TPM Portraits: Pieter Bots
Toen Technische Bestuurskunde begin jaren 90 eindelijk van start kon gaan, moest de opleiding nog helemaal worden ingericht. Pieter Bots, universitair hoofddocent Beleidsanalyse, nam dit karwei samen met Henk Sol, Wil Thissen en Simon Peerdeman voor z’n rekening. Dankzij een flinke dosis energie, samenwerking en veel trial-and-error kreeg TB beetje bij beetje gestalte. “We moesten iets opzetten dat daarvoor nog helemaal niet bestond.”
Na zijn studie Informatica in Leiden belandt Pieter Bots in 1985 voor zijn promotieonderzoek op de TU Delft. Als zijn promotor Henk Sol hem na zijn postdoc een aanstelling als docent Beleidsanalyse aanbiedt voor de – dan nog op te starten – opleiding Technische Bestuurskunde, hoeft hij niet lang na te denken. Bots: “Onderwijs is altijd een passie van mij geweest. In Leiden gaf ik al werkgroepjes en in Delft vakken die met besluitvorming te maken hadden. Het leek me geweldig om nu een nieuwe opleiding mee vorm te kunnen geven.”
In zijn nieuwe functie kan Bots een aantal van zijn kwaliteiten kwijt. “Ik ben goed in het vertalen van abstracte concepten naar begrijpelijke taal. Ik vind dingen uitleggen ook echt leuk. Daarnaast ben ik een bruggenbouwer. Dat komt zeker op een multidisciplinaire opleiding goed van pas. Ik heb altijd al de neiging om me in een discussie te mengen als ik merk dat twee mensen elkaar niet helemaal begrijpen.”
Serviceonderwijs inkopen
De opleiding Technische Bestuurskunde start in 1992 met drie technische domeinen: Transport, Informatietechnologie en Milieu. Omdat de domeinleerstoelen dan nog niet bestaan neemt Bots het domein Milieu voor z’n rekening. Een van zijn taken is om te zorgen voor de toelevering van onderwijs op dit vlak. Hiervoor moet hij serviceonderwijs ‘inkopen’ bij vakken op bestaande faculteiten, zoals Technische Natuurwetenschappen en Civiele Techniek.
De inhoud van het serviceonderwijs moet Bots naar eigen zeggen uitonderhandelen. “Ik moest onder meer zorgen dat de docenten van bijvoorbeeld scheikunde of thermodynamica in hun leerdoelen rekening hielden met het niveau van onze studenten en de benodigde kennis voor TB. Hierdoor kregen studenten meer maatonderwijs en belandden ze niet op een hoop met de specialistische studenten van andere opleidingen.”
Van nul af beginnen
Ook de eigen vakken van de opleiding, zoals Inleiding Technische Bestuurskunde, moet Bots – samen met Sol en Thissen – inrichten. “We moesten zorgen dat het lesmateriaal rechtdeed aan onze ideeën. Dat was leuk en leerzaam, maar soms ook lastig. We moesten iets opzetten dat daarvoor nog helemaal niet bestond. Maar het enthousiasme, de onderlinge collegialiteit en het samen doen zorgde voor een enorme gedrevenheid.”
De eerste jaren loopt Bots soms met de tong op de schoenen. “Met het bedenken van lesmateriaal liepen we telkens maar een week voor op de colleges. Per college maakte ik transparanten voor de overheadprojector. Dat waren A4’tjes, waarbij ik dan op de achterkant de toelichtende tekst met definities en voorbeelden schreef. Bij aanvang van het college deelde ik dan setjes fotokopieën daarvan uit aan de studenten. Soms was dat zo last-minute dat het papier nog warm was van het kopieerapparaat.”
Veel trial-and-error
Verder is het vooral veel uitproberen, zegt Bots. Daarbij is het ene probeersel succesvoller dan het andere. “Ik had in het derde jaar een simulatiespel ontwikkeld voor studenten, waarbij ze moesten leren begrijpen hoe een bedrijfsinformatiesysteem werkt. Ik had hiervoor een hele database van een fictief bedrijf in elkaar gezet en geregeld dat we gebruik konden maken van de software van Exact.”
De hoeveelheid werk die hij erin steekt, staat alleen niet in verhouding tot de opbrengst. “Studenten vonden het leuk, maar staken er uiteindelijk niet heel veel van op. Een ander simulatiespel dat ik in het vierde jaar voor strategisch projectmanagement ontwikkelde, pakte weer wel goed uit. Dat heeft uiteindelijk tien jaar in de opleiding meegedraaid. Blijven proberen dus. Ook heb ik een jaar of tien geleden een modelleerestafette ontwikkeld die nog altijd wordt toegepast.”
Studenten zoveel mogelijk betrekken
Zeker een beginnende opleiding valt of staat bij goede feedback. Daarom luisteren de docenten veel naar de inbreng van studenten, zegt Bots. “We hamerden er bij studenten op om het direct te laten weten als ze vonden dat we iets beter of anders konden doen. Die korte feedbacklus hanteer ik nog steeds in het onderwijs.”
Een van de bijdragen van een student die Bots is bijgebleven is die bij het opstellen van het examenreglement. “Een student, Paul te Bokkel, was heel scherp op het gebied van het formuleren van regels. Op elke punt of komma legde hij zout. Dat was voor ons heel handig. Ons credo was destijds: als Paul het goed vindt, dan is het goed.”
Bots herinnert zich ook nog hoe hecht de eerste lichting studenten was. “De eerste jaren gingen we altijd aan het begin van het collegejaar met z’n allen een paar dagen de hei op. Dan deden we in het weekend sociale activiteiten en startten we op maandag een college en daarna een spelsimulatie. Na afloop kende ik dan iedereen bij de voornaam. Met tachtig studenten kon dat nog. Maar na zes jaar lukte dat niet meer omdat we die lange weekenden niet meer hadden, en ook omdat het aantal studenten toenam."
Tenor in het TBM Kelderkoor
Naast het vormgeven van de opleiding laat Bots ook op een andere manier zijn stem horen. Zo is hij een van de grondleggers van het TBM Kelderkoor. Bots: “In het tweede jaar van TB ontstond de gewoonte om tijdens de kerstlunch wat meerstemmig te zingen. Gewoon wat kerstliedjes als leuke aanvulling op de speeches.”
Wanneer het animo voor het zangclubje toeneemt, stelt een van de zangers voor om er een wekelijkse aangelegenheid van te maken. Bots: “Elke woensdagmiddag even met z’n allen zingen ter ontspanning. Zo geschiedde. Omdat we oefenden in de kelder van het gebouw gaven we ons de naam Kelderkoor. Nog regelmatig doen we wel eens een uitvoering, met kerst of de Ouderdag of wanneer iemand afscheid neemt.”
Naamgever van studievereniging Curius
Ook het bedenken van de naam van de studievereniging mag Bots op zijn conto schrijven. “De vereniging was na de oprichting op zoek naar een passende naam en had een prijsvraag uitgeschreven. Ik voelde me geroepen en heb voor mezelf een lijstje met eisen opgesteld. Het moest een historische figuur zijn, het liefst een bestuurder met een technisch tintje. Ook moest het lekker bekken.”
Bij het bladeren door de encyclopedie is het bij de C al raak: Curius. Bots: “Curius was een Romeinse consul die zich bezighield met infrastructuur. Erg toepasselijk voor onze opleiding. Daarnaast kun je Curius uitspreken als curious, wat natuurlijk weer slaat op de nieuwsgierige houding van studenten. Zo had ik er een mooi verhaal bij bedacht. Heel leuk en eervol dat ze uiteindelijk voor mijn vondst kozen.”
Trots op studenten en ontwikkeling TBM
Bots ziet het huidige TBM als een succeskindje waar hij een van de vele ouders van is. Elk jaar weer kijkt hij vol trots naar ‘zijn’ studenten die afstuderen. “Zeker wanneer alumni op mooie plekken terechtkomen geeft dat veel genoegdoening. Het voelt toch ergens alsof ik voor een heel klein deel aanspraak mag maken op dat succes.”
Ook de ontwikkeling die de faculteit heeft doorgemaakt vindt Bots mooi om te zien. “Regelmatig is gebleken hoe wendbaar de faculteit is. Bijvoorbeeld wanneer de opleiding weer ter discussie lag door wisselingen bij het CvB. Maar nooit hebben we onze identiteit verloren. Zelfs niet door de een enorme groei die we hebben doorgemaakt. Waar we ooit begonnen met z’n vieren zijn we nu met vierhonderd man.”
Tegelijk kan de groei ook een bedreiging zijn, waarschuwt Bots tot slot. “Waar we eerst meer generalisten opleidden, zijn er nu meer verschillende secties met een specialisatie. We moeten ervoor waken dat we het multidisciplinaire karakter binnen de faculteit behouden. Dat maakt ons namelijk uniek.”
TPM Portraits
In de serie "TPM Portraits" spreken we TBM’ers, dwars door de faculteit heen. In het teken van het 30-jarig jubileum van TBM voeren we persoonlijke gesprekken met mensen die allemaal op hun eigen manier onderdeel zijn (geweest) van de TBM gemeenschap. Wat hebben zij meegemaakt binnen de faculteit? Wat is voor hen TBM vandaag de dag? En hoe zien zij de toekomst? Elke twee weken verschijnt er een nieuw portret.