Nederlandse gasnetbeheerders krijgen steeds vaker te maken met factoren die de veiligheid van het gasnetwerk beïnvloeden, zoals verschillende kwaliteiten gas die niet zomaar gemengd kunnen worden, buizen die vervangen moeten worden, nieuwe technologieën en wijzigingen in taken en bevoegdheden van betrokken partijen. Netbeheer Nederland, de brancheorganisatie van alle elektriciteit- en gasnetbeheerders wil hier proactief op kunnen reageren. De TU Delft werkt daarom al sinds 2014 samen met Netbeheer Nederland en andere stakeholders om kennis uit te wisselen en vraagstukken in kaart te brengen. TBM onderzoekers Genserik Reniers en Rolf Künneke werken respectievelijk aan veiligheids- en reguleringsmodellen om de veiligheid van gasdistributienetwerken te waarborgen onder veranderende institutionele en technologische omstandigheden.

Regulering

Het onderzoek naar regulering richt zich op de veiligheid binnenshuis, de veranderende gaskwaliteit en hoe om te gaan met decentralisering en variëteit van gasaanvoer. Een belangrijke vraag is waar de verantwoordelijkheden liggen voor veiligheidscontroles. Wie checkt bijvoorbeeld de gasleidingen binnenshuis? Is dit een taak voor de distributiebedrijven, gemeenten of voor marktpartijen? Künneke: ‘Sinds de liberalisering van de gassector worden er geen standaard gascontroles uitgevoerd ‘achter de meter’ in huizen. Dit deden voorheen de distributiebedrijven, bijvoorbeeld wanneer een huis van eigenaar wisselde. Ook hebben we te maken met steeds meer verschillende kwaliteiten van gas die aangeboden worden door uiteenlopende marktpartijen. Vroeger kwam het meeste gas uit Groningen en daarom zijn onze gasfornuizen en cv-ketels ook ingesteld op deze specifieke gaskwaliteit. Nu maken we meer gebruik van duurzame gassen en importeren we meer gas, bijvoorbeeld uit Rusland.  Deze gassen hebben een andere samenstelling en verbrandingswaarde dan het Groninger gas. Om de veiligheid te kunnen borgen moet de gaskwaliteit worden aangepast aan de vereisten van de verbrandingsapparatuur, of omgekeerd. Dit probleem wordt nog urgenter, nu de gasproductie uit Groningen wordt uitgefaseerd en de diversiteit van het aanbod verder toeneemt. Potentieel zorgt dit voor verhoogde veiligheidsrisico’s. Nu is er niet meteen reden voor paniek, want er is nauwelijks sprake van fatale incidenten, maar het is wel zaak deze risico’s goed in kaart te brengen en de verantwoordelijkheden te heroverwegen’. En dat gebeurt dan ook in modellen die hier gemaakt worden.

Aardgasvrije wijken

In de modellen is er naast veiligheid, aandacht voor efficiëntie, duurzaamheid en ethische dilemma’s. Hierin moeten constant afwegingen worden gemaakt. Een actueel voorbeeld hiervan zijn de afwegingen die spelen bij de realisatie van aardgasvrije wijken. “Een plaatselijke afbouw of herbestemming van gasnetwerken dient op een veilige manier te worden gerealiseerd. Hierbij moeten niet alleen afwegingen worden gemaakt tussen duurzaamheid, efficiëntie, en veiligheid van onze energievoorziening. Ook ethische dilemma’s spelen een belangrijke rol, bijvoorbeeld de verdeling van baten en lasten tussen burgers, bedrijven en overheden. Voor de borging van veiligheid zijn ook dergelijke overwegingen belangrijk”, aldus Künneke.

Tool

Een van de resultaten van het onderzoek dat op de TU Delft plaatsvindt, is de ontwikkeling van een tool voor betrokken partijen van het gasdistributiesysteem om veiligheidsrisico’s pro-actief te beheren. Reniers: “Promovendus Peter Blokland maakt momenteel een onafhankelijk wetenschappelijk onderbouwd beheersysteem zodat veiligheid op systematische wijze kan worden gemeten in gasdistributiebedrijven, en de mentale modellen, die ons handelen beïnvloeden, op gebied van veiligheid kunnen worden verbeterd. Op deze wijze kan de sector meer pro-actief in plaats van re-actief werken. Ook hier is de TU Delft mee bezig”.

Platform

Om kennis te kunnen delen vanuit de praktijk en uit onderzoek is in het kader van de samenwerking met Netbeheer Nederland een ‘Kennisplatform Gasveiligheid’ opgericht. Hier komen alle stakeholders, zoals netwerkbedrijven, toezichthouders en beleidmakers één keer per jaar samen om open te discussiëren over trends op het gebied van gasveiligheid, kennisbehoeften en oplossingsrichtingen voor regulering en waarborging van de veiligheid. ‘Juist die openheid is erg belangrijk. Het platform draagt daarmee bij aan een betere afstemming en samenwerking tussen betrokken partijen en dat komt de gasveiligheid in Nederland ten goede’, vertelt Reniers.