‘Hoogbejaarde’ eerste Nederlandse nanosatelliet viert vijftiende verjaardag

Ze wordt liefkozend ‘de oude dame’ genoemd. Na 15 jaar in de ruimte is ze dan ook hoogbejaard te noemen. Weinig soortgenoten zijn op die leeftijd nog steeds operationeel. Maar de oude dame is ook hardhorend en nog amper te verstaan. De zelfbenoemde avonturiers die haar bouwden, vieren deze maand haar verjaardag maar vrezen dat het haar laatste zal zijn. Trotse vader van het eerste uur Chris Verhoeven (faculteit EWI) en huidige mantelzorger Stefano Speretta (faculteit L&R) beschrijven de Delftse nanosatelliet Delfi-C3 die alle verwachtingen te boven ging.

Avonturiers

Wie, of wat, is Delfi-C3 eigenlijk? Chris: “Ze is tot stand gekomen dankzij een stel gefascineerde avonturiers. En een groot team van 60 studenten die gebiologeerd waren door de uitdaging.” Stefano: “Studenten kunnen prima in een boek lezen wat een satelliet is, maar het maakt veel meer indruk als ze er zelf eentje kunnen bouwen die ook daadwerkelijk de ruimte in gaat.” Toen de studenten en begeleiders het plan opvatten om zelf een satelliet te bouwen, verklaarde iedereen ze voor gek: satellieten waren groot en kostten 20 jaar voorbereiding. Een nanosatelliet werd bij voorbaat als ruimteafval bestempeld. “We wisten niet dat het onmogelijk was, en dus hebben we het gewoon gedaan,” aldus Chris. Aangespoord door vakgroepleider Wim Jongkind bouwden de avonturiers een piepkleine satelliet van iets meer dan 2 kg zwaar, vol consumentenelektronica. Het ontwerp volgde het ‘keep it simple, stupid’-principe. Aan boord een paar panelen (toen innovatieve) dunne-film zonnecellen en een klein experiment met radiocommunicatie.

Life changing event

Toen de satelliet de ruimte in ging, hielden Chris en zijn team de kurk op de champagne. Die ging er pas af toen het grondstation, bovenop het dak van het EWI-gebouw, voor het eerst contact kreeg met de satelliet. De champagne spoot over een laptop heen, die meteen de geest gaf. “En wat er dan gebeurt,” vertelt Chris, “dat is misschien vergelijkbaar met de geboorte van je eerste kind. Het satellietgeluid dat je zo door en door kent, hoor je nu opeens met ruis en Dopplereffect uit de ruimte komen. Ze is daarboven en reageert. Het was voor ons een life changing event.”

Onverbiddelijk

Eenmaal in de ruimte begon het gevecht tussen technologie en de elementen. De straling is onverbiddelijk, vooral als de zon extra actief wordt. Langzaam degradeert dan de elektronica. Stefano: “Dit houden we nauwgezet bij. De gegevens kunnen anderen misschien helpen om bij de eerste tekenen van degradatie te kunnen voorspellen hoe het verval gaat verlopen.” Maar de grootste prestatie van Delfi-C3 is vooral dat ze deed waar ze voor gemaakt was, en dat zelfs nu nog doet. “We hebben bewezen dat het kan, eigenhandig een werkende satelliet bouwen.”

We wisten niet of het onmogelijk was, en dus hebben we het gewoon gedaan

Chris Verhoeven

We hebben bewezen dat het kan, eigenhandig een werkende satelliet bouwen

Stefano Speretta

Wapenfeiten

Delfi-C3 zal niet persé herinnerd worden om wetenschappelijke doorbraken. Ze is zélf de doorbraak, vertelt Chris vol vuur. “Met een wetenschappelijk artikel kun je niet naar de ruimte vliegen of de zee tegenhouden. Nee, pionieren met technologie, dat is waar de T in TU voor staat. Als ingenieurs van allerlei faculteiten aan de TU Delft samen aan de slag gaan, dan krijg je iets voor elkaar. De eerste Nederlandse nanosatelliet. De eerste professionele nanosatelliet. En onderweg ontdekten we dat je met een eenvoudige temperatuursensor van 80 cent binnen een paar procent nauwkeurigheid de baanparameters van de aarde kunt meten. Dankzij Delfi-C3 hadden we in 2003 al de ideeën die Elon Musk met Starlink nu realiseert. Dat zijn allemaal wapenfeiten.”

Laatste woorden

De oude dame had grote impact op haar familie. De studenten van toen richtten ISISSPACE op, tegenwoordig een van de grootste ruimtevaartbedrijven van Nederland. “Allemaal dankzij Delfi-C3,” benadrukt Chris. Jaarlijks komt het team samen en bespreekt hoe het met hun satelliet gaat. Stefano: “We vrezen dat het niet lang meer gaat duren. Delfi-C3 raakt langzaamaan in een lagere baan, en uiteindelijk zal ze helemaal opbranden.” De mensen die haar eerste woordjes hoorde, staan paraat om ook haar laatste op te vangen. “Dat is een hele puzzel, aangezien het steeds moeilijker wordt om met Delfi-C3 te communiceren. Ook wordt de software die we 15 jaar geleden gebruikten niet meer ondersteund.” Chris is er nog niet klaar voor: “Delfi-C3 heeft heel wat levens veranderd. Ik moet er nog niet aan denken dat het straks voorbij is. Het liefst zou ik de satelliet weer terug hebben. Of op een z’n minst nog een laatste foto maken, voordat ze definitief weg is.”

Sinds Delfi-C3 de weg heeft bereid, kunnen haar opvolgers de volgende stappen zetten

Can-do mentaliteit

De can-do mentaliteit rondom Delfi-C3 is nog altijd springlevend. Er werden al twee andere nanosatellieten gelanceerd, en een derde staat in de steigers. Stefano: “Studenten blijven nieuwe componenten ontwikkelen. Zo leiden we een nieuwe generatie op.” Sinds Delfi-C3 de weg heeft bereid, kunnen met haar opvolgers volgende stappen gezet worden, bijvoorbeeld richting het laten samenwerken van een hele zwerm miniatuursatellieten, om klimaatverandering in kaart te brengen. “Mijn droom is om de dichtheid van de dampkring te meten in het gebied tussen de honderd en driehonderd kilometer hoogte. Daar is nu nog weinig over bekend”, vertelt Stefano. Chris droomt er ondertussen van om een maanlander te bouwen met studenten. Eentje die net zo robuust is als Delfi-C3. “We willen dat er een teken van leven van de maan komt.”

Ultieme overlever

Voorlopig laat Delfi-C3 nog iedere dag van zich horen. “Het is misschien niet gezond, maar ik krijg dagelijks een mailtje als ons grondstation contact heeft gehad met de satelliet,” vertelt Chris. “Ze is de ultieme overlever.” En hij is er zeker van: als er over 500 jaar een boek over de TU Delft wordt geschreven, dan staat Delfi-C3 daar prominent in.