Wijkuniversiteit als boegbeeld voor een maatschappelijk betrokken TU Delft
“Wat echt fantastisch zou zijn’, mijmerde Pieke Hoekstra, hoofd van het team Community Engagement and Outreach, twee jaar geleden met een collega van de Haagse Hogeschool: Een wijkuniversiteit. Een serieuze plek in een wijk die heel anders is samengesteld dan onze campus, waar kinderen en jongeren kunnen profiteren van een netwerk van studenten en docenten en waar ze in aanraking komen met de nieuwste technologieën. Een plek waar universiteit en bewoners elkaar ontmoeten, van elkaar leren en waar bewoners vooral ook zelf mogen bepalen wat voor activiteiten belangrijk zijn in de wijk.
Een wild idee dat de afgelopen twee jaar niet meer uit het hoofd van Hoekstra te krijgen was. Ze begon het idee overal te delen, met collega’s, organisaties in de wijk en de gemeente. Het lijkt nu werkelijkheid te worden via de Regio Deal Delft-West. Als alles goed gaat, zijn er vanaf januari 2025 middelen beschikbaar om de wijkuniversiteit daadwerkelijk tot leven te brengen.
Bijdragen aan kansen voor kinderen en jongeren
Maar wat is dat dan, die wijkuniversiteit? Momenteel nog volop een verkenning. “We zijn nog op zoek naar de juiste organisatievorm, een fysieke plek en de invulling van het programma”, vertelt Hoekstra. “Juist hier willen we af van de aanname dat de universiteit als enige alle kennis en oplossingen heeft. Daarom werken we samen met hogescholen en mbo’s, maar ook met verschillende maatschappelijke organisaties in Delft-West, waar de wijkuniversiteit moet gaan komen. De allereerste vraag is nu: Wat hebben buurtbewoners nodig, wanneer draagt een wijkuniversiteit bij aan de toekomstdromen van hun kinderen en welke activiteiten passen daar wel en niet bij? We willen echt bijdragen aan de kansen voor kinderen en jongeren.”
Als voorbeeld noemt ze de Presikhaaf University in Arnhem. Dit is geen ‘echte’ universiteit zoals wij die kennen, maar een succesvol programma voor jongeren in de wijk Presikhaaf. Ze werken aan gelijke kansen en ontwikkeling voor alle jongeren en “ronselen” naar eigen zeggen “voor een betere wereld”. Wat Hoekstra hier zo goed aan vindt is de co-creatie tussen jongeren en Arnhemse organisaties. “Het Openluchtmuseum bijvoorbeeld geeft niet simpelweg een paar vrijkaarten. Presikhaaf University ontwikkelt met hun jongeren in co-creatie en via design thinking een plan om ook voor hen tot een aantrekkelijk museum te komen. Ook kwamen ze met een voorstel bij de gemeente om nieuwe straatnamen te maken, gebaseerd op de helden van de jongeren.”
Gelijkwaardig participeren
Ook Imperial College in Londen is een inspiratiebron voor Hoekstra. “Met het Young People Program ontwerpen jongeren uit bepaalde buurten, onder begeleiding activiteiten die op grote festivals van het Imerpal College echt worden gelanceerd. De jongeren worden gelijkwaardig behandeld en krijgen voor hun inspanning betaald, wat ontzettend goed is voor hun zelfvertrouwen en eigenwaarde.
Het team van Hoekstra bevat sinds een aantal maanden twee kennismakelaars, die de banden met zowel die buurten als de andere kennisinstellingen verstevigen. De ogen zijn gericht op Delft-West (de wijken Tanthof-West, Buitenhof en Voorhof). Dit is geen toeval. Deze wijken zijn onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, waarmee de rijksoverheid de toekomst van bewoners wil verbeteren. De gemeente Delft investeert de komende twintig jaar in deze wijken, om bewoners dezelfde kansen te geven op het gebied van wonen, gezondheid, werk en onderwijs.
Meerwaarde voor TU Delft
Maar wat heeft de TU hieraan? Waarom tijd en moeite investeren in een wijkuniversiteit, die nog niet eens een duidelijke vorm heeft? “Allereerst gaat het hier om kansengelijkheid” zegt Hoekstra. “We hebben de kans iets wezenlijks bij te dragen aan de ontwikkeling van kennis, talent en het netwerk van jonge mensen in onze stad”. Dit lijkt ook de perfecte lokale invulling van impact for a better society: echte impact, gericht op een specifiek deel van de maatschappij. Daarbij streeft de TU Delft naar civic engagement, zoals in het strategisch framework te lezen is. We leiden maatschappelijk betrokken ingenieurs op, die uit hun bubbel leren komen en samenwerken in de echte wereld met echte vraagstukken vanuit de maatschappij om ons heen. Tegelijk willen we ook een relevante bijdrage leveren aan onze directe omgeving. De wijkuniversiteit heeft de potentie om deze bijdrage te worden.”