Eerstejaars veldwerk
Katarina Kovacevic
Met de komst van beter weer, brengt het vierde kwartaal van het academische jaar ook excursies en veldwerk voor de eerstejaars studenten. Zo krijgen we in het eerste jaar al de kans om de opgedane kennis uit de colleges in de praktijk te brengen tijdens de geologische excursie naar de Ardennen en de Eifel.
Ontdekken van rotsformaties
Tijdens het wandelen door het landschap hebben we veel geleerd over de geologische geschiedenis van België, Duitsland en Luxemburg door rotsformaties te bestuderen die we op ons pad tegen kwamen. Een speciaal kenmerk van deze gebieden is dat, ondanks dat ze dicht bij elkaar liggen, er zeer verschillende type gesteentes gevonden worden. Zo bestaan de Ardennen voornamelijk uit sedimentaire gesteentes, zoals zand- of kalksteen, terwijl in de Eifel, maar 150 kilometer verderop, er zich een oud vulkanisch massief bevind.
Soms stonden we voor een grote rotsformatie, op zoek naar afgebrokkelde stukjes die we open zouden kunnen maken met onze geologische hamer om het van dichtbij te bestuderen. Andere keren vergaapte we ons aan de enorme formaties die links en rechts van ons opdoemde. Het was een echte openbaring hoe veel je kan ontdekken door een gesteente van dichtbij te bekijken.
Combinatie van veldwerk en colleges
Door de onderwerpen uit de geologiecolleges zo in het echt te zien, kregen we een goed beeld van de stof. Ook al is het soms moeilijk om deze gebieden en de geologische geschiedenis compleet in kaart te brengen, aan het eind van de excursie viel het allemaal op zijn plaats. Daarom is het veldwerk zo’n leuke en goede aanvulling in het eerste jaar. Je leert een andere manier van denken, want het is soms net een puzzel oplossen!