Zolang het openbaar vervoer bestaat, klagen Nederlanders erover. Blaadjes op het spoor, de trein is overvol of de bus komt te laat opdagen. Toch is ons ov op veel vlakken ook goed geregeld, vindt onderzoeker Niels van Oort. Verbetermogelijkheden ziet hij vooral als het gaat om inclusiviteit, de informatievoorziening, betrouwbaarheid en de integratie van het ov met de fiets en met deelmobiliteit. In zijn Smart Public Transport Lab werkt Van Oort met partners uit de sector aan oplossingen voor een optimaal ov-systeem voor reiziger en maatschappij.
Waar een stilstaande of vertraagde trein voor de meeste reizigers frustrerend is, roept het bij Niels van Oort vooral vragen op. Waarom moeten we een andere trein voorlaten? Wat zijn de gevolgen voor de rest van het ov-netwerk? ’Ook de informatievoorziening vind ik altijd erg interessant. Die is lang niet overal op orde. Soms sta ik op het punt om ter plekke advies te geven. Dan denk ik het beter te weten. Daar word ik ook weleens gek van hoor. Maar ik vind het ov gewoon ontzettend fascinerend. Als kind al. Eerst vooral de voertuigen, maar later ook hoe het hele netwerk met elkaar verbonden is.’
De puzzel van een optimaal ov-systeem
Als universitair hoofddocent op het gebied van openbaar vervoer houdt Van Oort zich bezig met ov-vraagstukken. De kern van zijn onderzoek bestaat uit het zoeken naar een optimaal ontwerp van het ov-systeem inclusief het voor- en natransport, wat in Nederland vaak de fiets is. ‘Hierbij kijk ik bijvoorbeeld naar waar we openbaar vervoer voor nodig hebben, op welke manier we het gebruiken en hoe het hele ov-netwerk op elkaar is aangesloten. De kunst is om een collectief, duurzaam, inclusief en efficiënt systeem te bedenken dat voldoet aan alle individuele behoeften. Iedere reiziger heeft weer andere wensen, ideeën en verplaatsingspatronen. Ook nog eens in een land waarin de ruimte beperkt is en ov-bedrijven kampen met personeelstekorten. Dat allemaal goed organiseren is een enorme puzzel. Eentje die ik graag wil leggen.’
De vraag is: wat is goed ov ons waard?
Niels van Oort
De waarde van goed openbaar vervoer
Openbaar vervoer streeft volgens Van Oort verschillende maatschappelijke doelen na. ‘Het zorgt er onder meer voor dat iedereen kan reizen. Of je nou in de stad of op het platteland woont, jong of oud, arm of rijk bent. Daarnaast is het ov een duurzaam alternatief voor de auto en het vliegtuig.’ Tegelijkertijd heeft ov ook financiële voorwaarden. Van Oort: ‘Om goede service te kunnen bieden en reizen betaalbaar te houden, moeten ov-bedrijven de financiën goed bewaken. Dat doen ze enerzijds door zoveel mogelijk reizigers het ov in te krijgen en anderzijds door kosten te beperken. Daar zitten wel grenzen aan. Als je ov te duur maakt of minder voertuigen inzet, verminder je de beschikbaarheid en bereikbaarheid en jaag je mensen de auto in. De vraag is: wat is goed ov ons waard?’
Een systeem dat niemand uitsluit
Betaalbaarheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid zijn drie van de tien dimensies die een rol spelen bij het ontwerp van een inclusief ov-systeem. Van Oort: ‘Inclusief betekent dat je niemand uitsluit. Behalve betaalbaar, bereikbaar en beschikbaar moet het ov ook toegankelijk, begrijpelijk en veilig zijn. Dat betekent dat je moet zorgen voor voldoende voorzieningen voor mindervaliden, helder taalgebruik, rekening houden met digitale vaardigheden van mensen en zorgen voor goed verlichte en beveiligde stations. Uit ons onderzoek blijkt dat 35 procent van de reizigers bereid is verder te fietsen als een station of halte verderop beter verlicht is. Ondanks extra reistijd dus.’
Mijn grote drijfveer is om zowel wetenschappelijk als maatschappelijk impact te maken.
Niels van Oort
Smart Public Transport Lab
Voor het vinden van oplossingen voor ov-vraagstukken richtte Van Oort in 2018 het Smart Public Transport Lab op. In het Lab werken onderzoekers van de TU Delft nauw samen met overheden, ov-bedrijven en adviesbureaus. Volgens Van Oort is het essentieel de wetenschap en het veld met elkaar te verbinden. ‘Voorheen opereerden veel partijen los van elkaar, terwijl het effectiever is om kennis te bundelen. De sector weet welke trends en uitdagingen er spelen, wij hebben de kennis en middelen voor onderzoek en overheden gaan over de besluitvorming. Op deze manier maken we zowel wetenschappelijke als maatschappelijke impact. Dat is voor mij een grote drijfveer.’
Mix van verschillende disciplines
Uit het Lab is onder meer een project voortgekomen met de provincie Utrecht op het gebied van deelmobiliteit. Van Oort: ’Hierbij hebben we gekeken in hoeverre deelvervoer het ov versterkt in de last mile van een reis, oftewel het stuk vanaf de halte naar de eindbestemming. Inzicht in menselijk gedrag is hierbij heel belangrijk. Je wilt weten wie van deelmobiliteit gebruikmaakt en op welke manier dat gebeurt. Het zijn vooral “what-if”-vragen: wat gebeurt er bijvoorbeeld als we op deze plek deelfietsen neerzetten? De inzichten die we met pilots en experimenten opdoen, verwerken we vervolgens in tools en modellen waarmee we voorspellingen doen. Hierop kunnen beleidsmakers beslissingen baseren. Het onderzoek is dus echt een mix van theorie en praktijk en verschillende disciplines, zoals wiskunde, techniek, planologie en sociologie.’
Impact corona op reisgedrag
De coronapandemie heeft inzicht in menselijk gedrag nog belangrijker gemaakt, zegt Van Oort. ‘Covid heeft ons reisgedrag enorm veranderd. Bijvoorbeeld als het gaat om woon-werkverkeer. We werken nu vaker thuis, waardoor we minder gebruikmaken van het ov. Met de NS hebben we onderzoek gedaan naar de impact van covid op de voorkeur van reizigers. We zien onder meer dat met name mensen met hoogopgeleide banen minder vaak de trein pakken. Vooral op woensdag en vrijdag is het rustiger. We verwachten dat deze effecten blijvend zijn. Daarop moet je als ov-aanbieder inspelen. Bijvoorbeeld door een abonnement aan te bieden voor drie in plaats van vijf dagen in de week. Daarmee maak je reizen minder prijzig en dus aantrekkelijker.’
Technologie als facilitator
Behalve beter inzicht in gedrag helpt ook technologie meer maatwerk te bieden, zegt Van Oort. ‘Denk aan de opkomst van zelfrijdende voertuigen, zoals shuttles van en naar het ov. Omdat je hierbij geen bestuurder nodig hebt, ben je veel flexibeler. Ook bespaar je kosten, waardoor je voertuigen vaker kunt inzetten. Verder zie je dat lijndiensten op plekken met weinig ov-gebruikers worden vervangen door vervoer op afroep. Hierbij is het wel van belang dat dit voldoende beschikbaar en betrouwbaar is. Dat is nu nog niet overal zo. Slimme algoritmes en apps kunnen helpen vraag en aanbod beter en sneller op elkaar af te stemmen. Tegelijkertijd kun je niet alles digitaliseren, want dan sluit je weer mensen uit. We moeten ons dus niet blindstaren op techniek. Maar het vormt zeker een belangrijke facilitator voor goed ov.’
De foto’s zijn mede mogelijk gemaakt dankzij het NS Trefpunt. De gefotografeerde trein betreft een mock up.
Gepubliceerd: november 2022