Filter results

9811 resultaten

NWO kent financiering toe voor innovatief onderzoek naar fysieke experimentele omgevingen

Hoe kan je innovaties uit experimenten mainstreamen? Een consortium onder leiding van professor Tamara Metze heeft een prestigieuze NWO subsidie ontvangen. In een zoektocht naar paden naar meer duurzame toekomsten, gaan Metze en haar team onderzoeken hoe verschillende vormen van innovatie in fieldlabs, zoals The Green Village, in stedelijke living labs, zoals het Energielab Zuidoost in Amsterdam, en allerlei burgerinitiatieven meer impact kunnen hebben op duurzaamheidstransities. Pilot paradox Een grote uitdaging is een hardnekkige "pilot paradox", waarbij veel geleerd en geïnnoveerd is in experimenteer omgevingen, maar zij er niet in lijken te slagen langdurige, systemische verandering voor elkaar te krijgen. Het project ‘From EXperiment to sustainable change: TRAnsformative methodologies for Innovation and learning’ (EXTRA) wil de “pilot paradox” overkomen. Daarin wordt veel ge-experimenteerd maar lange termijn, systeemverandering blijft moeilijk. Onderzoekers gaan samen met allerlei veranderaars bestaande kennis bij elkaar brengen. Tamara Metze: ‘Ik heb erg veel zin om te gaan ontdekken wat effectieve manieren van co-creatie zijn die het mainstreamen van de duurzame innovaties mogelijk maakt. We gaan ontdekken hoe leren en innovatie leiden tot blijvende veranderingen in regelgeving, beleid, financiële systemen en de biofysische omgeving.’ Tamara Metze Lees het NWO-persbericht Concrete tools Het project is cruciaal voor het versnellen van duurzaamheidstransities. Door via trans-disciplinair actie-onderzoek praktische tools te ontwikkelen voor allerlei veranderaars, wordt het eenvoudiger om de methoden van co-creatie en mainstreamen effectiever en overdraagbaar te maken. ‘Deze tools zullen niet alleen grassroots-innovatoren zoals start ups en living labs ondersteunen, maar ook invloed hebben op institutionele en organisatorische structuren, zodat de lessen uit experimenten beter verankerd worden in beleid, regelgeving en organisaties’, legt Metze uit. Op de lange termijn streeft het project naar een efficiënter innovatie-ecosysteem, dat bijdraagt aan meer impactvolle en duurzame resultaten voor zowel de samenleving als het milieu. Projectpartners TU Delft, VU Amsterdam, Wageningen University & Research, Hogeschool van Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, The Green Village, AMS Institute; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, WoonFriesland, Dijkstra Draisma, Provincie Noord-Holland, Ministerie van Binnenlandse Zaken, PRICE / Almere, BouwLab, Alliantie Samen Nieuw-West, Innovation Quarter.

Half Height Horizontal

Hoe stormvloedkeringen Nederland veilig en leefbaar kunnen houden

Een veilige en leefbare delta, wie kiest daar niet voor? Stormvloedkeringen spelen hierin een cruciale rol. Toch zijn er veel keuzes die op korte termijn gemaakt moeten worden om de stormvloedkeringen in goede staat en functioneel houden, zodat ze ook op langere termijn de stijgende zeespiegel het hoofd bieden. Een nieuw project ontvangt voor vijf jaar financiering van NWO om de beste wegen naar een leefbare delta te verkennen. Stormvloedkeringen, zoals de Maeslantkering en de Oosterscheldekering, zijn essentieel voor de bescherming van Nederland tegen hoogwater vanaf zee. Het is de vraag hoe lang deze imposante constructies effectief blijven met in het achterhoofd de zeespiegelstijging, veroudering van de keringen en verandering van het omliggende gebied. Op de korte termijn zullen besluiten genomen moeten worden over onderhoud, terwijl op langere termijn gedacht moet worden over aanpassing of vervanging. Keringen en de achterliggende delta Binnen het project SSB-Δ (storm surge barrier delta) gaat een breed consortium uitzoeken onder welke condities de stormvloedkeringen Nederland nog veilig en leefbaar kunnen houden. Het consortium bestaat uit de universiteiten van Delft, Utrecht, en Rotterdam; de hogescholen van Rotterdam en Zeeland; kennisinstituten Deltares en TNO, alsmede Rijkswaterstaat, waterschappen en bedrijven. Bram van Prooijen, associate professor bij de TU Delft, gaat het onderzoek leiden: “Besluiten over de keringen zijn belangrijk voor de hele achterliggende delta. Juist die koppeling moet goed gemaakt worden. We hebben in dit project de kans om verschillende expertises bij elkaar te brengen en elkaar te versterken.” Nu oog voor de lange termijn Het onderzoek gaat daarmee niet alleen over wat de technische levensduur is van de keringen, maar ook over hoe de delta gaat veranderen en hoe de maatschappij hierover denkt. Zo brengen de onderzoekers beter in kaart hoe en wanneer welke beslissingen op korte termijn genomen moeten worden, met oog voor de lange termijn. Van Prooijen haalt het voorbeeld aan van reparaties voor een auto: “Denk aan het vervangen het motorblok. Erg kostbaar onderhoud, maar soms noodzakelijk om de auto veilig te kunnen blijven rijden. Maar is het de investering waard als je volgend jaar een nieuwe auto koopt? Of als je liever met de trein wilt gaan reizen? Voor de stormvloedkeringen zullen belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Wij willen daar een goede basis voor aanleveren.” Gefundeerde keuzes Het onderzoek biedt straks veel meer duidelijkheid over de mogelijke paden naar een leefbare delta en hoe de stormvloedkeringen daarin passen. Van Prooijen: “Dat biedt duidelijkheid, zodat we snellere en beter gefundeerde keuzes kunnen maken. Er worden nu veel proefballonnen opgelaten. Met de uitkomsten van storm surge barrier delta kunnen we bepalen met welke proefballonnen we concreet verder kunnen.” Experts opleiden Een van de stormvloedkeringen die in het onderzoek wordt meegenomen is de Maeslantkering. De verwachting is dat deze nog wel zo’n 50 jaar meegaat. Dat lijkt misschien ver weg, zo redeneert Van Prooijen, “maar de experts die hierover gaan beslissen moeten we nu opleiden. Dat zijn waarschijnlijk de promovendi van dit project.”