‘M’n ouders speelden een belangrijke rol bij m’n keuze’

“Ik ben ruim op tijd begonnen met oriënteren, ergens in vwo 5 al. Dat werd vanuit school ook erg gestimuleerd. We kregen vrij om naar open dagen te gaan en meeloopdagen te doen. Van die gelegenheid heb ik dan ook goed gebruik gemaakt.
Ik heb vooral gekeken naar vakken die ik interessant vind, zoals aardrijkskunde, natuurkunde en scheikunde. Zo kwam ik uit bij Aardwetenschappen aan Universiteit Utrecht en Applied Earth Sciences aan TU Delft. Omdat de toegepaste kant me meer aanspreekt, heb ik gekozen voor AES. Bovendien leek Delft me een leuke stad om te studeren.

Nooit 100 procent match

Door de meeloopdagen kwam ik er ook achter dat een studie nooit voor 100 procent aan je wensen kan voldoen. Dat is ook niet erg. Omdat de studie me in z’n geheel aanspreekt, kan ik me zelfs voor vakken die ik minder leuk vind, zoals wiskunde, goed motiveren.

Ouderlijk advies en carrièrekansen

Bij mijn keuze speelden mijn ouders een belangrijke rol. Ze gingen mee naar open dagen, waardoor ook zij een goed beeld kregen van de studies. Vervolgens bespraken we samen waar we wel en niet enthousiast van werden. De uiteindelijke keuze heb ik zelf gemaakt, ze hebben me niet gepusht.

Ook m’n kansen op een baan heb ik meegewogen. Door alle ontwikkelingen rondom milieu, klimaat en duurzaamheid is mijnbouw toch een beetje een uitstervende industrie. 
Gelukkig gaat de opleiding goed met de tijd mee, ook hergebruik van grondstoffen komt bijvoorbeeld aan bod.

Meer eigen verantwoordelijkheid

Vooraf was ik me ervan bewust dat een studie veel eigen verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Minder lesuren betekent meer je eigen studietijd indelen. Om me heen zie ik dat niet iedereen daar goed mee kan omgaan. Voor wie gebaat is bij structuur, is het handig om vooraf even goed te kijken naar het aantal contacturen.

Wat heel fijn is aan de universiteit, is dat de mensen om je heen in hetzelfde schuitje zitten. Je hebt tegelijkertijd tentamens en na colleges kun je met studiegenoten huiswerk maken. Zo help je elkaar door moeilijke vakken heen. En als je een keer samen gaat feesten, zit je een paar dagen later net zo hard weer samen aan de studie.”