Humans of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science
Arno Smets
Professor in Photovoltaic Materials and Devices
Waar onderwijs wordt gegeven is het belangrijk om onderwijs te blijven innoveren. Studenten, en hun interesses en passies veranderen continu, en wij moeten met hen blijven veranderen. Daarom laten we nu Humans of EEMCS aan het woord die zich actief inzetten voor het verbeteren van ons onderwijs.
Goed onderwijs begint met inspiratie. Want als een student geïnspireerd is, dan gaat het leren vanzelf. Dus het is ook heel belangrijk dat een docent zelf lol heeft in wat hij doet, alleen zo kun je iemand inspireren om zelf plezier te hebben met de lesstof. Daarnaast, in ieder persoon zitten briljante ideeën. Het is dan alleen nog een kwestie van de student zelfvertrouwen geven, om deze ideeën er uit te laten komen.
Terugkijkend op mijn eigen opleiding heb ik het gevoel dat ik tijdens 'tekenen' op de middelbare schooltijd misschien wel het meeste geleerd heb. Mijn leraar toen inspireerde me om dingen vanuit verschillende perspectieven te bekijken, en dus creatief te zijn. Die creativiteit is een belangrijk onderdeel geworden van zowel mijn onderwijs als mijn onderzoek. Het is alleen zo jammer dat we in het onderwijs voornamelijk competenties beoordelen die goed te meten zijn, en creativiteit kun je niet zo makkelijk meten. Daarom is het geen ‘belangrijk’ onderdeel van ons curriculum nu. Misschien is dat een gemiste kans. Juist als wetenschapper of ingenieur ben je er erg bij gebaat om dingen soms over een andere boeg te gooien, en een probleem op een originele manier proberen op te lossen.
Ongeveer tien jaar geleden startte ik met 'flipping the classroom', een onderwijsmodel waarbij het 'zenden' buiten
collegetijd gebeurt, bijvoorbeeld met video's, en het college wordt omgedraaid tot een werkgroep waarbij studenten samen aan problemen gaan werken en onderling discussie voeren. Hopelijk zodat studenten samen optrekken in de vraag hoe je een probleem moet aanpakken. En als ik merk dat een bepaald concept niet goed wordt begrepen, geef ik alsnog een mini-college. Deze flexibiliteit maakt mijn lessen dynamisch en effectief. Voor mijn vakken heeft dat heel goed gewerkt. Ik merk met name dat de studenten die normaal kantje boord slagen voor hun examens -- vooral omdat ze heel 'efficiënt' zijn en precies genoeg doen -- nu meer uit de lesstof halen omdat ze meer geprikkeld worden.
De eerste keer dat ik dit nieuwe model toepaste, was ik behoorlijk nerveus. "Gaat dit wel werken?" vroeg ik mezelf af. Gelukkig wel. Maar, dat gezegd hebbende: elke docent moet zijn of haar persoonlijke onderwijsstijl vinden. Toch moedig ik collega's aan om creatief en innovatief te zijn in hun onderwijsmethoden.
Het succes van ‘flipping the classroom’ hangt sterk af van goed voorbereidend materiaal. Gelukkig was ik precies rond dezelfde tijd begonnen met het ontwikkelen van een MOOC (massive online open course) over zonne-energie, een van de eerste op onze universiteit en in Europa trouwens. Dat was nogal een uitdaging: er waren nog helemaal geen designregels voor het maken van MOOCs, en ik moest een volledige collegereeks opknippen in 80 korte video’s. Het was bovendien behoorlijk spannend om materiaal te maken dat wereldwijd bekeken zou worden. De MOOC werd een succes met meer dan een half miljoen deelnemers.
Na 10 jaar begon de inhoud van de MOOC wel wat ouderdomsverschijnselen te tonen. Dus heb ik onlangs een nieuwe MOOC opgenomen: ongeveer 120 nieuwe video's, die ik ook flexibel kan inzetten voor mijn vakken. Een ander groot voordeel van het gebruik van video's is dat studenten zelf het tempo kunnen bepalen. Sommigen bekijken de video's sneller, terwijl anderen moeilijke onderdelen vaker herhalen. Bij een traditioneel college is dit moeilijk: dan geef je les in het gemiddelde tempo van alle studenten, en dus voor sommigen te snel, en voor anderen juist te langzaam.
Momenteel ben ik als directeur extension school education betrokken bij de ontwikkeling van online onderwijsprogramma voor levenslang leren. . Daarnaast begeleid ik op dit moment een interessant innovatie project dat het concept van learning communities in de energie transitie toepast en onderzoekt. Dit project streeft ernaar een brede groep mensen samen te brengen, van universiteitsstudenten tot MBO-studenten, professionals uit de industrie; experts, lifelong learners en burgers om samen te werken aan -complexe uitdagingen buiten de traditionele leer- of werkomgeving van het onderwijsinstituut en/of bedrijf. Door diverse groepen samen te brengen, creëren we een nieuwe leeromgeving waarin inspiratie en samenwerking centraal staan. Dan kom je terug op wat ik eerder zei: leren gaat echt sneller als iets of iemand je inspireert. Of misschien nog simpeler: als je samen plezier hebt.