bewust van de risico’s die er zijn in zo’n lab, terwijl we met dezelfde gevaarlijke stoffen werken als in het bedrijfsleven. Hoe ga je daarmee om en gebruik je wel de juiste persoonlijk beschermingsmiddelen? Daar valt nog winst te behalen.”

Het is een uitdaging die hij, net als alle andere, met vertrouwen tegemoet ziet. “Uiteindelijk willen we allemaal het zelfde: een schone, hele en veilige campus. Is er iets defect of anderszins gevaarlijk, dan moet je dat kunnen melden zodat het wordt opgelost. Mensen moeten zich hier veilig voelen.”

Oefening OZON

Oefenen is van belang voor de brandweer en de BHV, maar ook binnen de ICT. In oktober 2018 deed TU Delft mee aan oefening OZON, een door SURF georganiseerde cybersecurityoefening waaraan bij 50 hogeronderwijsinstellingen in totaal 1200 mensen bij meededen, 60 bij de TU Delft. Sebastiaan Star, toen nog manager applications bij ICT, coördineerde de oefening. In het scenario wordt de universiteit de dupe van een besmetting met ransomware. “Er zaten drie niveaus in de oefening. Het eerste slachtoffer was een secretariaat dat niet meer bij de stukken voor de MT-agenda kon. Een tweede slachtoffer was een docent die niet meer bij zijn handouts voor zijn college van die middag kon. En de derde was een onderzoeker wiens aanvraag voor een miljoenensubsidie die dag de deur uit moest”, vertelt Star. “De hoop is dan dat een servicepuntmedewerker denkt: hé, ik had net een secretaresse die niet bij bestanden kon, en nu een docent, wat gebeurt hier? Dan kunnen ze het opschalen in de ICT-organisatie die vervolgens een crisisteam samenstelt.”

Voorafgaan aan dat scenario had de TU Delft nog een extra oefening ingebouwd om de fysieke beveiliging te testen: de beveiliging werd afgestuurd op een zogenaamde handlanger van de hacker die een usb-stick met malware bij zich droeg. “Die zette het op een lopen en gooide die stick weg. De beveiliging hield hem staande en stelde de usb-stick veilig. Die werd met een handschoen aan opgepakt en in een schone envelop vervoerd naar ons Computer Emergency Response Team, waar ze de versleutelde informatie met enige moeite konden bekijken,” zegt Star.

“Er ging veel goed, maar er gingen ook wel dingen fout, dat mensen niet wisten wie ze moesten inseinen bijvoorbeeld.” Ook op hele andere fronten viel er nog wel wat te leren “Als je rond de klok gaat werken, moet je als crisisteam ook in je plannen meenemen dat je in ploegen gaat werken en eten moet verzorgen”, aldus Star. “Er komen ook goeie vragen naar boven in zo’n oefening. Op een gegeven moment bestond de indruk dat de hacker toegang had tot systemen in het datacenter. Kan die dan vandaaruit ook controle krijgen over de stroomvoorziening? Tijdens de oefening parkeer je zoiets dan, maar het is wel een reële vraag die je later moet uitzoeken.”