Vanaf 2027 moeten diverse producten in de EU beschikken over een Digitaal Product Paspoort (DPP). In zo’n paspoort staat informatie over onder meer de herkomst van grondstoffen en de mate waarin materialen circulair te gebruiken zijn. Wetenschapper Jolien Ubacht doet onderzoek naar waar bedrijven deze data vandaan kunnen halen en hoe ze deze verwerken in het paspoort. Ondanks het vele administratieve werk dat hierbij komt kijken, ziet ze ook kansen voor zowel bedrijven als consumenten om bij te dragen aan meer hergebruik van materialen.
Met de Green Deal heeft de EU een belangrijke stap gezet richting een duurzame en circulaire toekomst. Een belangrijk onderdeel hiervan is het Digitale Product Paspoort (DPP).Met dit paspoort zijn bedrijven binnen de EU verplicht te rapporteren over onder meer de samenstelling van een product, de herkomst van grondstoffen en de herbruikbaarheid van onderdelen aan het einde van hun levensduur. Het paspoort gaat eerst gelden voor producten zoals auto’s, elektronica en textiel, later voor meer producten.
Verduurzaming van productieketen
Dit alles moet zorgen voor een duurzamere productieketen, vertelt onderzoeker Jolien Ubacht. “In het paspoort komt bijvoorbeeld te staan onder welke omstandigheden een grondstof, zoals een metaal, is geproduceerd of gewonnen. Maar ook welke onderdelen gerecycled kunnen worden. Meer circulariteit is niet alleen goed voor het milieu, het is ook een noodzaak voor het herwinnen van schaarse grondstoffen. Wanneer je meer materialen weet te hergebruiken, hoef je minder nieuwe te importeren en worden we in de EU ook minder afhankelijk van kritieke grondstoffen uit andere landen. ”Mijn persoonlijke motivatie om hieraan bij te dragen? Dat zijn bijvoorbeeld de beelden van gedumpte materialen in de natuur en de open vuilnisbelten in landen waar afgedankte materialen naar toe worden verscheept. Dit moet anders kunnen.”
Data verzamelen van elk onderdeel
Eén van de projecten waar Ubacht vanuit TBM aan werkt, richt zich op het verzamelen van data in de toeleveringsketen van auto’s. “Een auto bestaat uit ontzettend veel onderdelen, zoals elektronica, een motor, stoelen, een accu. Deze onderdelen zijn weer opgebouwd uit losse materialen zoals kunststoffen, textiel en metalen. Van al deze materialen moet een autorecycling bedrijf precies weten waar ze vandaan komen, uit welke grondstoffen ze bestaan en in hoeverre ze circulair zijn. Met een paspoort kunnen de materialen dan aan het eind van de levenscyclus van een auto geschikt worden gemaakt voor hergebruik. In ons onderzoek kijken we onder meer naar welke data bedrijven wettelijk beschikbaar moeten maken voor het paspoort en welke partijen in de keten deze data kunnen aanleveren.”
Ontwerpkeuzes digitale omgeving
Een ander belangrijk aspect van het paspoort is het ICT-vraagstuk. In welke digitale omgeving verzamel je alle data en hoe presenteer je die? Ubacht: “Hiervoor kun je allerlei ontwerpkeuzes maken. Een centrale database en website voor alle producten zou natuurlijk mooi zijn, maar is in de praktijk niet te organiseren door de grote hoeveelheid data die verzameld moet worden. Beter is het om per sector of product te kijken naar een digitaal platform waarin partijen hun product specifieke data uitwisselen. Bedrijven houden dan zelf hun data bij die gekoppeld worden via dit platform met gestandaardiseerde protocollen (“APIs”). Dit vereist data standaardisatie en samenwerking in de hele toeleveringsketen. In Delft brengen we de ontwerpkeuzes voor het delen van data voor het digitale product paspoort in kaart.”
Voorlichting aan consumenten
Ook consumenten kunnen toegang tot het digitale paspoort krijgen om duurzame keuzes te maken. Dus je moet ook aan de communicatie naar de buitenwereld denken. Ubacht: “Als bedrijf kun je naast de verplichte rapportage aan autoriteiten ook je klanten toegang geven tot informatie. Dat kan informatie zijn over de herkomst, maar ook over locaties waar een apparaat ingeleverd of gerepareerd kan worden. Om deze communicatie effectief te laten zijn, moet je het zo laagdrempelig mogelijk maken. Met een QR-code of RFID-label, een soort chip in het product, zorg je ervoor dat consumenten eenvoudig met hun telefoon over productinformatie kunnen beschikken.”
Monitoring en controle op uitvoering
Het Digitale Product Paspoort is volgens Ubacht bij uitstek een TBM-onderwerp. Naast een technische en managementkant zit er namelijk ook een bestuurlijke component aan. Wie zorgt bijvoorbeeld voor de monitoring en het toezicht op de uitvoering? Ubacht: “Dat is iets wat individuele landen zelf moeten gaan regelen. Grote vraag is alleen hoe je dat doet. Een optie is om de controle over te laten aan partijen in de markt. Voor de import van producten heb je natuurlijk al de douane. Ook zou je organisaties die zich bezighouden met recycling een extra toezichtstaak kunnen geven.”
Grote administratieve belasting
Hoewel duurzaamheid en circulariteit bij steeds meer bedrijven hoog in het vaandel staat, is volgens Ubacht niet elk bedrijf even enthousiast over de komst van het paspoort. “Dat komt met name door de enorme administratieve belasting die dit met zich meebrengt. Je moet de hele keten doorspitten en daarna ook nog eens alle data geschikt maken om te delen. Daarnaast zijn sommige bedrijven terughoudend vanwege de commerciële gevoeligheid van informatie. Verder ben je afhankelijk van de bereidheid van partijen in de toeleveringsketen om data te delen, dat is echt een uitdaging.”
Al in de ontwerpfase zou veel meer rekening moeten worden gehouden met de herbruikbaarheid van onderdelen of grondstoffen aan het einde van hun levensduur. Hier wordt al veel onderzoek naar gedaan binnen het Delft Circularity lab van de TU Delft waar kennis uit diverse disciplines bij elkaar komt.
Toeleveringsketen onder de loep
Tegelijkertijd biedt het ontsluiten van informatie ook weer kansen voor bedrijven, vervolgt Ubacht. “Bijvoorbeeld om aan de buitenwereld te laten zien dat je niks te verbergen hebt en veel waarde hecht aan een ‘schoon’ product. Dat scoort vandaag de dag goed bij consumenten die duurzame(re) producten willen kopen. Ook biedt het een mogelijkheid om eens grondig te kijken naar de partners waarmee je samenwerkt in de keten. Wanneer een toeleverancier weinig aandacht besteedt aan duurzaamheid of geen data wil delen, kun je ervoor kiezen om over te stappen op een partij die dat wel doet. Dat kan ook nog eens andere voordelen opleveren, zoals soepelere importregels of een lagere importbelasting.”
Nieuwe manier van ontwerpen
De introductie van het Digitale Product Paspoort kan volgens Ubacht ook leiden tot een revolutie in het ontwerpen van producten. “Al in de ontwerpfase zou veel meer rekening moeten worden gehouden met de herbruikbaarheid van onderdelen of grondstoffen aan het einde van hun levensduur. Hier wordt al veel onderzoek naar gedaan binnen het Delft Circularity lab van de TU Delft waar kennis uit diverse disciplines bij elkaar komt”.
Vehikel om disciplines te verbinden
Zelf vindt Ubacht vooral de combinatie tussen duurzaamheid en ICT heel interessant. “Je hebt kennis nodig van digitale technieken voor het delen van data, de samenstelling van producten en onder welke voorwaarden partijen bereid zijn om hun data te delen. Het Digitale Product Paspoort is echt een prachtig vehikel om deze disciplines te verbinden. Welke product data heb je nodig, waar haal je die vandaan, hoe verwerk je alles en hoe presenteer je het uiteindelijk aan de buitenwereld? ‘Het is puzzelen, maar dat maakt het voor mij als onderzoeker juist zo leuk. Ook na de introductie van het paspoort zijn er nog genoeg vragen te beantwoorden. Hoe monitor je materialen als ze eenmaal worden gerecycled, hoe meet je het effect van het Digitale Product Paspoort en zal het daadwerkelijk ons consumentengedrag veranderen? Voldoende stof om dieper in te duiken!.’
Over Jolien Ubacht
Jolien Ubacht is universitair docent op de faculteit TBM aan de TU Delft. Ze is gefascineerd door digitale innovaties die maatschappelijke uitdagingen zoals de Sustainable Development Goals van de VN ondersteunen. In haar werk hanteert zij het systeemtechnisch perspectief, waarbij wordt gekeken naar de belanghebbenden, de technische ontwerpkeuzes die moeten worden gemaakt en het management van de digitale innovatie bij implementatie. Ze is betrokken bij het CIRPASS project, een samenwerkingsinitiatief om de basis te leggen voor pilots voor de implementatie van een op standaarden gebaseerd Digitaal Product Paspoort (DPP). DATAPIPE is een ander circulariteitsproject waar ze bij betrokken is. Het heeft tot doel de vereiste data in kaart te brengen voor de Nederlandse Douane en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de implementatie van beleid richting de circulaire economie te monitoren.