Een ontwerpatlas voor landgoederen in de regio, tentoonstellingen met allerhande ontwerpideeën en gebouwen gered van sloop: zomaar een greep uit de gevarieerde resultaten van KaDEr (project Karakteristiek Duurzaam Erfgoed Gelderland). In dit groots opgezette project gingen vele medewerkers, maar vooral studenten op onderzoek uit om voor de provincie Gelderland nieuwe perspectieven op het erfgoedbeleid te ontwikkelen.
In de provincie Gelderland is enorm veel erfgoed te vinden, van landgoederen en buitenplaatsen tot sporen van de Tweede Wereldoorlog en monumentale kerken. Bij het verduurzamen van erfgoed spelen niet alleen de belangen van de individuele eigenaren en de gemeentes en provincie een rol. Juist de overkoepelende maatschappelijke waarde is van belang: ook erfgoed moet bijdragen aan een toekomst die niet langer afhankelijk is van niet-hernieuwbare energiebronnen.
Aanleiding voor het project was het moeizame erfgoedbeleid, waar die meerwaarde door verduurzaming niet goed de ruimte kreeg. Er waren bijvoorbeeld wel subsidies beschikbaar om een lekkend dak te repareren, maar als datzelfde dak wind- en waterdicht was, kon er geen aanvraag worden gedaan om het dak te verduurzamen door het toevoegen van een nieuwe isolatielaag. De aanvraagprocedures werden steeds ingewikkelder en het beleid ging steeds meer draaien om stippen op de kaart. Losse, afzonderlijke projecten kregen subsidies toegekend, waarbij overkoepelende thema’s onvoldoende werden meegenomen. Om grote onderwerpen zoals de verduurzaming van het erfgoed op te kunnen pakken, zouden we niet naar stippen, maar juist gebieden op de kaart moeten kijken. De vraag aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft was dan ook: wat zou de focus van het erfgoedbeleid moeten zijn? Hoe kan het verduurzamen van erfgoed in het beleid worden opgenomen en hoe kunnen bestaande procedures worden verbeterd?
Waar een dergelijke vraag normaliter zou worden voorgelegd aan een adviesbureau, koos de provincie er juist voor om de academische kennis van de TU Delft in te zetten. “Academische kennis is neutraal, waardoor we onafhankelijk van de verschillende belanghebbenden konden onderzoeken wat de mogelijkheden zijn,” vertelt onderzoeksleider Hielkje Zijlstra. “Van begin af aan kwam daarbij de voorwaarde dat het onderwijs deel zou zijn van het project. De vrijblijvendheid en de onbevangenheid van de studenten heeft gezorgd voor veel nieuwe ideeën, waarmee ze veel mensen op andere gedachten hebben weten te brengen.”
Deelprojecten op verschillende schalen
In 2017 startten de eerste ontwerpstudio’s, waarbij masterstudenten naar concrete casussen hebben gekeken in Gelderland. Daarbij heeft het onderzoeksteam onderscheid gemaakt tussen vier verschillende schalen, waar aparte deelprojecten gekoppeld zijn aan Living Labs. Zo hebben de studenten gekeken naar de XL-schaal van de steden Zutphen, Winterswijk en Elburg, de L-schaal van de landgoederen en buitenplaatsen van de Baakse Beek, Voorst en in Gelders Arcadië, de M-schaal van kerken als specifieke gebouwsoort, en de S-schaal van één bijzonder gebouw: het landhuis Reuversweerd in de gemeente Brummen.
Bij alle projecten zijn de studenten telkens begonnen met het stellen van kritische vragen aan de mensen op locatie. Hoe zit het nu precies? Waar liggen kansen? Gedurende ieder project zijn de studenten ook altijd tussendoor op excursie geweest naar verschillende locaties in de regio. Daarmee gingen ook deuren open van plekken waar je niet gauw komt. Archieven werden geopend, vrijwilligers zochten en dachten mee. In Zutphen werd zelfs een mobiele erfgoedwerkplaats ingericht in een voormalige pastorie, waar de studenten het hele jaar door terecht konden. De resultaten werden ten slotte op locatie gepresenteerd in de vorm van symposia en tentoonstellingen. Samen met burgemeesters, architecten, stedenbouwers, bewoners en andere critici scherpten de studenten hun plannen zo nog verder aan.
De energietransitie op grote schaal aanpakken
Op de XL-schaal hebben de studenten het voorwerk gedaan voor roadshows in Zutphen en Elburg, waarbij roadmaps worden gemaakt voor de verduurzaming van de historische binnensteden. Samen met de eigenaren van verschillende monumentale panden en verschillende organisaties wordt in september 2021 gekeken hoe deze steden ruimte kunnen maken voor de energietransitie. Uit het voorwerk is in ieder geval al gebleken dat erfgoed lang niet altijd een ‘probleem’ hoeft te zijn. Zo stond het Baudartius College in Zutphen op nominatie om gesloopt te worden, maar de studenten zagen juist mogelijkheden voor transformatie van het gebouw. De studenten bedachten onder andere functies als een erfgoedcentrum, een dansacademie, muziekschool en een ruimte voor exposities, een kunstenaarscollectief en een volksuniversiteit. Door de inspirerende plannen heeft de gemeente Zutphen toch besloten het gebouw niet te slopen, maar als gemeentelijk monument te bestempelen en te herbestemmen tot locatie met culturele en maatschappelijke functie voor de stad Zutphen.
Ontwerpatlas voor de regio
Op de L-schaal is gekeken naar de landgoederen en buitenplaatsen in vooral de gebieden van de Baakse Beek, Voorst en Gelders Arcadië. De vele landgoederen in deze zones lopen veelal tegen dezelfde uitdagingen aan: verdroging, het financieel beheer en de verduurzaming van niet alleen de gebouwen, maar het hele gebied. Met de ontwerpprojecten van de studenten is een reeks ontwerpideeën ontstaan die scenario’s schetsen voor de toekomst van het gebied. De scenario’s zijn verbetervoorstellen voor onder andere het integreren van toerisme, waterbeheer, financieel beheer, duurzaam beheer van landbouw en van landschap. De lessen hieruit worden in combinatie met goede overzichtskaarten gebundeld in een ontwerpatlas voor de regio. In het najaar van 2021 wordt de atlas samen met het Gelders Genootschap uitgebracht.
Kerkenvisie
Op de M-schaal is gekeken naar één soort gebouwen, om zo het beleid gericht op losstaande projecten als stippen op de kaart weer om te zetten naar gebieden op de kaart. In Gelderland zijn heel veel (monumentale) kerken te vinden, die voor een deel ook leegstaan of minder frequent worden gebruikt. Zowel de klimatologische verduurzaming van deze kerken als de financiële duurzaamheid blijkt een uitdaging. De studenten zoomden in op een aantal specifieke kerken om de mogelijkheden te onderzoeken. Voor de St. Jacobuskerk in Winterwijk maakten de studenten opvallende plannen voor culturele voorzieningen, zoals een bibliotheek, een stadsomroep, een café, muziekschool, ruimte voor vakopleidingen, workshops en cursussen en een bierbrouwerij. Door deze ideeën is het kerkbestuur nu van plan een andere kerk op de markt te gaan gebruiken voor de zondagsmis en de St. Jacobuskerk als culturele bestemming in te richten. Daarmee blijft de kerk behouden.
Landgoed als leerplaats
Het verduurzamen van monumentale gebouwen is een vak apart. Na-isoleren van een gebouw kan zorgen voor efficiënter energiegebruik, maar kan ook juist schade veroorzaken aan de oude muren en balken in een gebouw. Op de S-schaal is daarom het landgoed Reuversweerd ingericht als leerplaats: een actieve bouwplaats waar verschillende conserveringstechnieken en ontwerpideeën zijn getest, waar restauratie-opleidingen en cursussen worden gegeven en waar studenten zelf ook echt op de steiger staan. Vijf uitgewerkte plannen van studenten Bouwkunde worden hier permanent tentoongesteld, waaruit de eigenaar ideeën heeft overgenomen voor het definitieve restauratieplan. Zijlstra: “Superleuk om te zien hoe het veldwerk de studenten inspireert, en zij op hun beurt ook de eigenaren en bestuurders weer inspireren met hun ideeën.”
Met de voeten op de grond (blijven) staan
Wat naar voren komt uit alle projecten en resultaten is het belang van de locatie. Je moet met je voeten op de grond staan, op de plek zelf, om de volledige potentie van erfgoed in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor het spreekwoordelijke op de grond blijven staan. Als het erfgoedbeleid van de provincie meer bottom-up wordt georganiseerd, met aandacht voor de voortrajecten, kunnen er betere selecties en keuzes worden gemaakt. Bovendien kan met zo’n werkwijze de samenwerking tussen verschillende partijen centraal worden gesteld. Parallel aan KaDEr is daarom de Gelderse Erfgoed Alliantie opgericht. In deze alliantie bundelen de provincie Gelderland, het Gelders Genootschap, het Gelders Restauratie Centrum, de Monumentenwacht Gelderland, Stichting Oude Gelderse Kerken en Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen de beschikbare kennis. De alliantie benut en borgt de resultaten vanuit KaDEr en zorgt bijvoorbeeld voor ontsluiting van de informatie vanuit KaDEr op de website www.erfgoedalliantie.nl.
De provincie startte de samenwerking om op een nieuwe manier na te kunnen denken over erfgoed, om zo de verduurzaming van erfgoed in het beleid op te kunnen nemen en bestaande procedures te verbeteren. “Aan die paradigmashift is hard gewerkt, en de provincie is samen met haar partners opgeschoven in de gewenste richting,” vertellen Paul Thissen en Tom Pegels van de provincie Gelderland. “Ontwerpend onderzoek heeft geholpen om voorheen moeilijk voorstelbare oplossingen te vinden. De rol van de TU Delft bij dit alles was wezenlijk. Door de inspanningen van docenten, de vele activiteiten in de Living Labs, de structureel op hoog niveau verzorgde documentatie en de bijdragen van een grote groep studenten zijn de provincie en erfgoedpartners voortdurend geprikkeld om de paradigmashift in de gewenste richting bij te sturen.”
Ook voor de studenten heeft het project goed uitgepakt, vertelt Zijlstra. “Het werken op locatie, het aansnijden van actuele problematiek en het met de eigenaren rond de tafel zitten heeft de studenten extra geïnspireerd. Door hun betrokkenheid, de verrassende ideeën en de vrijblijvendheid daarvan hebben ze echt bijgedragen aan oplossingen voor de toekomst.”
Meer informatie
Vanuit de TU Delft werkten dertig mensen uit vier afdelingen samen aan dit project.
Voor de diverse schaalprojecten waren de volgende collega’s verantwoordelijk
XL-schaal; Hielkje Zijlstra
L-schaal; Steffen Nijhuis
M-schaal; Nicholas Clarke
S-schaal; Wido Quist
De publicatie ‘KaDEr-stellingen’ verschijnt in november 2021. De tussentijdse resultaten zijn nu al te vinden bij de Gelderse Erfgoedalliantie. Vanaf 18 mei worden hier ook regelmatig updates, minicolleges, infobladen, studentenwerk en magazines gedeeld.