Aan de Chopinlaan in Delft vind je KopieKoffie, PrintPlezier en de startplek van FierFietskoerier, drie bedrijven van Harmen van der Laan. De drinkwatertechnoloog die afstudeerde aan de TU Delft gooide drie jaar geleden het roer om en werd sociaal ondernemer.
“Ik ben met PrintPlezier begonnen om betaalde banen in de Buitenhof te creëren. We leveren zakelijk drukwerk als mailingen, flyers, boeken of posters, of bijvoorbeeld geboortekaartjes voor particulieren”, vertelt Harmen van der Laan. “Maar de impact op de wijk daarvan beperkt zich dan tot de mensen die er werken. Zo kwamen we op het idee van KopieKoffie, een koffiezaak waar je ook kunt komen flexwerken en kopiëren of printen. Daar leiden we mensen op als barista of gastheer/gastvrouw. Dat zijn dan vaak onbetaalde banen. Van daaruit kijken we of iemand wil doorgroeien naar iets anders, en wat er bij ze past.” Vorig jaar kwam daar de fietskoeriersdienst bij, die is aangesloten bij een landelijk netwerk.
Betaald of onbetaald, Van der Laan maakt zich hard voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “We hebben mensen uit Syrië, Indonesië, Turkije, Iran, Nederland en Suriname. We hebben een collega die doof is en een van 72 die graag aan de slag wil blijven. We zitten samen in een pand, we helpen elkaar: we zijn een soort familie.”
Mensenmens
Van der Laans ondernemingslust ontstond in zijn studietijd in Delft. “Samen met vrienden zette ik onder meer een webontwerpbureau en een bakfietsverhuurbedrijf op. Dat leerde me veel over het opzetten van een bedrijf, maar ook over de vrijheid die je als student hebt om wilde plannen te bedenken die dan nog slagen ook.” De studie bracht ook andere inzichten. “Hoe langer ik studeerde, hoe meer ik me als mensenmens een beetje vreemde eend in de bijt voelde bij civiel. Ik ben wel cum laude afgestudeerd en heb jaren als drinkwatertechnoloog gewerkt, maar in de kern ben ik geen ingenieur die zich puur door de inhoud laat inspireren.”
Kort na zijn afstuderen reisde hij met zijn vrouw naar de Filipijnen voor een christelijke organisatie. Van der Laan faciliteerde dorpsbewoners bij het opzetten van een drinkwatervoorziening. “In zo’n ontwikkelingssituatie draait het niet alleen om technische kennis maar ook om eigenaarschap van mensen. Ik werkte met een grassroots-organisatie – zeg maar een buurtcommissie – van betrokken dorpsbewoners. Het was pionieren en mensen centraal stellen. We woonden daar tussen een van de armste en meest gediscrimineerde bevolkingsgroepen in de regio. Een mooie en intense ervaring die ons gevormd heeft. We denken regelmatig dat we nog wel eens naar het buitenland zullen gaan.”
Rode feniks
Terug in Nederland vestigde hij zich in de Buitenhof. “We zijn bewust in deze wijk gaan wonen tussen al die culturen die anders zijn dan onze eigen bubbel.” In 2016 zette hij samen met buurtbewoners stichting de Rode Feniks op. “We organiseren al vijf jaar huiswerkbegeleiding, burendagen en toffe activiteiten als een zomerfestival.” Als voorzitter houdt hij zich vooral bezig met fondsenwerving en organisatie.
“Op een gegeven moment ging het wel jeuken. Ik zag zo’n kloof tussen verschillende sociale klassen. Mensen die minder kansen krijgen omdat ze per ongeluk ergens anders ter wereld zijn geboren, of in een ander soort gezin. De helft van de mensen boven de 18 voelt zich bijvoorbeeld eenzaam in deze wijk. Dat is heftig in een samenleving als de Nederlandse. Voor mij gaan er allerlei deuren open die voor anderen dicht blijven, gewoon omdat ik ben geboren in een stabiel gezin, daar heb ik zelf niets voor gedaan. Als vrijwilliger kun je maar zoveel doen en ook de hulpverlening krijgt vaak niet alles voor elkaar. Zo groeide het verlangen om ook iets buiten de buurtstichting te doen.”
Skills en motivatie
Van der Laan werd sociaal ondernemer. “Een aantal jaar geleden realiseerde ik me dat nieuwe dingen opzetten het helemaal is voor mij. Ik heb jaren industrieel onderzoek gedaan, echt praktijkonderzoek met proefopstellingen en experimenten en het ontwikkelen van nieuwe onderzoeksmethoden. Je moet dan goed kunnen plannen en structureren, maar ook met veranderende omstandigheden omgaan, want het loopt altijd anders dan je denkt”, vertelt hij.
“In wat ik nu doe, komt alles samen: pionieren en ondernemerschap en dat op een mensgerichte manier. Het past echt bij de skill-set die ik heb. Ik doe van alles, van printerstoringen repareren tot koffiezetten tot jaarplannen schrijven, fondsen aanvragen en mensen begeleiden. Ik heb ook een enorme intrinsieke motivatie door mijn geloof waarin ik Jezus wil volgen. Ik probeer te leven vanuit het besef dat God iedereen geschapen heeft en iedereen van waarde is. Dat heeft pas echt betekenis als je het concreet uitleeft.”
Gezien worden als persoon
PrintPlezier, KopieKoffie en FierFietskoerier; het uitgangspunt is bij alle drie bedrijven hetzelfde. “Het gaat erom dat jij als persoon gezien wordt, of je nu werkt of als klant langskomt. We zetten in op sterke teamcultuur en samen het leven delen. Het is aanpoten, maar als mensen waardevol werk doen waar iemand op zit te wachten, geeft dat voldoening.” Dat geldt ook voor Van der Laan zelf: “Dit is de leukste baan ter wereld. Het zijn soms kleine dingen die mijn werkdag goedmaken. Pas kwam er een Servische jongen die sinds kort in Delft woont om te studeren een paar kopietjes maken. Die zei: wat is dit een fijne plek, ik voel me heel welkom. Heel bijzonder als iemand dat spontaan zegt.”
Sociale ondernemingen zouden overbodig moeten zijn
Ook zijn medewerkers ervaren het zo. “Een collega die via via hier terecht kwam, werd depressief in zijn vorige baan. Hij is nu in opleiding als barista. Het maakt zo’n verschil dat hij zich gewaardeerd weet, dat had hij al heel lang niet meer meegemaakt.” Eigenlijk zouden alle bedrijven zo moeten opereren, vindt hij. “Er zijn ook veel hoger opgeleiden, die zich niet gezien voelen. Een vriendin werkte bijvoorbeeld in de thuiszorg waar echt niet goed voor eigen personeel werd gezorgd. Op die manier wordt er veel menselijk kapitaal vernietigd in onze maatschappij. Terwijl je juist betere resultaten oogst als je een fijne plek voor mensen bent. Sociale ondernemingen zouden overbodig moeten zijn.”
Intussen blijft het voor deze sociale onderneming hard werken, zeker in coronatijd. “We redden het financieel nog net. Toen we drie jaar geleden met PrintPlezier begonnen, hadden we alleen budget voor de eerste maand en had ik één collega en een stagiaire. Inmiddels hebben we drie ondernemingen, 40 collega’s en wel iets meer geld in kas.” Toch blijft het spannend. “Ik heb geen rustig leven. Het is voor zoveel mensen betekenisvol dat ik echt door wil gaan en financieel gezond blijven. Mocht het misgaan dan hebben we in ieder geval gedaan wat we wilden doen, dus in die zin kan ik het loslaten. Als het gebeurt, gebeurt het.”
Valkuil
Harmen van der Laan ziet in de Buitenhof veel studenten die projecten in de wijk komen doen. “Dat is heel waardevol. Ik sta er helemaal achter dat TU Delft meer sociale impact wil maken. Als je echter niet oppast val je in de klassieke valkuil van het ontwikkelingswerk. Ik zag dat in de Filipijnen ook, waar goedbedoelende studenten komen om mensen te helpen, maar na een half jaar weer weg zijn. Zo bouw je geen relatie met de gemeenschap op. Uiteindelijk willen we allemaal dat iemand tijd en aandacht voor je heeft. Studenten wonen vaak jaren in de stad. Als ze dan dingen als sportactiviteiten in de wijk organiseren of huiswerkbegeleiding doen, creëren ze blijvende impact.”