Willen we ons in de toekomst op een duurzame, efficiënte en veilige manier kunnen verplaatsen, dan moet ons mobiliteitssysteem radicaal op de schop, vindt Bart van Arem. Met partners van uiteenlopende disciplines onderzoekt hij onder meer wat nodig is om steden autoluw te krijgen. Hierbij ziet Van Arem een belangrijke rol weggelegd voor automatisch vervoer, zoals zelfrijdende auto’s. Op dat gebied kan Nederland volgens hem veel leren van Japan. “Dat land laat zien hoe je technologie op een dienende manier kunt inzetten voor de maatschappij.”

Door bevolkingsgroei en verstedelijking wordt het steeds drukker in steden. “Al deze mensen gaan naar hun werk, school of studie, doen boodschappen, recreëren, bezoeken vrienden en familie. Dat legt een enorme druk op het mobiliteitssysteem”, zegt Bart van Arem, hoogleraar Transport Modelling. “ Hierdoor ontstaan steeds meer uitdagingen op het gebied van doorstroming, veiligheid, gezondheid en leefbaarheid van steden. Verschillende gemeenten, met name de grotere, spelen hier al op in door bijvoorbeeld autoluwe zones te introduceren. Uit onderzoek blijkt dat dit leidt tot onder meer verbetering van de luchtkwaliteit en aantrekkelijkheid voor bewoners.”

Radicale veranderingen in mobiliteitssysteem

Hoewel Van Arem dit soort lokale initiatieven toejuicht, is er volgens hem een radicalere transitie van het mobiliteitssysteem nodig om de problemen echt aan te pakken. “Om de druk op de openbare ruimte te verkleinen en ons ‘schoner’ te verplaatsen moeten we toe naar meer deelvervoer en minder privébezit, meer elektrische en zelfrijdende auto’s en meer kleine voertuigen, zoals Light Electric Vehicles (LEV’s). Dat betekent ook dat onze gebruikspatronen op de schop moeten. Waar we nu onze privéauto voor de deur hebben en ergens verderop een deelauto staat, zou dat in de toekomst andersom kunnen zijn.”

Krachten bundelen voor nieuwe stadsdelen

Deze veranderingen in het mobiliteitssysteem zijn onderdeel van een supercomplexe puzzel, die vraagt om een transdisciplinaire aanpak. Van Arem: “Bij de projecten die ik doe werk ik veel samen met partners uit de wetenschap en de praktijk. Denk aan overheden, adviesbureaus, planologen, stedenbouwkundigen, mobiliteitsaanbieders en belangenorganisaties. Er zitten ontzettend veel componenten aan de inrichting van stedelijk gebied en het vervoerssysteem. Een van de projecten waarin we deze krachten bundelen is XCARCITY. Hierin kijken we naar de (her)inrichting van zowel bestaande als hele nieuwe stadsdelen. Dat doen we aan de hand van casestudies op de Amsterdamse Zuidas, de Merwehaven in Rotterdam, stadsdeel Almere Pampus en de Stadstuinen in Barendrecht. In Pampus – dat momenteel in ontwikkeling is – kijken we bijvoorbeeld wat er gebeurt als je minder parkeerplaatsen toekent.” 

Dan zie je wat er gebeurt als je in een drukke straat automatische voertuigen laat rijden.

Realistische VR-visualisatie

Omdat de onderzoekers werken aan toekomstige systemen, ontbreekt het volgens Van Arem vaak aan bewijs over wat wel en niet werkt. “Daarom maken we gebruik van digital twins, digitale kopieën van de werkelijkheid. In zo’n digital twin kun je allerlei bestaande data en modellen verwerken. Bijvoorbeeld over hoe mensen reageren op verhogingen van tarieven in het OV, de beschikbaarheid van parkeerplaatsen in een wijk of het aantal deelvoertuigen in de omgeving. Door aan knoppen te gaan draaien en verschillende scenario’s te schetsen, kun je vervolgens zien wat de effecten zijn van keuzes die je maakt. In XCARCITY maken we hier ook VR-visualisaties van, waardoor het nog realistischer wordt. Dan zie je bijvoorbeeld wat er gebeurt als je in een drukke straat automatische voertuigen laat rijden en wegen breder of juist smaller maakt.”

Ik zoek naar de meest simpele zinvolle manier om een systeem te begrijpen en te vangen in een model.

Gedetailleerd modelleren, maar niet te

Zijn achtergrond als wiskundige komt Van Arem naar eigen zeggen goed van pas in zijn vakgebied. “Het helpt in de manier waarop ik tegen problemen aankijk. Bij het modelleren van transportsystemen zoek ik bijvoorbeeld altijd naar de meest simpele zinvolle manier om een systeem te begrijpen en te vangen in een model. Een model moet nauwkeurig zijn, maar ook weer niet onnodig nauwkeurig. Je hoeft eigenlijk alleen maar de kern van het functioneren van het systeem na te bootsen. Spaarzaam modelleren noemen we dat ook wel. 

Naast het wiskundige vind ik ook het menselijke aspect heel interessant. Bij transport en verkeersstromen heb je bij uitstek te maken met mensen, die zich op hele onvoorspelbare manieren gedragen en onderling ook weer communiceren. Dat vind ik ontzettend boeiend.”

Japan als grote inspiratiebron

Bij het schetsen van toekomstbeelden van de mobiliteit, zoals in XCARCITY, haalt Van Arem veel inspiratie uit Japan. “Ze zijn al vrij ver op het gebied van het verminderen van autogebruik. Op sommige dagen maken ze wegen en straten zelfs helemaal autovrij, bijvoorbeeld voor kinderen om op te spelen of een buurtfeest te organiseren. Wat ik mooi vind aan Japan is dat technologie een sterke rol speelt in de samenleving, maar dat het sociale en menselijke aspect op één blijft staan. Zo kijk ik ook naar technologie: het moet dienend zijn aan de mens en niet andersom. Een mooi voorbeeld hiervan is het inzetten van automatische voertuigen. Om de verbinding tussen stad en platteland vitaal te houden, wil Japan in 2030 10.000 zelfrijdende shuttles laten rondrijden. Dat biedt uitkomst tegen het teruglopend aantal chauffeurs. In Nederland mogen dit soort shuttles nog niet de openbare weg op.”

Fascinatie voor automatisch rijden

Zelfrijdende voertuigen lopen als een rode draad door de onderzoekerscarrière van Van Arem. Eind jaren ’90, toen hij bij TNO werkte, stond hij aan de wieg van een van de eerste grootschalige experimenten op het gebied van automatische rijden, Demo 98. “Ik vind zelfrijdende voertuigen echt fascinerend. Niet alleen vanwege de complexe technologie, maar ook de ethische en psychologische aspecten die meespelen in de interactie tussen het voertuig en andere weggebruikers. Het gebruik moet wel veilig zijn.” 

Onmisbaar bij transitie duurzame mobiliteit

Van Arem ziet binnen de toekomst van de mobiliteit een belangrijke rol weggelegd voor zelfrijdende voertuigen. “Met name vanwege het duurzame karakter. Als je bijvoorbeeld deelvervoer zelfrijdend maakt, kun je auto’s naar je voordeur laten komen en hoef je geen eigen auto meer voor de deur te hebben. Hiermee kunnen we dus het autobezit sterk verminderen en rijden er minder voertuigen rond. Daarnaast is automatisch vervoer vaak elektrisch, waardoor het bijdraagt aan een schoner milieu. Duurzaamheid is voor mij de belangrijkste drijfveer om hieraan te werken. Ik wil graag een schone aarde én goed werkend mobiliteitssysteem achterlaten voor de volgende generaties. Zelfrijdende voertuigen worden ook steeds beter en veiliger, dus ik denk dat het een kwestie van tijd is dat ze worden toegelaten op de openbare weg en we ze als maatschappij omarmen.”

Gepubliceerd: December 2024