FAQ
Veelgestelde vragen rondom het thema leefbare delta's
-
Fransje Hooimeijer zegt: “Wij mensen hebben tot nu toe altijd geprobeerd om het water te controleren en de deltagebieden in te richten naar onze eigen wensen. Maar we kunnen niet eindeloos nieuwe infrastructuur blijven bouwen, nee. We moeten anders gaan leven met de delta: het is hoog tijd dat wij ons op die natuur gaan aanpassen.”
-
Fransje Hooimeijer: “Sinds 1814 zijn overstromingen nationale verantwoordelijkheid. Sindsdien zijn ingenieurs bezig geweest om te bouwen aan de hand van wensen van mensen. Natuur proberen we daarbij helemaal onder controle te krijgen. Een stadspark is een voorbeeld van onder controle gebrachte natuur. Iedereen werkt in protocollen en mede daarom is het systeem heel gecompliceerd geworden. Om in deltagebieden te kunnen blijven wonen, moeten we radicaal anders gaan denken. Het is mogelijk: als we werkelijke verandering en vooruitgang gaan bewerkstelligen. Iedereen in het systeem moet anders gaan werken: ingenieurs, technici, bestuur, wetgeving. Het gehele ruimtelijke ordening-systeem moet anders. Mijn droom is dat steden niet meer opgehoogd worden met zand. Maar dat we natuur laten terugkomen, dat we gaan accepteren dat het natter wordt, en dat we op andere manieren huizen stabiel gaan maken.”
-
De combinatie van natuurlijke en technische ingrepen, maatschappelijke weerbaarheid en goede early warning-systemen zorgt uiteindelijk voor meerlaagse veiligheid, legt hoogleraar Bas Jonkman uit in deze story.
“We kunnen niet meer op één paard wedden of denken dat de overheid onze voeten wel even droog houdt. De rol van de wetenschap, bedrijven en burgers wordt steeds groter. Vanuit de TU Delft proberen we hierop in te spelen met Flood proof Holland. In deze proeftuin onderzoeken we kleinschalige oplossingen, zoals een tijdelijke waterkering voor een gebouw. Zo’n oplossing kun je meteen inzetten, bijvoorbeeld in Valkenburg aan de Geul. Grote ingrepen hebben veel meer tijd nodig.” -
Hoogleraar Steffan Nijhuis zegt: “We willen meer ruimte voor water maken, aan de andere kant willen we dat doen op een manier dat het voor mens en dier ook een betere leefomgeving oplevert. Je kunt bijvoorbeeld gebieden ‘vernatten’ of de sponscapaciteit van een gebied vergroten door natuur aan te planten. Als je in de bovenstroomse gebieden van een rivier bossen aanplant, wordt het water vastgehouden en komt het niet in de systemen terecht. Als je in steden niet alles verhard, maar ook ruimte laat voor natuur, kan water op die plekken worden opgeslagen. Met dit soort ingrepen verzacht je overstromingen en vergroot je tegelijkertijd biodiversiteit. We moeten wel de randen van disciplines gaan opzoeken: dit is de enige manier om de grote (water)uitdagingen waarmee we te maken gaan krijgen in de toekomst, te lijf te gaan.”
-
De zandmotor is een opgespoten schiereiland van 21 miljoen kuub zand voor de kust van Kijkduin-Ter Heijde. Kustonderzoeker Stefan Aarninkhof (TU Delft) zegt: “De Zandmotor is voor de TU Delft een openluchtlaboratorium in onze achtertuin. Het biedt unieke mogelijkheden om kennis over kustprocessen, zoals zandverplaatsing en duinvorming, te vergroten. Met oog op klimaatverandering en zeespiegelstijging is dat van groot belang. De huidige uitdagingen vragen om een nog beter begrip van kustontwikkeling.”
Sinds de aanleg volgen tientallen onderzoekers van verschillende universiteiten en kennisinstellingen de ontwikkeling van de Zandmotor op de voet. -
Herkenning en verklaring van langetermijntrends in de metingen (temperatuur, zeespiegelstijging, smelten van ijskappen) blijven een belangrijke opgave voor de wetenschappelijke gemeenschap. Het verklaren van extreme gebeurtenissen als gevolg van het weer (bijvoorbeeld extreme neerslag, hittegolven, droogteperioden en overstromingen) wordt een enorme uitdaging, waaruit een nieuwe tak van wetenschap aan het ontstaan is die onderzoekt in hoeverre de opwarming van de aarde extreme gebeurtenissen waarschijnlijker maakt. Robuuste verklaringen en voorspellingen zijn nodig om het klimaatbeleid en de aanpassingsmaatregelen van de toekomst verder te kunnen optimaliseren. Lees hier verder over TU Delft en klimaatactie.
-
De jaarlijkse neerslag in Nederland is tussen 1910 en 2022 gestegen met 26%. Het aantal dagen met neerslag is niet of nauwelijks toegenomen, de neerslag is dus vooral heviger geworden. Dit is te lezen op het Kennisportaal Klimaatadaptatie.
Universitair docent Ruud van der Ent: “Met elke graden Celsius stijging, neemt de hoeveelheid water die in de lucht toe met 7 procent. De hoeveelheid neerslag neemt toe door de opwarming van de aarde want warme lucht kan meer vocht bevatten. In de zomer warmt het sneller op. We zien ook dat de zomerbuien steeds heviger en onvoorspelbaarder worden. Vanuit statistische analyse weten we de meest zeldzame, extreme buien, die normaal eens per honderd jaar voorkomen, vaker gaan voorkomen. We weten nog niet zo goed waarom. Ons Nederlandse systeem, ook in de steden, is best goed voorbereid op flinke regenbuien. Maar niet op die zeldzame, extreme buien.” -
Assistent professor Nico Tillie: “Je kunt biodiversiteit inzetten ten gunste van waterproblemen en hittestress-probleem. Hoe we dat het beste kunnen doen, onderzoeken we hier aan de TU Delft.”
Bekijk ook de press kit over biodiversiteit om te zien hoe er aan de TU Delft wordt gewerkt aan oplossingen.
Contactgegevens persvoorlichter
Karlijn Spoor
Wetenschapsvoorlichter Resilient Cities & Mobility
k.spoor@tudelft.nl
0641612272