Wat ga ik leren?
Als student Maritieme Techniek krijg je een uitgebreid pakket aan natuur- en wiskundevakken en leer je hoe je dit kunt toepassen op voorbeelden uit de maritieme praktijk. Tijdens de studie doe je inhoudelijke kennis op, zodat je met een kritische blik naar het werkveld leert kijken.
Hoor- en werkcolleges worden afgewisseld met practica en projecten waarin je berekeningen maakt en toepast op praktische voorbeelden. In deze projecten leer je samenwerken, presenteren en rapporteren; onmisbaar in je latere werk. Een aantal van de (grote) hoorcolleges volg je samen met Werktuigbouwkundestudenten.
De omvang van de opleiding (ca. 80 eerstejaars studenten) maakt het mogelijk dat je al tijdens het eerste jaar op verschillende manieren praktijkervaring opdoet. Zo leer je tijdens projecten of practica bijvoorbeeld om te lassen of om golven te programmeren. Daarnaast organiseert de studievereniging William Froude regelmatig bedrijfsexcursies. Voor jou de uitgelezen kans om het innovatieve karakter van Maritieme Techniek meteen in de praktijk te zien.
Opbouw van de bachelor
De bachelor MT is een driejarig programma. Elk studiejaar bestaat uit vier kwartalen van 10 weken, die worden afgesloten met een tentamenperiode. Elk kwartaal volg je een wiskundevak, mechanicavak, maritieme techniekvak en/of werk je aan een maritiem project.
Natuurkunde & MT
Het is belangrijk om natuurkundige principes en berekeningen te leren, zodat je deze kunt loslaten op maritieme constructies.
Vakverdeling
24 ECTS Wiskunde
36 ECTS Mechanica
58 ECTS MT vakken
20 ECTS MT projecten
30 ECTS Minor
12 ECTS Bachelor Eind Project
Het eerste jaar bestaat voor de helft uit wiskunde- en mechanicavakken. Deze technische basis heb je nodig om Maritieme Techniek te kunnen beheersen. In de andere vakken leer je meer over de maritieme onderwerpen. Daarnaast werk je het hele jaar door in groepsverband aan een project, waarbij je alle opgedane kennis integreert en vaardigheden opdoet om je kennis te kunnen toepassen.
Vakken en competenties
-
In het eerste jaar krijg je allereerst een basis in wiskunde: analyse en lineaire algebra. Bij Analyse krijg je bijvoorbeeld differentiaal vergelijkingen en driedubbele integralen. Lineaire algebra gaat over het oplossen van stelsels van vergelijkingen. Dus meerdere vergelijkingen in een keer. We leren al deze wiskunde, omdat we deze kennis nodig hebben bij de mechanicavakken, de tweede belangrijke bouwsteen van het eerste jaar.
-
De mechanica vakken lijken op de natuurkunde van de middelbare school. Met natuurkundige principes kunnen we beschrijven hoe drijvende constructies werken. Statica gaat voornamelijk over evenwicht en over het berekenen van krachten die op een constructie werken.
Dat is heel belangrijk, want als je weet wat voor krachten op een constructie werken, kun je vervolgens gaan uitrekenen of die constructie dat kan houden en of deze kan blijven drijven. Dit leer je bij Sterkteleer.
Dynamica gaat over bewegende systemen. Hiermee voorspel je de positie en snelheid van een bepaald mechanisme als functie van de tijd.
Tot slot leer je bij Thermodynamica over het analyseren van apparaten waarin energieomzetting plaatsvindt. Bijvoorbeeld de uitwisseling tussen energie en warmte in een turbine op een schip.
-
Je begint het jaar bovendien met het Introductievak Maritieme Techniek, waar je een aantal basisprincipes van het vakgebied aangeleerd krijgt. Vervolgens ga je tijdens de Maritieme vakken later in het jaar in op onderwerpen als Hydrostatica, Mechanica van maritieme constructies, en Weerstand, voortstuwing en aandrijving. Wil je meer gedetailleerde informatie over deze vakken, kijk dan in de studiegids.
-
Het hele jaar door leer je ook om alle theorie toe te passen in de praktijk, aan de hand van het integratieproject. In groepsverband ga je je eigen schip, dat aan allerlei tegenstrijdige eisen moet voldoen, zelf ontwerpen en testen.
In het tweede (en derde) jaar verschuift het accent van basistheorie naar meer maritieme techniekvakken. De basis van het eerste jaar wordt verder uitgebreid en toegepast. Zo kun je je kennis toepassen op andere drijvende objecten en leer je om alle losse kennis bij elkaar te integreren.
Met elk kwartaal een wiskundevak blijft dit ook een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Ook in het tweede jaar worden de colleges aangevuld met projectonderwijs en practica.
Vakken en competenties
-
In het tweede jaar ga je eerst dieper in op de wiskundestof uit het eerste jaar, wat betreft Analyse en Differentiaalvergelijkingen. Later in het jaar volg je de wiskundevakken Kansrekening en statistiek en Numerieke wiskunde.
-
De mechanicavakken vormen een kleiner onderdeel in het tweede jaar, dan in het eerste jaar. Je krijgt nog twee vakken, namelijk Advanced Mechanics en Systems and Control. Voor meer informatie over deze vakken, kijk dan in de studiegids.
-
Een groot deel van het tweede jaar bestaat uit maritieme techniekvakken. Zo ga je door met het tweede deel van de eerstejaarsvakken Mechanica van maritieme constructies, en Weerstand, voortstuwing en aandrijving. Daarnaast krijg je twee hele nieuwe vakken over hydromechanica en scheepsontwerpen.
-
Net als bij het integratieproject in het eerste jaar, krijg je in het tweede jaar ook de opdracht om in groepsverband een drijvende constructie te ontwerpen. De focus ligt hier echter bij het complete proces van concept tot en met productie. Je leert niet alleen verbanden te leggen tussen de vraag naar transport en het ontwerp, maar ook tussen het ontwerp en de productiekeuzes. Daarnaast ontwikkel je schrijfvaardigheden en kijken we naar de impact van alternatieve brandstoffen op je ontwerpproces.
In de eerste helft van het derde jaar kies je een minor naar keuze. Het tweede semester staat vooral in het teken van de bachelor eindopdracht waarin je met een groep medestudenten een onderzoeks- of ontwerpopdracht opstelt en uitvoert. Ook het derde jaar bevat nog een aantal verplichte vakken.
-
In het eerste semester van het derde jaar heb je de gelegenheid om vijf maanden lang je horizon te verbreden of juist dieper in te gaan op een onderwerp dat je interesseert. Je kunt kiezen voor een samenhangend vakkenpakket, of juist een individuele minor. Ook kun je ervoor kiezen een minor in het buitenland of aan een andere universiteit te doen. Een zorgvuldig gekozen minor kan je helpen je carrière de gewenste richting te geven, of erachter te komen welke masteropleiding je na je bachelor zou willen volgen.
-
De verplichte vakken die je in het derde jaar nog volgt, zijn Dynamica van Maritieme Constructies, Electrische Aandrijvingen en energie conversie en Scheepsbewegingen. Nu al benieuwd naar de inhoud van deze vakken? Check de studiegids.
-
De naam zegt het al: dit is het afsluitende project van je bacheloropleiding. Bij goed resultaat mag je jezelf daarna Bachelor of Science (BSc) noemen. Samen met 3 of 4 medestudenten ga je een onderzoeks- of ontwerpopdracht opstellen en uitvoeren. De opdrachten variëren, maar vallen altijd binnen het thema ‘groen en veilig op zee’.
Het eerste jaar bestaat voor de helft uit wiskunde- en mechanicavakken. Deze technische basis heb je nodig om Maritieme Techniek te kunnen beheersen. In de andere vakken leer je meer over de maritieme onderwerpen. Daarnaast werk je het hele jaar door in groepsverband aan een project, waarbij je alle opgedane kennis integreert en vaardigheden opdoet om je kennis te kunnen toepassen.
Vakken en competenties
-
In het eerste jaar krijg je allereerst een basis in wiskunde: analyse en lineaire algebra. Bij Analyse krijg je bijvoorbeeld differentiaal vergelijkingen en driedubbele integralen. Lineaire algebra gaat over het oplossen van stelsels van vergelijkingen. Dus meerdere vergelijkingen in een keer. We leren al deze wiskunde, omdat we deze kennis nodig hebben bij de mechanicavakken, de tweede belangrijke bouwsteen van het eerste jaar.
-
De mechanica vakken lijken op de natuurkunde van de middelbare school. Met natuurkundige principes kunnen we beschrijven hoe drijvende constructies werken. Statica gaat voornamelijk over evenwicht en over het berekenen van krachten die op een constructie werken.
Dat is heel belangrijk, want als je weet wat voor krachten op een constructie werken, kun je vervolgens gaan uitrekenen of die constructie dat kan houden en of deze kan blijven drijven. Dit leer je bij Sterkteleer.
Dynamica gaat over bewegende systemen. Hiermee voorspel je de positie en snelheid van een bepaald mechanisme als functie van de tijd.
Tot slot leer je bij Thermodynamica over het analyseren van apparaten waarin energieomzetting plaatsvindt. Bijvoorbeeld de uitwisseling tussen energie en warmte in een turbine op een schip.
-
Je begint het jaar bovendien met het Introductievak Maritieme Techniek, waar je een aantal basisprincipes van het vakgebied aangeleerd krijgt. Vervolgens ga je tijdens de Maritieme vakken later in het jaar in op onderwerpen als Hydrostatica, Mechanica van maritieme constructies, en Weerstand, voortstuwing en aandrijving. Wil je meer gedetailleerde informatie over deze vakken, kijk dan in de studiegids.
-
Het hele jaar door leer je ook om alle theorie toe te passen in de praktijk, aan de hand van het integratieproject. In groepsverband ga je je eigen schip, dat aan allerlei tegenstrijdige eisen moet voldoen, zelf ontwerpen en testen.
In het tweede (en derde) jaar verschuift het accent van basistheorie naar meer maritieme techniekvakken. De basis van het eerste jaar wordt verder uitgebreid en toegepast. Zo kun je je kennis toepassen op andere drijvende objecten en leer je om alle losse kennis bij elkaar te integreren.
Met elk kwartaal een wiskundevak blijft dit ook een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Ook in het tweede jaar worden de colleges aangevuld met projectonderwijs en practica.
Vakken en competenties
-
In het tweede jaar ga je eerst dieper in op de wiskundestof uit het eerste jaar, wat betreft Analyse en Differentiaalvergelijkingen. Later in het jaar volg je de wiskundevakken Kansrekening en statistiek en Numerieke wiskunde.
-
De mechanicavakken vormen een kleiner onderdeel in het tweede jaar, dan in het eerste jaar. Je krijgt nog twee vakken, namelijk Advanced Mechanics en Systems and Control. Voor meer informatie over deze vakken, kijk dan in de studiegids.
-
Een groot deel van het tweede jaar bestaat uit maritieme techniekvakken. Zo ga je door met het tweede deel van de eerstejaarsvakken Mechanica van maritieme constructies, en Weerstand, voortstuwing en aandrijving. Daarnaast krijg je twee hele nieuwe vakken over hydromechanica en scheepsontwerpen.
-
Net als bij het integratieproject in het eerste jaar, krijg je in het tweede jaar ook de opdracht om in groepsverband een drijvende constructie te ontwerpen. De focus ligt hier echter bij het complete proces van concept tot en met productie. Je leert niet alleen verbanden te leggen tussen de vraag naar transport en het ontwerp, maar ook tussen het ontwerp en de productiekeuzes. Daarnaast ontwikkel je schrijfvaardigheden en kijken we naar de impact van alternatieve brandstoffen op je ontwerpproces.
In de eerste helft van het derde jaar kies je een minor naar keuze. Het tweede semester staat vooral in het teken van de bachelor eindopdracht waarin je met een groep medestudenten een onderzoeks- of ontwerpopdracht opstelt en uitvoert. Ook het derde jaar bevat nog een aantal verplichte vakken.
-
In het eerste semester van het derde jaar heb je de gelegenheid om vijf maanden lang je horizon te verbreden of juist dieper in te gaan op een onderwerp dat je interesseert. Je kunt kiezen voor een samenhangend vakkenpakket, of juist een individuele minor. Ook kun je ervoor kiezen een minor in het buitenland of aan een andere universiteit te doen. Een zorgvuldig gekozen minor kan je helpen je carrière de gewenste richting te geven, of erachter te komen welke masteropleiding je na je bachelor zou willen volgen.
-
De verplichte vakken die je in het derde jaar nog volgt, zijn Dynamica van Maritieme Constructies, Electrische Aandrijvingen en energie conversie en Scheepsbewegingen. Nu al benieuwd naar de inhoud van deze vakken? Check de studiegids.
-
De naam zegt het al: dit is het afsluitende project van je bacheloropleiding. Bij goed resultaat mag je jezelf daarna Bachelor of Science (BSc) noemen. Samen met 3 of 4 medestudenten ga je een onderzoeks- of ontwerpopdracht opstellen en uitvoeren. De opdrachten variëren, maar vallen altijd binnen het thema ‘groen en veilig op zee’.