FAQ
Veelgestelde vragen rondom het thema extreem weer
-
Hoogleraar Steffan Nijhuis zegt:
“We willen meer ruimte voor water maken, aan de andere kant willen we dat doen op een manier dat het voor mens en dier ook een betere leefomgeving oplevert. Je kunt bijvoorbeeld gebieden ‘vernatten’ of de sponscapaciteit van een gebied vergroten door natuur aan te planten. Hier neemt dan ook de biodiversiteit toe. Veel ruimte in steden is nu verhard. Als je in steden ook ruimte laat bestaan of maakt voor natuur, kan water worden opgeslagen; daarmee verzacht je overstromingen. Zo gaat natuurontwikkeling samen met plekken waar mensen kunnen recreëren of wonen, en het gaat samen met veiligheid. De duinen zijn een voorbeeld van natuurlijke kustverdediging.” -
De combinatie van natuurlijke en technische ingrepen, maatschappelijke weerbaarheid en goede early warning-systemen zorgt uiteindelijk voor meerlaagse veiligheid, legt hoogleraar Bas Jonkman uit in deze story.
“We kunnen niet meer op één paard wedden of denken dat de overheid onze voeten wel even droog houdt. De rol van de wetenschap, bedrijven en burgers wordt steeds groter. Vanuit de TU Delft proberen we hierop in te spelen met Flood proof Holland. In deze proeftuin onderzoeken we kleinschalige oplossingen, zoals een tijdelijke waterkering voor een gebouw. Zo’n oplossing kun je meteen inzetten, bijvoorbeeld in Valkenburg aan de Geul. Grote ingrepen hebben veel meer tijd nodig.” -
Flood Proof Holland is een testdijk in een Delfts weiland vlakbij de campus, waar onderzoeken plaatsvinden. Hoe weerstaat een laag van klei, leem of zand het water dat over de dijk loopt? Hoe lang duurt het voordat zand onder een dijk wordt weggespoeld door de waterdruk tegen de dijk? Wat zijn alternatieven voor zandzakken om een dijk te versterken? Myron van Damme legt uit in dit verhaal:
“Als je proeven op een echte dijk wil doen heb je een dijk nodig die kapot mag en dus niet meer in gebruik is. Zo’n dijk is erg lastig te vinden in Nederland – een proefdijk in een veilige omgeving als Flood Proof Holland is dus ideaal. Het mooie is dat we op deze aangelegde dijk op schaal kunnen testen. Dit levert veel betrouwbaardere data op.” -
Herkenning en verklaring van langetermijntrends in de metingen (temperatuur, zeespiegelstijging, smelten van ijskappen) blijven een belangrijke opgave voor de wetenschappelijke gemeenschap. Het verklaren van extreme gebeurtenissen als gevolg van het weer (bijvoorbeeld extreme neerslag, hittegolven, droogteperioden en overstromingen) wordt een enorme uitdaging, waaruit een nieuwe tak van wetenschap aan het ontstaan is die onderzoekt in hoeverre de opwarming van de aarde extreme gebeurtenissen waarschijnlijker maakt. Robuuste verklaringen en voorspellingen zijn nodig om het klimaatbeleid en de aanpassingsmaatregelen van de toekomst verder te kunnen optimaliseren. Lees hier verder over TU Delft en klimaatactie.
-
De jaarlijkse neerslag in Nederland is tussen 1910 en 2022 gestegen met 26%. Het aantal dagen met neerslag is niet of nauwelijks toegenomen, de neerslag is dus vooral heviger geworden. Dit is te lezen op het Kennisportaal Klimaatadaptatie.
Assistent Professor Ruud van der Ent voegt toe:
“Met elke graden Celsius stijging, neemt de hoeveelheid water die in de lucht toe met 7 procent. De hoeveelheid neerslag neemt toe door de opwarming van de aarde want warme lucht kan meer vocht bevatten. In de zomer warmt het sneller op. We zien ook dat de zomerbuien steeds heviger en onvoorspelbaarder worden. Vanuit statistische analyse weten we de meest zeldzame, extreme buien, die normaal eens per honderd jaar voorkomen, vaker gaan voorkomen. We weten nog niet zo goed waarom. Ons Nederlandse systeem is best goed voorbereid op flinke regenbuien. Maar niet op die zeldzame, extreme buien.”
Contactgegevens persvoorlichter
Karlijn Spoor
Wetenschapsvoorlichter Climate & Energy
k.spoor@tudelft.nl
0641612272