Leren zweten - deel 2

1 december 2021

Zoals verwacht is er ook een andere kant aan het verhaal van het ‘leren zweten’. Het is natuurlijk prachtig en mijn geluk dat ik in een veilige omgeving ben opgeleid (zie vorige blog). Maar er is een andere kant en die kleurt wel wat zwarter. Ik merk dat daar de emoties ook makkelijk hoog oplopen. Heel recent nam ik het online op voor een opleider die naar mijn idee heel integer verwoordde dat er ook iets aan weerbaarheid en zelfredzaamheid verwacht mag worden van een dokter in opleiding. In de reacties werd me verweten dat ik ouderwets was en onterecht net deed alsof alles al zo goed geregeld was in opleidingsland. Dat zei ik helemaal niet, maar het feit dat er zo fel gereageerd werd bevestigt wel dat daar iets speelt wat mensen raakt. Naar mijn idee zit hem dat in de delicate balans tussen opleider en opgeleide, een afhankelijkheidsrelatie die versterkt wordt omdat de opleider tegelijk de beoordelaar is. Veilig leren vraagt, zeker in zo’n situatie, veel vertrouwen en die is er niet altijd. 

De scheidslijn tussen opleiden en intimideren is, als ook gezegd in mijn vorige blog, heel eng, een hele dunne scheidslijn. Niet iedereen heeft als doel je te laten groeien in je vak, sommigen willen je vooral klein maken of houden. En dan wordt het inderdaad best eng; griezelig dus. Waarom is dat zo beangstigend? En waarom is het zo lastig om deze olifant in de kamer te benoemen? Ik denk dat de sleutel zit in de macht die een medisch specialist heeft en dat niet iedere dokter daar goed mee om gaat of kan gaan. Die macht bestaat, omdat weinig anderen dan collega’s het ‘beter kunnen weten’. Zoals ook in het opleiden en ‘laten zweten’ van specialisten in opleiding. Alleen die directe collega’s kunnen enigszins tegenwicht bieden, maar elkaar aanspreken als je op gelijke voet staat is niet altijd zo makkelijk. Dus hoe voorkom je nou dat er een cultuur ontstaat waar grensoverschrijdend gedrag in kan ontstaan? En begrijp me niet verkeerd, ik denk hier niet in de eerste plaats aan actief machtsmisbruik, maar juist ook aan het makkelijk ‘te ver gaan’, zoals je ook ziet bij ontgroeningen. Waar ligt die grens tussen uitdagen en intimideren? Wat ‘hoort’ nog bij de opleiding en wat gaat de grenzen te buiten? En wordt dat erger, naarmate je langer op een voetstuk staat? Aan de andere kant van het verhaal, wat mag je aan weerbaarheid en draagkracht verwachten van een specialist in opleiding? De echte wereld is ook niet lief. Een goed verstaander kan het bedenken; dat betekent dat ‘de baas’, zoals arts-assistenten hun opleiders nog steeds noemen, integer moet zijn. Dat diegene weet dat dit spanningsveld bestaat, daarmee om leert gaan en zijn of haar macht niet misbruikt. 

Om integriteit te ontwikkelen is een gezonde dosis zelfinzicht nodig; je moet wel in staat zijn om eerlijk naar je eigen intenties en gedrag te kijken. Ook als het confronterend is. Mijn ervaring is dat niet iedereen dat kan. Ook, dat sommigen dat niet willen. En daar zit naar mijn gevoel de angel; in het ontbreken van verantwoordelijkheid nemen voor de effecten van je eigen gedrag. Bijvoorbeeld omdat je te veel met jezelf bezig bent en alleen oog hebt voor je eigen belang. Dit soort narcistisch gedrag ben ik zelf helaas ook tegengekomen en de gevolgen die ik heb gezien (en gevoeld) waren ontluisterend. De verwarring, de angst die je niet kan plaatsen, het afbreken van je zelfbeeld dankzij geraffineerde manipulaties zoals ‘gaslighting’ en isolatie (het klassieke verdeel en heers principe). De kunst is het te leren herkennen, wat niet altijd makkelijk is omdat dit manipulatieve gedrag nogal eens schuilgaat onder een zeer charmante camouflage. Even een tip: als iets te mooi is om waar te zijn, is dat meestal ook zo. Wat ik beangstigend vind, is dat er maar zo weinig van dit soort mensen nodig zijn om veel schade aan te richten. Niet alleen aan de individuen die de pech hebben onder hun invloedssfeer terecht te komen, maar ook aan de cultuur. Een goed gesprek voeren wordt onmogelijk, er is geen communicatie meer en daarmee valt alles stil: het leren, het functioneren als team en de verbinding met elkaar. Wat rechtstreeks negatieve gevolgen heeft voor de patiëntveiligheid. Als je je collega niet (meer) vertrouwt, wie vraag je dan om hulp als je twijfelt wat het beste is? Als je diep aan jezelf gaat twijfelen, durf je dan nog lastige beslissingen te nemen? Functioneer je dan nog wel? Als je constant op je hoede moet zijn of je pootje wordt gelicht, deel je dan nog informatie over (bijna) fouten? Nee, precies. Daarom is het meer dan alleen maar een persoonlijk probleem, wat onze gerichte aandacht als ‘stand der geneeskundigen’ nodig heeft.  

Auteur

Irene Grossman