Wat ga ik leren?
Het eerste jaar en het tweede jaar bestaan uit wiskunde- en natuurkundevakken, van fundamenteel tot toegepast, van verdiepend tot verbredend. In het derde jaar volg je geen minor, maar krijg je nog meer vakken en practica. Je sluit de opleiding ten slotte af met een bacheloreindproject.
Opbouw van de bachelor
Wat moet je als student TW-TN in huis hebben?
- Veel talent voor wiskunde en natuurkunde
- Bereid om extra hard te werken
- Groot doorzettingsvermogen
- Abstract denkvermogen
Vakverdeling
20% Practica en projecten
35% Natuurkunde
45% Wiskunde
Het eerste jaar
Het programma van het eerste jaar bestaat voor het grootste deel uit wiskunde- en natuurkundevakken die de basis vormen van de opleiding, zoals:
-
dit vak is het meest te vergelijken met wiskunde B op de middelbare school. Je leert differentiëren en integreren, niet alleen in 2D, maar ook in hogere dimensies.
-
bij dit vak leer je vanuit basiswetten de mechanica te analyseren. Problemen die je moet oplossen zijn heel breed: van de beweging van sterren en de botsingen tussen massa’s tot aan de relativiteitstheorie.
-
dit vak gaat over de omzetting van verschillende energievormen. Deze energievormen zijn bijvoorbeeld het opwarmen en stromen van vloeistoffen. Mechanische machines als stoommachines en zonnepanelen werken op basis van deze principes.
Daarnaast leer je in een inleidend practicum hoe je natuurkundig onderzoek doet en hoe je een technische presentatie geeft. Samen met een aantal andere studenten werk je in het voorjaar onder begeleiding van onderzoekers aan een project. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het maken van een testchip voor in een satelliet of aan een onderzoek in een kernreactor. Ook maak je kennis met programmeren en logisch redeneren en volg je een technisch keuzevak.
Vanaf het eerstejaarsweekend heb je een mentorgroep van ongeveer tien studenten. Hierdoor leer je je medestudenten snel kennen. Daarnaast word je door een student- en docentmentor begeleid met de inhoud van je studie en leer je studievaardigheden.
Het tweede jaar
Tijdens het tweede jaar volg je nog meer wiskunde- en natuurkundevakken, van fundamenteel tot toegepast, en van verdiepend tot verbredend. Ook leer je in samenwerking met medestudenten wiskundige modellen op te stellen en doe je in duo’s een aantal natuurkundige onderzoeken bij verschillende onderzoeksgroepen van natuurkunde.
Het derde jaar
Bij andere opleidingen van de TU Delft wordt de eerste helft van het derde jaar vrijgehouden voor een minor. De minor is bedoeld om je kennis te verbreden. Omdat de dubbele opleiding al heel breed is, bestaat die mogelijkheid niet, maar volg je wiskunde- en natuurkundevakken en practica.
Daarnaast begin je aan het gecombineerde bachelor eindproject van 24 studiepunten waarmee de dubbele bachelor uiteindelijk wordt afgerond. In dit project moet zowel een wiskunde- als een natuurkundecomponent zitten. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan de simulatie van het afweersysteem tijdens wondgenezing met celkoloniemodellen of legionellabesmetting bij warmwaterleidingen. Je hebt bij het gecombineerde bachelor eindproject minimaal twee begeleiders, van elke opleiding één. Als je alle vakken en het bachelor eindproject hebt afgerond, ontvang je twee bachelordiploma’s.
Minor
Er is geen mogelijkheid tot een minor bij deze studie!
Het eerste jaar
Het programma van het eerste jaar bestaat voor het grootste deel uit wiskunde- en natuurkundevakken die de basis vormen van de opleiding, zoals:
-
dit vak is het meest te vergelijken met wiskunde B op de middelbare school. Je leert differentiëren en integreren, niet alleen in 2D, maar ook in hogere dimensies.
-
bij dit vak leer je vanuit basiswetten de mechanica te analyseren. Problemen die je moet oplossen zijn heel breed: van de beweging van sterren en de botsingen tussen massa’s tot aan de relativiteitstheorie.
-
dit vak gaat over de omzetting van verschillende energievormen. Deze energievormen zijn bijvoorbeeld het opwarmen en stromen van vloeistoffen. Mechanische machines als stoommachines en zonnepanelen werken op basis van deze principes.
Daarnaast leer je in een inleidend practicum hoe je natuurkundig onderzoek doet en hoe je een technische presentatie geeft. Samen met een aantal andere studenten werk je in het voorjaar onder begeleiding van onderzoekers aan een project. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het maken van een testchip voor in een satelliet of aan een onderzoek in een kernreactor. Ook maak je kennis met programmeren en logisch redeneren en volg je een technisch keuzevak.
Vanaf het eerstejaarsweekend heb je een mentorgroep van ongeveer tien studenten. Hierdoor leer je je medestudenten snel kennen. Daarnaast word je door een student- en docentmentor begeleid met de inhoud van je studie en leer je studievaardigheden.
Het tweede jaar
Tijdens het tweede jaar volg je nog meer wiskunde- en natuurkundevakken, van fundamenteel tot toegepast, en van verdiepend tot verbredend. Ook leer je in samenwerking met medestudenten wiskundige modellen op te stellen en doe je in duo’s een aantal natuurkundige onderzoeken bij verschillende onderzoeksgroepen van natuurkunde.
Het derde jaar
Bij andere opleidingen van de TU Delft wordt de eerste helft van het derde jaar vrijgehouden voor een minor. De minor is bedoeld om je kennis te verbreden. Omdat de dubbele opleiding al heel breed is, bestaat die mogelijkheid niet, maar volg je wiskunde- en natuurkundevakken en practica.
Daarnaast begin je aan het gecombineerde bachelor eindproject van 24 studiepunten waarmee de dubbele bachelor uiteindelijk wordt afgerond. In dit project moet zowel een wiskunde- als een natuurkundecomponent zitten. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan de simulatie van het afweersysteem tijdens wondgenezing met celkoloniemodellen of legionellabesmetting bij warmwaterleidingen. Je hebt bij het gecombineerde bachelor eindproject minimaal twee begeleiders, van elke opleiding één. Als je alle vakken en het bachelor eindproject hebt afgerond, ontvang je twee bachelordiploma’s.
Minor
Er is geen mogelijkheid tot een minor bij deze studie!