Online raadpleging over de samenwerking met de fossiele brandstofindustrie

De online raadpleging is een van de initiatieven waarmee de TU Delft heeft onderzocht of, en zo ja, onder welke voorwaarden het wenselijk is dat zij blijft samenwerken met de fossiele industrie. De hoofdvraag van de raadpleging was: welke maatregelen moet de TU Delft nemen in de samenwerking met de fossiele industrie?

De TU Delft heeft Populytics gevraagd om een Participatieve Waarde Evaluatie uit te voeren. De essentie daarvan is dat deelnemers 15 minuten op de stoel van de beleidsmaker, bestuurder of politicus plaatsnemen en een beleidsdilemma ervaren. Deelnemers kregen 10 maatregelen te zien die de TU Delft kon nemen in de samenwerking met de fossiele industrie. Deelnemers konden ook adviseren om geen maatregelen te nemen. Zij zagen welke inspanning van de TU Delft nodig zou zijn om een maatregel uit te voeren. Vervolgens motiveerden deelnemers waarom zij bepaalde maatregelen wel of niet hadden gekozen. Aan de deelnemers werden ook verschillende stellingen voorgelegd. Het rapport met de resultaten en bevindingen is hier te vinden. Hieronder staan ze samengevat.

Hoge respons en betrokkenheid

Alle studenten en medewerkers zijn persoonlijk uitgenodigd om mee te doen aan de raadpleging. In december 2023 hebben 2921 medewerkers en studenten van de TU Delft de raadpleging helemaal afgemaakt. 88% van de deelnemers vindt dat deze methode vaker ingezet moet worden voor beleidsbeslissingen die het College van Bestuur neemt. Deze cijfers suggereren dat het onderwerp leeft en dat mensen het prettig vinden om op deze manier betrokken te worden bij beslissingen die hen zullen raken. 

Complex Thema

Uit de analyse blijkt dat er voor iedere maatregel meerdere argumenten voor en tegen worden gegeven door deelnemers. Dat maakt het adviestraject over de wenselijkheid van maatregelen al snel complex. De rapportage over de uitkomsten van de raadpleging geeft handvatten aan het College van Bestuur om met kennis over een breed scala aan voor- en tegenargumenten vervolgstappen te nemen. 

Grote overeenkomsten in klimaatzorgen, taak van de TU Delft en advies over transparantie

Over drie zaken is het grootste gedeelte van de TU-delft gemeenschap het eens:

  • Transparantie: Er is brede steun voor het geven van openheid over de samenwerking. Het is de maatregel die deelnemers aan de raadpleging gemiddeld genomen het vaakst adviseren (80%), ongeacht hun perspectief op het thema.
  • Klimaatzorgen: Een groot deel (94%) van de deelnemers maakt zich een beetje (31%) of ernstige (63%) zorgen over het klimaat. Dat is een veel hoger percentage dan het gemiddelde van Nederland. Uit een eerdere nationale klimaatraadpleging die Populytics uitvoerde bleek dat 66% van een representatieve groep deelnemers zich zorgen maakt over het klimaat.
  • Taak van de TU Delft: Een groot deel (94%) van de deelnemers is het eens met de stelling: ‘Het is de taak van de TU Delft om een bijdrage te leveren aan de energietransitie’. Deelnemers verschillen wel in hun visie op hoe de energietransitie versneld kan worden en de rol van de fossiele industrie daarbij.

Stellingen

Aan de deelnemers werden verschillende stellingen voorgelegd ter reflectie. De respons op de twee hoofdstellingen liep ver uiteen.

Stelling 1: samenwerking met de fossiele industrie zal de transitie naar een duurzaam energiesysteem versnellen.

Deelnemers die het zeer eens zijn met deze stelling adviseren veel vaker om geen maatregelen te nemen of om de samenwerking te versterken vergeleken met deelnemers die het (zeer) oneens zijn met deze stelling. Deelnemers die het zeer oneens zijn met deze stelling adviseren vaker beperkende maatregelen.

Stelling 2: We moeten een harde grens stellen en de contacten verbreken met bedrijven uit de fossiele industrie wanneer zij niet geloofwaardig handelen in lijn met de Parijs-doelen.

Het perspectief van deelnemers op deze stelling is een andere verklarende factor voor het verschil in geadviseerde maatregelen. Deelnemers die het zeer eens zijn met stelling 2 adviseren vaker beperkende maatregelen. Deelnemers die het zeer oneens zijn met stelling 2 adviseren veel vaker om geen maatregelen te nemen en de samenwerking te versterken dan deelnemers die het eens of zeer eens zijn met stelling 2.

Voorwaarden aan samenwerking

76% van de deelnemers adviseert ten minste één van de twee maatregelen die voorwaarden stelt aan samenwerking:

  • ‘We werken alleen samen als een beoordelingscommissie vindt dat het onderzoek zicht richt op het ontwikkelen van kennis om de energietransitie te versnellen, fossiel zo snel mogelijk uit te faseren en/of verdere CO2-emissies te vermijden’
  • ‘We werken alleen samen met bedrijven uit de fossiele industrie als zij een geloofwaardig plan hebben om aan de Klimaatdoelen van het Parijsakkoord te voldoen’

De belangrijkste argumenten om projectvoorwaarden te stellen, zijn 1) dat er zo alleen onderzoek wordt gedaan dat de energietransitie versnelt en 2) dat we stimuleren om kritischer naar samenwerking kijken. Een zorg die wordt gemotiveerd door deelnemers die deze maatregel niet adviseren is dat het beoordelen van ieder project te veel werk kost.

  Beoordelingscommissie
(projectvoorwaarden)
Geloofwaardig plan
(bedrijfsvoorwaarden)
Percentage dat alleen deze maatregel adviseert 22% 18%
Percentage dat beide maatregelen adviseert 37% 37%
Totaal percentage dat deze maatregel adviseert 58% 54%