IJs naar de universiteit slepen

Veel studenten kiezen voor de studie Civiele Techniek vanwege de mogelijkheden van buitenlandse stages en afstudeeropdrachten. Charlotte Saltner en Willem-Dirk Keij overtroffen menig buitenlands avontuur door in december 2001 af te reizen naar het eeuwige wit: Antarctica. “Het was zomer, dus bij mooi weer was het mogelijk uitstapjes te maken op de sneeuwscooter naar een nabijgelegen pinguïnkolonie.”

Tijdens een borrel raakten de twee zesdejaars constructieve waterbouwers in gesprek over hun afstudeerplannen: “We waren het met elkaar eens dat het de kroon moest worden op onze studie èn op het reizen.” Al surfend over het internet kwamen ze uit bij het Duitse Alfred Wegener Institut (AWI): een instituut voor onderzoek aan de oceanen en polen. Daar werd terloops geduid op het probleem van deformatie van hun onderzoekstations op de zuidpool. “Dit probleem leek ons interessant om verder te bestuderen, aangezien hier nog niet eerder onderzoek naar is verricht.”

Literatuurstudie

De twee legden het voorstel neer bij hun afstudeerhoogleraar prof.drs.ir. J.K. Vrijling. “Ondanks de vreemdheid en onbekendheid van het onderzoek kon hij geen reden geven om het niet te doen.” Hierop volgde een gedegen literatuuronderzoek, waarbij mechanica en fysica moesten worden opgehaald. Nieuwe gebieden moesten worden verkend, waarvan men op Civiel geen kennis heeft. Om te beginnen de definitie van Antarctica: een continent bestaand uit zowel land als ijs. Daarnaast moest vooral Canadese literatuur worden nageslagen over de fysische eigenschappen van ijs en sneeuw. Russische literatuur bleek ook van toepassing op het onderwerp, maar de toegangelijkheid hiervan was iets lastiger.

Lange smeltperiode

Het instituut heeft in de loop der jaren een uitgebreid programma opgezet voor alle bezoekers aan haar stations op de zuidpool, zodat deze gedegen voorbereid aankomen. Zo waren er cursussen over milieuaspecten en ondergingen Keij en Saltner uitgebreide medische keuringen. “Je weet dat het een gewilde positie is en dat veel mensen alleen maar kunnen dromen van een onderzoekspositie op Antarctica. In het begin waren we nog onzeker en verwachtten we steeds een telefoontje met een afwijzing.” Toen die uitbleef en ze op de boot van Kaapstad naar Antarctica zaten, realiseerden ze zich pas echt wat hen stond te gebeuren: “De bootreis zou ongeveer tien dagen duren, maar uiteindelijk heeft het ons 18 dagen gekost: er lag nog veel meer ijs dan verwacht. Dan pas realiseer je je hoezeer je jezelf overgeeft aan de natuur.”

Deformatie

Het doel van de reis was de levensduuranalyse van een buisvormig onderzoekstation. Constructief gegeven op Antarctica is dat iedere constructie door sneeuwaccumulatie langzaam wordt bedekt. Dit kan opgelost worden door een station op ondersteuningen te zetten en het elk jaar een stukje op te krikken. Je kunt het station echter ook laten insneeuwen en de toegangsschacht steeds verhogen. “Wij hebben een station van het tweede type onderzocht. Het blijkt namelijk dat de stations onder het gewicht van ijs en sneeuw over een langere periode in verticale, en dientengevolge ook in horizontale, richting zal deformeren. Dit heeft in het verleden al geleid tot het verlaten van een station.” De gestelde hypothese was dat een ondergesneeuwde buis zich op gelijke wijze zou gedragen als een geboorde buis in slappe klei.

Ook met kerst werd er gewerkt

Op het station hebben Saltner en Keij hun energie hoofdzakelijk gestopt in het verbeteren van de automatische registratie van de metingen. “Tijdens de boottocht naar Antarctica en daarvoor in Delft, hebben we ons beziggehouden met literatuurstudie. Maar het begint pas als je bent aangekomen op de bestemming: rekenen, meten, praten en meeleven.” Naast hun werk als onderzoekers moesten ze ook deelnemen aan dagelijkse werkzaamheden rond het station: versjouwen, schoonmaken en helpen bij keukendiensten. Iedere dag waren ze bezig, zeven dagen per week, zelfs met kerst.

Investeren in onderzoek

Het station bestaat uit twee buizen met een lengte van negentig meter, die met een verbindingsbuis een H-vorm heeft. Alle basisvoorzieningen als laboratoria, slaapplaatsen, en eetzalen zijn aanwezig en ook aan de meeste gemakken wordt gedacht: “Je zou soms vergeten dat je je op zo’n extreme plek bevindt. We hebben dit te danken aan vele miljoenen euro’s onderzoeksgeld die moeten worden geïnvesteerd in logistiek en materieel, want zonder dat zouden we hier nooit geweest kunnen zijn.” De overwinteraars hebben alles wat ze nodig hebben in het station zelf, maar de capaciteit is te klein voor alle zomergasten, dus Saltner en Keij sliepen in kleine zomerverblijven, afgezonderd van het station, op het Antartische oppervlak.

360° wit

“Het is een plek waar de mens eigenlijk niet thuis hoort.” Een merkwaardige tegenstrijdigheid viel op in hun ervaringen: gemeenschappelijkheid en totale eenzaamheid. “Op het station ben je op geen enkel tijdstip echt alleen, alle faciliteiten, inclusief douche en toiletten, worden gedeeld met anderen.” Op de vraag wat hen het meest is bijgebleven van Antarctica is de totaal vlakke, witte horizon in een gezichtsveld van 360 graden. Totale eenzaamheid die hen in haar greep kreeg op slechts een kleine wandeling van het station. “Indrukwekkend was de eigenschaduw van de aarde op de atmosfeer, die goed te zien was tijdens de eerste zonsondergang aan het einde van de zomer.”

Terugreis

Na een verblijf van drie maanden was de verscheidenheid aan kleuren van het Afrikaanse Kaapstad een welkome afwisseling met het monotome wit, alhoewel beiden met stellige overtuiging negatief reageren op de vraag of het verblijf te lang heeft geduurd. Als eerste werd in Kaapstad een bezoek gebracht aan een restaurant waar de meerderheid salade bestelde. “Het eten op het station was goed, maar het houden van voorraden verse groentes blijft onder die omstandigheden erg moeilijk.”

Toekomstplannen

Saltner: “Ik wil graag verder binnen de waterbouw. Het Insitituut heeft het voornemen om een nieuw staton te bouwen in de toekomst. Daarin zou ik graag willen meedraaien.” Keij wil zich bezighouden op het grensvlak tussen zee en land: “Offshore, baggeren of iets hieraan gerelateerd. Ik hoop dat ik de mogelijkheid krijg om in de toekomst meer van dit soort ‘gekke’ projecten te doen. De berging van de Koersk is hier een recent praktijkvoorbeeld van.”

Kroon op de studie?

“Ja”, zeggen zij in koor. Beiden zijn duidelijk erg tevreden met hun onderzoek. Saltner: “Het onderzoek is zeker meer dan technisch verantwoord. Het brainstormen en de interactie, vooral ook met onze afstudeerbegeleiders, droegen hier veel aan bij.” Keij: “Door de opgedane ervaringen ben je echt geprikkeld om iets goed af te leveren.”