Humans of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science
Dominique van den Bosch
Promovendus bij TU Delft en wiskundedocent bij het Picasso Lyceum Zoetermeer
Waar onderwijs wordt gegeven is het belangrijk om onderwijs te blijven innoveren. Studenten, en hun interesses en passies veranderen continu, en wij moeten met hen blijven veranderen. Daarom laten we nu Humans of EEMCS aan het woord die zich actief inzetten voor het verbeteren van ons onderwijs.
“Ik maak mezelf ontzettend zorgen over de wiskundeangst die leerlingen in mijn klas ervaren. Vanaf het moment dat ik begon met lesgeven, en dat is al jaren geleden, zie ik heel veel leerlingen angstig reageren op een wiskundige uitleg of tijdens het maken van een opdracht. Bij een toets kun je je wel voorstellen dat er veel stress ontstaat, maar ook bij hele kleine dingen zie ik dat leerlingen helemaal dichtklappen. Het doet mij verdriet om te zien dat sommige leerlingen al emotioneel worden bij het maken van een huiswerkopgave.
Tijdens mijn masterthesis heb ik besloten om verder onderzoek te doen naar deze wiskundeangst. Ik heb 888 leerlingen geïnterviewd en uit dit onderzoek kwam bijvoorbeeld naar voren dat 5% van de leerlingen al een bepaalde mate van stress ervaarde als ze alleen het woord ‘wiskunde’ hoorden. Bij het openen van het wiskundeboek was dit 10%. Hoe kan ik dit als wiskundedocent in mijn lessen overbruggen? Dat is bijna een onmogelijke taak.
Mijn thesis heeft ertoe geleid dat ik nog meer vragen heb gekregen over dit probleem. Om deze reden heb ik een aanvraag gedaan voor een promotiebeurs voor leraren bij het NWO. De promotiebeurs is aan mij toegewezen en ik ben in september begonnen met mijn promotietraject. Op dit moment geef ik twee dagen per week les en doe ik drie dagen per week onderzoek bij EWI.
Het eerste onderdeel van mijn promotietraject bestaat uit een literatuuronderzoek naar de factoren die een rol spelen bij het ontstaan van wiskundeangst, naar de gevolgen van wiskundeangst en naar manieren om wiskundeangst te voorkomen of te verhelpen. Eén van de dingen die ik onderzoek is de vergelijking van wiskundeangst met andere academische angsten. In mijn klas heb ik voorbeelden gezien van leerlingen die bij wiskunde helemaal dichtklappen en niks opschrijven, maar bij andere vakken zeer weinig stress ervaren. Ik wil onderzoeken wat wiskunde onderscheidt ten opzichte van andere vakken. Andere academische angsten bestaan ook, zoals angst voor taalvaardigheden. Het lijkt wel dat de gevolgen van wiskundeangst groter kunnen zijn. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat leerlingen die wiskundeangst ervaren slechter presteren en uiteindelijk wiskunde ook echt gaan ontwijken. Zij maken bijvoorbeeld hun huiswerk niet of kiezen een vakkenpakket waar zo weinig mogelijk wiskunde in voorkomt. Het gevolg is dat hun kennisachterstand groter wordt en hun prestatie nog verder daalt. Dit heeft grote gevolgen voor leerlingen, want hierdoor kiezen zij uiteindelijk een opleiding waar weinig wiskunde in voorkomt. Dit is op veel vlakken zorgelijk.
In mijn klassen wil ik leerlingen laten inzien dat wanneer één toets niet lukt, dit een momentopname is en dat zij dit los moeten zien van wie zij zijn. Daarnaast zou ik graag de samenleving, docenten en wetenschappers wakker willen schudden en zeggen: pas alsjeblieft op, wiskundeangst speelt in het onderwijs en het is een groot probleem. Lees je goed in en wees voorzichtig met wat je – als docent - uitstraalt naar leerlingen en hoe jij leerlingen benadert. Dat is belangrijk voor onze universiteit en voor de maatschappij. We hebben namelijk leerlingen nodig die enthousiast zijn over wiskunde en een technische richting kiezen, of zelfs wiskundedocent worden.”