Filter results

9810 resultaten

Onderzoekers overhandigen Position Paper aan Tweede Kamer

Uit naam van het TU Delft PowerWeb Institute overhandigen onderzoekers Kenneth Brunninx en Simon Tindemans op 14 november 2024 een Position Paper aan de Tweede Kamer, met een mogelijke oplossing voor de grote netwerkcapaciteit-problemen die in Nederland steeds vaker opspelen. Waarschijnlijk haalt Nederland de klimaatdoelen 2030 niet, en dat komt onder andere doordat de grote industrie niet snel genoeg kan overstappen op elektriciteit, mede doordat er steeds vaker problemen ontstaan rondom netwerkcapaciteit en netcongestie. Naar alle waarschijnlijk zullen die problemen dit decennium eerst zelfs toenemen, voordat ze kunnen afnemen, stellen de onderzoekers. De oplossing die de onderzoekers van het TU Delft PowerWeb Institute aanbieden, is de ‘flexibele backstop’. Met een flexibele backstop kan de huidige capaciteit van het elektriciteitsnet efficiënter gebruikt worden zonder aan veiligheid of betrouwbaarheid in te winnen. Een flexibele backstop is een veiligheidsmechanisme dat automatisch en op korte termijn de hoeveelheid elektriciteit vermindert die een elektrische eenheid van het elektriciteitsnet kan onttrekken (een elektrische laadpaal of een warmtepomp) en leveren (een PV-installatie). Het is een klein apparaatje dat is aangesloten of ingebouwd in een elektrische eenheid, zoals een laadpaal of warmtepomp, en dat ‘communiceert’ met de distributienetwerkbeheerder. In geval van extreme stress op het netwerk geeft de netwerkbeheerder een signaal aan het apparaat om de hoeveelheid stroom te beperken. Duitsland heeft recent een vergelijkbaar systeem ingevoerd met elektrische laadpalen. De backstop wordt enkel geactiveerd in periodes van acute congestieproblemen, nadat alle andere maatregelen uitgeput zijn. “Het opwaarderen van het elektriciteitsnetwerk blijft essentieel, maar zal in de praktijk nog jaren duren. Er is dus behoefte aan kortetermijnoplossingen die geïntegreerd kunnen worden in de langetermijnplanning. Wij, de leden van het TU Delft PowerWeb Institute, roepen de overheid, netwerkbeheerders en regulator op om de flexibele backstop als extra veiligheidsmaatregel voor het netwerk te onderzoeken”, aldus de onderzoekers. Het gehele Paper is hier te lezen. Kanneth Brunninx is universiteit hoofddocent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management, waar hij met kwantitatieve modellen energiebeleid en marktontwerp evalueert met als doel CO2-uitstoot te verminderen. Simon Tindemans is universitair hoofddocent in de Intelligent Electrical Power Grids groep van faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Hij doet onder andere onderzoek naar onzekerheid en risicomanagement voor elektriciteitsnetwerken. Het TU Delft PowerWeb Institute ontwerpt het elektriciteitsnetwerk van de toekomst.

Half Height Horizontal

Hoe stormvloedkeringen Nederland veilig en leefbaar kunnen houden

Een veilige en leefbare delta, wie kiest daar niet voor? Stormvloedkeringen spelen hierin een cruciale rol. Toch zijn er veel keuzes die op korte termijn gemaakt moeten worden om de stormvloedkeringen in goede staat en functioneel houden, zodat ze ook op langere termijn de stijgende zeespiegel het hoofd bieden. Een nieuw project ontvangt voor vijf jaar financiering van NWO om de beste wegen naar een leefbare delta te verkennen. Stormvloedkeringen, zoals de Maeslantkering en de Oosterscheldekering, zijn essentieel voor de bescherming van Nederland tegen hoogwater vanaf zee. Het is de vraag hoe lang deze imposante constructies effectief blijven met in het achterhoofd de zeespiegelstijging, veroudering van de keringen en verandering van het omliggende gebied. Op de korte termijn zullen besluiten genomen moeten worden over onderhoud, terwijl op langere termijn gedacht moet worden over aanpassing of vervanging. Keringen en de achterliggende delta Binnen het project SSB-Δ (storm surge barrier delta) gaat een breed consortium uitzoeken onder welke condities de stormvloedkeringen Nederland nog veilig en leefbaar kunnen houden. Het consortium bestaat uit de universiteiten van Delft, Utrecht, en Rotterdam; de hogescholen van Rotterdam en Zeeland; kennisinstituten Deltares en TNO, alsmede Rijkswaterstaat, waterschappen en bedrijven. Bram van Prooijen, associate professor bij de TU Delft, gaat het onderzoek leiden: “Besluiten over de keringen zijn belangrijk voor de hele achterliggende delta. Juist die koppeling moet goed gemaakt worden. We hebben in dit project de kans om verschillende expertises bij elkaar te brengen en elkaar te versterken.” Nu oog voor de lange termijn Het onderzoek gaat daarmee niet alleen over wat de technische levensduur is van de keringen, maar ook over hoe de delta gaat veranderen en hoe de maatschappij hierover denkt. Zo brengen de onderzoekers beter in kaart hoe en wanneer welke beslissingen op korte termijn genomen moeten worden, met oog voor de lange termijn. Van Prooijen haalt het voorbeeld aan van reparaties voor een auto: “Denk aan het vervangen het motorblok. Erg kostbaar onderhoud, maar soms noodzakelijk om de auto veilig te kunnen blijven rijden. Maar is het de investering waard als je volgend jaar een nieuwe auto koopt? Of als je liever met de trein wilt gaan reizen? Voor de stormvloedkeringen zullen belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Wij willen daar een goede basis voor aanleveren.” Gefundeerde keuzes Het onderzoek biedt straks veel meer duidelijkheid over de mogelijke paden naar een leefbare delta en hoe de stormvloedkeringen daarin passen. Van Prooijen: “Dat biedt duidelijkheid, zodat we snellere en beter gefundeerde keuzes kunnen maken. Er worden nu veel proefballonnen opgelaten. Met de uitkomsten van storm surge barrier delta kunnen we bepalen met welke proefballonnen we concreet verder kunnen.” Experts opleiden Een van de stormvloedkeringen die in het onderzoek wordt meegenomen is de Maeslantkering. De verwachting is dat deze nog wel zo’n 50 jaar meegaat. Dat lijkt misschien ver weg, zo redeneert Van Prooijen, “maar de experts die hierover gaan beslissen moeten we nu opleiden. Dat zijn waarschijnlijk de promovendi van dit project.”