Wat ga ik leren?
Als Bouwkundestudent werk je om het kwartaal aan een groot ontwerpproject in een ontwerpmodule van 10 studiepunten. In grote atelierruimtes krijg je ontwerpbegeleiding en houd je tussen- en eindpresentaties. In de andere modules, van 5 studiepunten, volg je colleges en werkgroepen, en werk je toe naar tentamens en het inleveren van opdrachten, portfolio’s en papers.
Je bent dus bezig met ontwerpen, techniek én theorie. Daarom spelen creativiteit en ruimtelijk inzicht een grote rol. Tijdens de studie combineer je vaardigheden zoals analyseren, onderzoeken, ontwerpen en berekenen. Ook leer je helder te presenteren in zowel woord als beeld.
Opbouw van de bachelor
De bacheloropleiding duurt 3 jaar (180 studiepunten) en bestaat uit zes semesters. Vijf daarvan hebben een vastgesteld programma, één periode is vrij in te vullen (de minor). Tijdens de opleiding is er veel aandacht voor (reflectie op) je persoonlijke ontwikkeling, in het bijzonder tijdens de onderwijsvrije persoonlijke-ontwikkelingsweken die halverwege elk semester worden aangeboden.
Maatschappijleer & BK
Het is belangrijk dat je weet wat er speelt in de maatschappij en hier interesse in hebt. Hoe beter je dit weet, hoe meer je hier rekening mee kunt houden in je ontwerpen.
Vakverdeling
33% ontwerpen
14% technologie
17% wetenschap en vaardigheden
11% grondslagen
8% maatschappij
17% vrije keuze (minor)
De vierentwintig modulen maken deel uit van een van de vijf leerlijnen, die de rode draad van het programma vormen.
- Ontwerpen (6 modules van elk 10 studiepunten)
- Wetenschap en Vaardigheden (6 modules van elk 5 studiepunten)
- Technologie (5 modules van elk 5 studiepunten)
- Grondslagen (4 modules van elk 5 studiepunten)
- Maatschappij (3 modules van elk 5 studiepunten)
In het eerste jaar ontwikkel je een wetenschappelijke denk- en werkhouding en maak je kennis met bouwkunde als wetenschappelijke discipline. Je leert ontwerpen, handtekenen, maquettes maken en digitaal tekenen. De ontwerpprojecten richten zich op de schaal van het gebouw en zijn omgeving: 'Huis en verankering in het landschap’ en 'Ontwerp en techniek’. Daarnaast doe je basiskennis op over onder meer: techniek, mechanica, bouw- en draagconstructies, klimaatontwerp, geschiedenis en basisbegrippen in de bouwkunde.
In het tweede jaar ligt de nadruk op de gebouwde omgeving en de relatie met maatschappelijke vraagstukken. In de ontwerpprojecten en in Grondslagen komt dat tot uiting in de wat grotere schaal en toegenomen complexiteit: het ontwerpproject 'Stad en openbare ruimte' gaat over de schaal van straten, parken, pleinen en het verband daartussen, het ontwerpproject 'Woongebouw en woonomgeving' over de transformatie van een bestaand woongebied.
De modules uit de leerlijn 'Maatschappij' behandelen het bouwproces in relatie tot sociale duurzaamheid, de woningbouwproblematiek en stedelijke herontwikkeling. De technologiemodule gaat over de integratie van verschillende technische aspecten rond de woningbouw. In de WV-modules schrijf je voor het eerst een wetenschappelijk paper en leer je over verschillende methodes in wetenschappelijk onderzoek.
Het derde jaar begint met een vrij in te vullen minor, binnen de opleiding Bouwkunde of aan een andere opleiding. In het laatste semester van de bachelor staat de integratie van alle deelgebieden centraal in het Bachelor Eindproject (BEP). Het eerste kwartaal gaat over gebiedsontwikkeling, ruimtelijke planning en vastgoedbeheer. In een rollenspel ontwikkel je een gezamenlijke visie en strategie voor een stedelijke herontwikkelingsopgave. In het tweede kwartaal bouw je hierop voort in een ontwerp voor een complex openbaar gebouw, bijvoorbeeld een museum, met extra aandacht voor de samenhang tussen architectuur, bouwtechniek en duurzaamheid. Een belangrijk onderdeel van de BEP is reflectie op je ontwikkeling en het ontwerpproces. Dit doe je in de vorm van twee geschreven teksten.
De vierentwintig modulen maken deel uit van een van de vijf leerlijnen, die de rode draad van het programma vormen.
- Ontwerpen (6 modules van elk 10 studiepunten)
- Wetenschap en Vaardigheden (6 modules van elk 5 studiepunten)
- Technologie (5 modules van elk 5 studiepunten)
- Grondslagen (4 modules van elk 5 studiepunten)
- Maatschappij (3 modules van elk 5 studiepunten)
In het eerste jaar ontwikkel je een wetenschappelijke denk- en werkhouding en maak je kennis met bouwkunde als wetenschappelijke discipline. Je leert ontwerpen, handtekenen, maquettes maken en digitaal tekenen. De ontwerpprojecten richten zich op de schaal van het gebouw en zijn omgeving: 'Huis en verankering in het landschap’ en 'Ontwerp en techniek’. Daarnaast doe je basiskennis op over onder meer: techniek, mechanica, bouw- en draagconstructies, klimaatontwerp, geschiedenis en basisbegrippen in de bouwkunde.
In het tweede jaar ligt de nadruk op de gebouwde omgeving en de relatie met maatschappelijke vraagstukken. In de ontwerpprojecten en in Grondslagen komt dat tot uiting in de wat grotere schaal en toegenomen complexiteit: het ontwerpproject 'Stad en openbare ruimte' gaat over de schaal van straten, parken, pleinen en het verband daartussen, het ontwerpproject 'Woongebouw en woonomgeving' over de transformatie van een bestaand woongebied.
De modules uit de leerlijn 'Maatschappij' behandelen het bouwproces in relatie tot sociale duurzaamheid, de woningbouwproblematiek en stedelijke herontwikkeling. De technologiemodule gaat over de integratie van verschillende technische aspecten rond de woningbouw. In de WV-modules schrijf je voor het eerst een wetenschappelijk paper en leer je over verschillende methodes in wetenschappelijk onderzoek.
Het derde jaar begint met een vrij in te vullen minor, binnen de opleiding Bouwkunde of aan een andere opleiding. In het laatste semester van de bachelor staat de integratie van alle deelgebieden centraal in het Bachelor Eindproject (BEP). Het eerste kwartaal gaat over gebiedsontwikkeling, ruimtelijke planning en vastgoedbeheer. In een rollenspel ontwikkel je een gezamenlijke visie en strategie voor een stedelijke herontwikkelingsopgave. In het tweede kwartaal bouw je hierop voort in een ontwerp voor een complex openbaar gebouw, bijvoorbeeld een museum, met extra aandacht voor de samenhang tussen architectuur, bouwtechniek en duurzaamheid. Een belangrijk onderdeel van de BEP is reflectie op je ontwikkeling en het ontwerpproces. Dit doe je in de vorm van twee geschreven teksten.