‘Ik keek naar dingen waar ik blij van word’
Eva van der Weegen, vierdejaars Bachelor Civiele Techniek
“Bij het kiezen van mijn studie ben ik eerst gaan elimineren. Economie vond ik bijvoorbeeld niet zo interessant en ik wilde ook niet de medische kant op. Vervolgens ben ik gaan kijken naar dingen waar ik wel blij van word. Nu, maar ook in het verleden.
Van jongs af aan heb ik al een fascinatie voor bouwwerken. Ik herinnerde me een project uit de brugklas waarbij we een papieren brug moesten bouwen. Dat vond ik ontzettend interessant, met name hoe structuur, gewicht en architectuur zich tot elkaar verhouden.
Goed beeld van studie en sfeer
Aanvankelijk twijfelde ik tussen Bouwkunde, Civiele Techniek en Industrieel Ontwerpen. Ook wist ik nog niet waar ik precies wilde studeren. Ik ben zowel in Eindhoven als Delft naar open dagen gegaan en heb een aantal meeloopdagen gevolgd. Hierdoor kreeg ik een goed beeld van de studies en de studieomgeving.
Ook de sfeer speelde mee bij m’n studiekeuze
Uiteindelijk vond ik Bouwkunde iets te vaag en Industrieel Ontwerpen teveel gericht op kleinere vraagstukken. Alleen van Civiele Techniek werd ik heel enthousiast, daar viel mijn keuze dus op. Wat ook meespeelde waren de leuke sfeer en mensen op de TU Delft. Met sommige studenten met wie ik meeliep, heb ik nog lang contact gehad.
Doel voor ogen houden
Ik heb mijn studie niet gekozen met het idee om lekker te gaan feesten. Studeren aan de TU doe je er niet even bij. Natuurlijk is er tijd voor gezelligheid, maar de focus moet echt liggen op de studie. Zeker het tweede jaar is erg pittig. Het gemiddelde slagingspercentage van tentamens op deze studie is 50 procent, bij sommige tentamens zelfs 25 procent.
Als ik een tentamen dan niet haal, zinkt de moed me weleens in de schoenen. Zeker als ik er hard voor geleerd heb. Wat dan enorm helpt is om met medestudenten te praten over hoe zij iets ervaren en om je doel voor ogen te houden. Als je iets echt graag wilt bereiken, kom je er ook met wat tegenslagen onderweg.”