FAQ
-
Het behoort tot de academische vaardigheden dat je een eigen visie ontwikkelt in confrontatie met bestaande visies en deze visie op een heldere en overtuigende wijze kunt verdedigen. Dan is het essentieel dat er een duidelijke grens is tussen jouw ideeën en die van anderen. In het volgende voorbeeld is er op twee manieren sprake van plagiaat: de student leunt te zwaar op de formuleringen van de bron en het is onduidelijk waar de eigen visie van de student begint (er staat eigenlijk geen eigen visie, maar de tekst suggereert dat de tweede en derde zin de opvatting van de student weergeven).
origineel
Wille & De Bruijn (2001: 224): “Bij openbare aanbesteding kunnen de volgende kanttekeningen worden geplaatst: de objectiviteit en transparantie van de procedure is twijfelachtig, de procedure is tijdrovend en kostbaar. Harde criteria ontbreken bij openbare aanbesteding. Daarmee is de voorspelbaarheid van de uitkomst gering. Het gevaar bestaat dat de overheid betrekkelijk willekeurig vaststelt wat het ‘beste’ is.”
bron (volgens APA) Wille, D. & Bruijn, H. de (2001). Frequentiemanagement in de mobiele telefoonsector. In: E. ten Heuvelhof, K. Kooistra & H. Stout (red.). Capaciteitsmanagement. Beslissen over capaciteit van infrastructuren (pp. 211-230). Utrecht: Lemma.
student (plagiaatversie) Volgens Wille & De Bruijn (2001) heeft openbare aanbesteding als nadeel dat de objectiviteit en transparantie van de procedure twijfelachtig is en dat de procedure tijdrovend en kostbaar is. Omdat harde criteria ontbreken bij openbare aanbesteding, is de voorspelbaarheid van de uitkomst gering. Het gevaar is aanwezig dat de overheid betrekkelijk willekeurig vaststelt wat het ‘beste’ is.
student (correcte versie: parafrase) Wille & De Bruijn (2001) zien openbare aanbesteding als een subjectieve en dure procedure. Omdat er geen harde criteria zijn, is volgens hen de keuze van de uiteindelijke uitvoerder vrij willekeurig.
student (correcte versie: citaat) Openbare aanbesteding heeft een aantal nadelen: “de objectiviteit en transparantie van de procedure is twijfelachtig, de procedure is tijdrovend en kostbaar ”( Wille & De Bruijn, 2001: 224). Omdat er geen harde criteria zijn, is volgens hen de keuze van de uiteindelijke uitvoerder vrij willekeurig. -
Het Onderwijs- en Examenreglement TBM bevat de volgende artikelen daarover:
- Examinatoren en docenten stellen de examencommissie op de hoogte in alle gevallen van een vermoeden van fraude.
- Met betrekking tot geconstateerde fraude kunnen maatregelen genomen worden die inhouden dat voor een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar aan die student het recht ontnomen wordt één of meer daartoe aan te wijzen tentamens of examens aan de instelling af te leggen.
-
Het is bijna altijd beter om te parafraseren dan om te citeren. Bij juridische onderwerpen en definitiekwesties kan de precieze formulering relevant zijn, maar in de meeste gevallen gaat het om de ideeën. Een tekst met veel en lange citaten maakt een onprofessionele indruk: alsof de schrijver alleen stukken tekst heeft verzameld in plaats van de gevonden ideeën te verwerken in een eigen betoog. Bovendien kunnen ideeën vaak korter worden weergegeven in eigen woorden. Te veel citeren kan bovendien een probleem opleveren met copyright: je mag niet zomaar grote stukken tekst of figuren overnemen die auteursrechtelijk zijn beschermd.
-
Voor algemeen bekende informatie die gemakkelijk te vinden is en onomstreden is, hoef je geen bronvermelding te geven, op voorwaarde dat je eigen woorden gebruikt. Bij twijfel of iets standaardkennis is: geef een bronvermelding. Voorbeeld In Wikipedia (geraadpleegd 11 juni 2009) vind je de volgende informatie: “De tweede wet van de thermodynamica , ook wel Tweede Hoofdwet genoemd, is een fundamentele wetmatigheid betreffende de omzetting van warmte in arbeid, die tot nu toe door alle empirische gegevens bevestigd is. Een van de meest eenvoudige, maar dan ook onvolledige uitdrukkingen van de Tweede Wet is:
· Warmte kan alleen van een voorwerp met hoge temperatuur naar een voorwerp met een lagere temperatuur stromen. Een meer wetenschappelijke formulering is:
· De entropie van een geïsoleerd systeem dat niet in evenwicht is, neemt in de loop van de tijd toe, tot het maximum voor dat geïsoleerde systeem is bereikt. De toestand met de maximale entropie is de evenwichtstoestand. Voorbeeld: wanneer één deel van een geïsoleerd systeem een hogere temperatuur heeft dan een ander deel, zal er warmte-energie stromen van het warme deel naar het koude deel, zodat het temperatuurverschil uitgevlakt wordt. Daardoor zal het systeem een staat van thermodynamische evenwichtstoestand bereiken, waarin de entropie een maximumwaarde heeft.” Gebruik in een wetenschappelijke tekst geen Wikipedia: ga liever terug naar wetenschappelijke handboeken, die betrouwbaarder zijn. Aangenomen dat je deze zelfde informatie ook in alle handboeken vindt, hoef je geen bronvermelding te geven als je in je eigen tekst opneemt:
· De tweede wet van de thermodynamica houdt in, dat warmte alleen van een voorwerp met hoge temperatuur naar een voorwerp met een lagere temperatuur kan stromen. De gebruikte woorden zijn zo algemeen, dat het in dit geval niet problematisch is dat je strikt genomen niet je eigen woorden gebruikt. Riskanter wordt het als je een langer en specifieker stuk tekst overneemt, ook al is de inhoud nog steeds algemeen bekend: · De tweede wet van de thermodynamica houdt in, dat de entropie van een geïsoleerd systeem dat niet in evenwicht is, toeneemt in de loop van de tijd, tot het maximum voor dat geïsoleerde systeem is bereikt. De toestand met de maximale entropie is de evenwichtstoestand. Omdat je de oorspronkelijke formulering vrijwel geheel overneemt, is het beter een bronvermelding te geven. Dat geldt zeker als je hieraan ook nog het gegeven voorbeeld zou toevoegen: · De tweede wet van de thermodynamica houdt in, dat de entropie van een geïsoleerd systeem dat niet in evenwicht is, toeneemt in de loop van de tijd, tot het maximum voor dat geïsoleerde systeem is bereikt. De toestand met de maximale entropie is de evenwichtstoestand.
Voorbeeld: wanneer één deel van een geïsoleerd systeem een hogere temperatuur heeft dan een ander deel, zal er warmte-energie stromen van het warme deel naar het koude deel, zodat het temperatuurverschil uitgevlakt wordt. Daardoor zal het systeem een staat van thermodynamische evenwichtstoestand bereiken, waarin de entropie een maximumwaarde heeft (Tweede hoofdwet … 2009)
Literatuurlijst Tweede hoofdwet van de thermodynamica - Wikipedia.(2009, 27-06-2009). Retrieved 29-06-2009 from nl.wikipedia.org/wiki/Tweede_Hoofdwet -
Ofschoon de informatie in Wikipedia meestal vrij betrouwbaar is, is het geen wetenschappelijke bron. Het gebruik ervan geeft de tekst een onwetenschappelijk tintje. Ga liever terug naar de oorspronkelijke bronnen of handboeken. Vaak vind je die onderaan de pagina. Als je Wikipedia gebruikt, moet je wel een verwijzing geven, anders is het plagiaat.
-
Er zijn honderden systemen, bovendien hebben wetenschappelijke tijdschriften vaak hun eigen variant. Een docent kan een bepaalde stijl voorschrijven, bijvoorbeeld een van de vier meest gebruikte systemen:
- APA
- Chicago Manual of Style
- Harvard
- nummerstijl (bijv. IEEE)
Zie TULIB voor voorbeelden van elk van deze stijlen. Het is lastig om een stijl volledig correct toe te passen, tenzij je een programma als Endnote daarvoor gebruikt. Wees in elk geval consequent en zorg ervoor dat je elementen die in alle systemen vereist worden ook daadwerkelijk toepast: van paginanummers bij een artikel tot plaatsnaam bij een boek. Zie Rapportagetechniek voor voorbeelden van een consequente stijl.
-
Endnote is een zeer handig database-programma voor het opslaan van bronnen. Met enkele klikken kun je zoekresultaten uit Scopus, Web of Science of andere databases invoeren, een bronvermelding in de tekst plaatsen en tegelijkertijd automatisch een literatuurlijst opbouwen: cite while you write. Zie http://www.endnote.com/www.endnote.com. Je kunt gemakkelijk van het ene systeem (bijvoorbeeld nummers) naar het andere overstappen (bijvoorbeeld APA). Je kunt ook andere programma’s gebruiken zoals Zotero of Reference Manager, maar Endnote is gratis te downloaden via Blackboard (studentinfo) en wordt ondersteund door de TU Library. Klik hier. Zeker aan te raden voor je master thesis, maar ook als je eerder een literatuurstudie doet.
-
Je mag alleen naar informatie verwijzen die je niet zelf hebt gezien, als je duidelijk aangeeft dat je uit de tweede hand citeert. Als je een idee van Jansen (2006) hebt aangetroffen in Pietersen (2007), verwijs je als volgt: Jansen (2006, geciteerd in Pietersen, 2008). In de literatuurlijst neem je alleen het werk op dat je gezien hebt, dus Pietersen (2008). Voorbeeld:
· De infrarood thermometer is het beste instrument voor temperatuurmeting. Het is snel en accuraat. De aanschafkosten zijn hoog, maar doordat het apparaat een langere levensduur heeft is dit in het gebruik het goedkoopst (Rosseel & Sanders 1997, geciteerd in Van Achterberg et al., 1999). Ga altijd op zoek naar de originele bron, alleen als je die echt niet kunt vinden, kun je deze constructie toepassen. -
Een tekst die vooral verwijzingen naar internetbronnen geeft, is weinig wetenschappelijk. Natuurlijk zijn sommige internetbronnen betrouwbaar, omdat er een betrouwbare organisatie achter staat (bijvoorbeeld www.cbs.nl). Bedenk wel dat op de site van een betrouwbare organisatie (bijvoorbeeld de TU Delft) ook minder betrouwbare informatie kan staan van een individuele medewerker. Zorg in elk geval voor een precieze verwijzing naar de bron, met dezelfde gegevens als bij een normale publicatie maar aangevuld met de datum van raadpleging. Bijvoorbeeld:
• Rijden op bio-ethanol. http://www.biogas.nl/rijden-op-bio%11ethanol/www.biogas.nl/rijden-op-bio%11ethanol/ .Geraadpleegd 27 juni 2009
• National report on the joint convention on the safety of spent fuel management and on the safety of radioactive waste management (juni 2009). Retrieved 26 June 2009 from http://www.vrom.nl/pagina.html?id=2706&sp=2&dn=9190www.vrom.nl/pagina.html De verwijzing in de tekst naar een webpublicatie met een lange titel wordt meestal afgekort: (zie National report on the joint …, 2009). In je literatuurlijst zet je de complete verwijzing. -
Als het artikel zowel op papier bestaat als in een digitale versie, is geen URL nodig en geen datum van raadpleging. Voeg eventueel "Electronic version" toe na de titel. Whitmeyer, J.M. (2000). Power through appointment [Electronic version]. Social Science Research, 29, 535-555.
-
Wanneer je informatie overneemt uit onderwijsmateriaal, bijvoorbeeld Powerpointslides van de docent, readers en dergelijke moet je op de normale manier een verwijzing geven. Alleen als het om algemeen bekende informatie gaat, weergegeven in je eigen woorden, is geen verwijzing nodig. Bij twijfel: altijd een bronvermelding geven! Voorbeeld: Ubacht, J. (2009) Powerpointslides bij SPM3430 Beleid, Economie en Recht ICT-domein. Delft, TUD, Faculteit TBM.
-
Een heel hoofdstuk baseren op één bron is niet aan te raden. Als het niet anders kan, neem dan aan het begin van het hoofdstuk een zin op als: “Alle informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op Bron X (20XX).” Dit in plaats van voortdurend een verwijzing naar dezelfde bron te geven. Nog steeds geldt dat je wel je eigen woorden moet gebruiken!
-
Als je meer dan twee opeenvolgende woorden uit een tekst overneemt, of een term overneemt die op een unieke manier wordt gebruikt in de bron, is het meestal geen aanvaardbare parafrase. In het onderstaande voorbeeld zijn te veel oorspronkelijke formuleringen overgenomen. Bovendien zijn ‘geraamte’ en ‘vlees en bloed’ zulke cruciale termen uit het origineel, dat de student niet de indruk mag wekken die termen zelf bedacht te hebben. Dat geldt veel minder voor termen als ‘functieomschrijving’. Merk op dat de scheidslijn tussen de visie van de auteurs en die van de student onduidelijk is: de tweede zin lijkt ten onrechte de visie van de student. Bovendien is de verwijzing niet correct.
origineel (Rosenthal e.a. 1996:164) “Als wij de organisatiestructuur als het geraamte van een organisatie opvatten, dan is de organisatiecultuur het vlees en bloed. De cultuur bepaalt mede of de mensen zich al dan niet laten leiden door formele functieomschrijvingen, organisatorische scheidslijnen tussen afdelingen en hiërarchische niveaus.” bron Rosenthal, U., Ringeling, A.B., Bovens, M.A.P., Hart, P. ‘t , & Twist, M.J.W. van (1996). Openbaar bestuur. Beleid, organisatie en politiek. 5e dr. Alphen aan den Rijn: Samson.
studentversie (plagiaat) Als de structuur van de organisatie van de TU-Delft wordt gezien als het geraamte, dan is de cultuur het vlees en bloed5. De cultuur is mede bepalend of de medewerkers zich al dan niet laten leiden door formele functieomschrijvingen, organisatorische scheidslijnen tussen faculteiten en hiërarchische niveaus. 5 Uitg. Samson, Openbaar bestuur, vijfde druk 1996, Rosenthal, Ringeling, Bovens, ‘t Hart en van Twist, pag. 164
student (correcte versie)
Volgens Rosenthal e.a. (1996:164) kunnen we de organisatiestructuur opvatten als het “geraamte” van een organisatie en de organisatiecultuur als “het vlees en bloed”. Volgens hun gedachtegang zou de TU-cultuur bepalen of de medewerkers zich laten leiden door formele functieomschrijvingen, organisatorische scheidslijnen tussen de faculteiten en hiërarchische niveaus.
-
Zet achter de titel een verwijzing: uit Janssen (2009:124).
-
Onderstaande lijst is opgesteld volgens het APA-systeem en bevat verschillende typen bronnen (boek, rapport, tijdschriftartikel, hoofdstuk in bundel, internetbron). Literatuur Lagendijk, A. (2008). Survival guide for scientists. Amsterdam: Amsterdam University Press. RIVM (2004). Milieu- en natuureffecten Nota Ruimte. Bilthoven. RIVM-rapport 711931009. Tidwell, L.C., & Walther, J.B. (2002). Computer-mediated communication effects on disclosure, impressions, and interpersonal evaluations: Getting to know one another a bit at a time. Human Communication Research, 28(3), 317-348. Wille, D. & Bruijn, H. de (2001). Frequentiemanagement in de mobiele telefoonsector. In: E. ten Heuvelhof, K. Kooistra & H. Stout (red.). Capaciteitsmanagement. Beslissen over capaciteit van infrastructuren (pp. 211-230). Utrecht: Lemma. Winden, P. de & Kloek, W. (2004). De dynamische industrie. http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/F2DC1A2E-A977-49A0-915E-3B61CD94A6F2/0/f040301.pdfwww.cbs.nl/NR/rdonlyres/F2DC1A2E-A977-49A0-915E-3B61CD94A6F2/0/f040301.pdf . Geraadpleegd 30 juni 2009.
-
Op diverse punten in het onderwijsprogramma wordt het werk van de student gescand door een plagiaatscanner. Twee plagiaatscanners worden naast elkaar gebruikt: SafeAssign en TurnItIN. Ook gebruiken docenten weleens een zoekmachine als ‘Google’ om een tekst te scannen op brongebruik. Meer informatie: TUDelft, fraude en plagiaat.
-
Het opnieuw gebruiken van een tekst van jezelf, of grote delen daarvan, bijvoorbeeld voor een ander vak of een ander tijdschrift, is een vorm van fraude, tenzij je aan het begin een vermelding opneemt als: ‘deze tekst is eerder in gewijzigde vorm verschenen in …..’. Ook kun je de vorige publicatie behandelen als een normale bron die je beknopt parafraseert, mét bronvermelding.
-
In APA verwijs je naar audiovisuele middelen op dezelfde manier als naar een boek, maar voeg je het type bron toe tussen […]:
Auteur(s)/(Producer(s), (Jaar/datum uitzending).Titel [.....]. Plaats van uitgave: Productiemaatschappij.
Invullen: [Tv uitzending] of [Film] of [Videotape] of [Cd-rom].
Zie voor voorbeelden: http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/11/owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/11/
Verwijzingen in wetenschappelijke teksten moeten gemakkelijk te controleren zijn. Informatie van de televisie voldoet vaak al na korte tijd niet meer aan dit criterium.