Chatbots van eHealth-apps kunnen mensen met een angststoornis en andere mentale problemen ondersteunen bij hun hulpvraag. Alleen zijn de huidige chatbots nog niet goed genoeg ontwikkeld. Maria Chiara Mazza onderzocht voor haar masterscriptie hoe herkenning van iemands taalpatronen en persoonlijkheid kan helpen bij het verbeteren van gepersonaliseerde chatbots. Met haar scriptie werd ze verkozen tot Best Graduate van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Paniekaanvallen, faalangst, extreme bezorgdheid. Liefst een op de vier mensen in de wereld lijdt aan een angststoornis of neurologische aandoeningen. Extra problematisch is dat mensen die eraan lijden meestal ook bang zijn om hulp in te schakelen, zegt Maria Chiara Mazza (25), die in juli afgestudeerde voor haar master Management of Technology. “Ze praten meestal liever niet over hun problemen met anderen, zelfs niet met vrienden, uit angst om beoordeeld te worden. Naast geografische en financiële drempels zijn er lange wachtlijsten voor een klinisch consult. Terwijl het niet behandelen van een angststoornis wel fysieke gevolgen kan hebben, zoals bloedstollingen en aandoeningen van het zenuwstelsel. Ook kan een angststoornis leiden tot depressie of zelfs zelfdoding.”

Vooral probleem onder studenten

Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de mensen met een angststoornis jonger is dan 24 jaar. Maria Chiara: “Ik las in een artikel dat angststoornissen veel voorkomen bij studenten. Het kan bijvoorbeeld gaan om de angst om een andere taal te spreken, maar ook om faalangst of angst met anderen te praten. Zulke angsten zie ik ook in mijn eigen omgeving. Ik merk dat mensen zich ervoor schamen. Wat ook niet meehelpt is dat studenten vaak weinig geld hebben en ze soms wel langer dan drie maanden moeten wachten op een klinisch consult.”

Met haar scriptie werd ze verkozen tot Best Graduate van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Met haar scriptie werd ze verkozen tot Best Graduate van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Perfect onderwerp masterscriptie

Maria Chiara zag in het probleem een mooie uitdaging om haar kennis en achtergrond te combineren met haar interesse. “Ik ben van kinds af aan al geïnteresseerd in technologie en hoe dingen werken. In Milaan heb ik een bachelor Industrial Engineering gevolgd. Omdat ik ook wat wilde doen met de toegepaste kant van technologie, ben ik twee jaar geleden naar Delft gekomen voor de master Management of Technology. Met name het gebruik van technologie in de zorg spreekt me erg aan, vanwege de maatschappelijke waarde. Met mijn scriptie hoopte ik de situatie rondom de hulpvraag van studenten met een angststoornis te kunnen verbeteren met behulp van technologie.”

eHealth-apps

Technologie en kunstmatige intelligentie spelen namelijk een steeds belangrijkere rol bij het behandelen van angststoornissen, vervolgt Maria Chiara. “Met slimme eHealth-apps, zoals Babylon Health en newhealth, kunnen mensen met chatbots – automatische gesprekpartners – over hun problemen praten en advies krijgen over hulp en behandelingen. Het grote voordeel van een eHealth-app is dat het goedkoper is dan een consult bij een echte psycholoog of therapeut, eenvoudig te installeren is op een telefoon of laptop en altijd beschikbaar is. Daarnaast neemt het de blokkade weg voor mensen die bang zijn voor een stigma. Een app is namelijk onbevooroordeeld.”

Beperkingen chatbots

Toch zijn de huidige chatbots van eHealth-apps nog niet optimaal ontwikkeld, merkte Maria Chiara toen ze zich erin ging verdiepen. “Chatbots focussen zich vooral op feitelijke informatie en onderscheiden geen persoonlijkheidskenmerken. Terwijl iemands persoonlijkheid juist belangrijk is voor een goede indicatie en een gerichte behandeling. In mijn scriptie wilde ik aantonen dat persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op de manier waarop mensen communiceren en hoe mensen met en zonder angststoornis daarin verschillen. Het verband tussen die drie aspecten was nog niet eerder onderzocht. Mijn belangrijkste hypothese was dat mensen met een angststoornis een ander soort woorden gebruiken dan mensen zonder angststoornis en dat hun persoonlijkheid ook van invloed is.”

Chiara wilde aantonen dat persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op de manier waarop mensen communiceren en hoe mensen met en zonder angststoornis daarin verschillen.
Chiara wilde aantonen dat persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op de manier waarop mensen communiceren en hoe mensen met en zonder angststoornis daarin verschillen.

Enquête en schrijfopdracht

Aan het onderzoek deden in totaal 142 studenten van verschillende nationaliteiten mee. Op basis van een enquête werd vastgesteld of een deelnemer last had van een gegeneraliseerde angststoornis, een Generalized Anxiety Disorder (GAD), en wat iemands persoonlijkheidskenmerken waren. Maria Chiara: “Na de enquête moesten de studenten een schrijfopdracht doen, waarbij ze in 100 woorden beschreven hoe ze zich voelden tijdens een angstige of stressvolle ervaring uit hun studietijd. Daarbij keek ik niet zozeer naar de feiten die ze opschreven, maar naar de emoties, gevoelens en gedachtes die ze verwoordden.”

Andere emoties en woorden

Van de deelnemers bleek uiteindelijk 40 procent last te hebben van een gegeneraliseerde  angststoornis. Dat percentage was voor Maria Chiara hoog genoeg om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de deelnemers met en zonder angststoornis. De analyse van de schrijfopdracht bleek haar hypothese te bevestigen. Maria Chiara: “Uit de teksten bleek dat mensen met een angststoornis meer ontkenningen, persoonlijke voornaamwoorden en woorden gerelateerd aan boosheid gebruiken terwijl mensen zonder angststoornis meer woorden gebruiken die positieve emoties omschrijven. Ook schrijven mensen met een angststoornis vaker in de tegenwoordige tijd, terwijl mensen zonder angststoornis juist woorden gebruiken die zijn gericht op de toekomst. De analyse liet ook zien dat het taalpatroon wordt beïnvloed door persoonlijkheid.” 

Verschillen tussen nationaliteiten

Hoewel de focus van het onderzoek niet lag op nationaliteiten, zag Maria Chiara ook nog een aantal opvallende verschillen tussen studenten met een andere culturele achtergrond. “Nederlanders met een angststoornis gebruiken vaker woorden die met de dood te maken hebben, terwijl Italianen vaker boze of droevige woorden gebruiken. Het feit dat de deelnemers de opdracht in het Engels moesten doen, was overigens wel een beperking. Je weet niet of iemands taalpatronen hetzelfde zijn wanneer diegene in zijn of haar moedertaal communiceert. Dat zou nog interessant kunnen zijn voor vervolgonderzoek.”

Meer gepersonaliseerde chatbots

De uitkomsten van haar onderzoek kunnen volgens Maria Chiara helpen bij het verbeteren van chatbots. “Wanneer chatbots taalpatronen en persoonlijkheidskenmerken herkennen, kunnen ze mensen met angstgevoelens meer gepersonaliseerde hulp bieden. Ziet een chatbot bijvoorbeeld taalgebruik met veel negatieve emoties, dan kan die een specifieke behandeling aanbevelen afhankelijk van de persoonlijkheid en mate van angst bij een gebruiker. Ik wil overigens niet suggereren dat chatbots echte therapeuten gaan vervangen. Ze zijn vooral een goede en laagdrempelige eerste stap voor iemand die het moeilijk vind om hulp in te schakelen. Met een chatbot kunnen mensen alvast wennen aan het praten over emoties, wanneer en waar ze maar willen.”

Waardevolle bijdrage

De waarde van haar scriptie kwam al tijdens het onderzoek zelf naar voren. Maria Chiara: “Een van de deelnemende studenten vertelde me dat ze door het opschrijven van haar angstige momenten nu beter kan reflecteren op zichzelf en daardoor beter weet hoe ze met haar angsten moet omgaan. Ik vind het erg mooi dat ik met mijn scriptie een bijdrage kan leveren aan het helpen van mensen met psychische klachten. In dit geval ging het om studenten met een gegeneraliseerde angststoornis, maar de inzichten zouden ook kunnen helpen bij chatbots voor mensen met andere psychische klachten. Ik hoop in de toekomst nog meer te kunnen doen met dit onderwerp, bijvoorbeeld zelf een gepersonaliseerde chatbot ontwikkelen aan de TU Delft.”

Best Graduate

Dat haar scriptie uiteindelijk werd beoordeeld met een 9 en dat ze werd verkozen tot Best Graduate van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (zie kader), maakt haar extra trots. “Dat was voor mij echt een verrassing. Het is dankzij ontmoetingen en samenwerking met al die slimme en inspirerende mensen op de TU Delft dat ik dit kon bereiken. Het was natuurlijk jammer dat corona voor wat beperkingen zorgde, met name in de communicatie met studenten en mijn begeleiders. Al hielp het misschien juist wel dat veel studenten thuiszaten, daardoor voelden ze zich waarschijnlijk meer betrokken bij het experiment. Maar uiteindelijk heb ik gelukkig alles kunnen doen wat ik wilde onderzoeken en ben ik supertrots op dit resultaat.”

Maria Chiara

Maria Chiara

Verkiezing Best Graduate

Maria Chiara heeft haar uitverkiezing tot Best Graduate van de faculteit met name te danken aan de noviteit van haar onderzoek. Volgens haar begeleiders, die haar voordroegen voor de nominatie, is ze de eerste die het verband heeft aangetoond tussen taalpatronen, angststoornissen en persoonlijkheidskenmerken. Haar inzichten kunnen van grote waarde voor praktische toepassingen, aldus haar begeleiders. Extra knap is het volgens hen dat ze haar onderzoek in slechts een half jaar heeft gedaan, ook nog eens ten tijde van corona. Maria Chiara maakt nu samen met de Best Graduates van zeven andere faculteiten kans op de titel Best Graduate van de TU Delft, die op 17 november bekend wordt gemaakt.