Door: Heather Montague

Techniekstudenten leren veel vaardigheden tijdens hun studie. Maar wat als je vaardigheden en interesses niet helemaal matchen met de wensen van de industrie? Het PREFER-project wil die mismatch verkleinen en afgestudeerden in een technische richting beter voorbereiden op hun loopbaan.


De kloof overbruggen

Net afgestudeerde ingenieurs die de arbeidsmarkt betreden, merken soms dat hun competenties en interesses niet overeenstemmen met de verwachtingen van potentiële werkgevers. “Er is een mismatch tussen enerzijds wat studenten denken dat ze kunnen gaan doen, en anderzijds wat wij als bedrijf kunnen bieden, en nog belangrijker: wat wij vragen”, zegt Gerdien Scharten, die bij de afdeling Human Resources van Siemens werkt. Er gaapt dus een kloof tussen wat het onderwijs biedt en wat er in de praktijk nodig is, en die kloof moet worden overbrugd.

PREFER (Professional Roles and Employability of Future EngineeRs) is een project van een consortium van wetenschappelijke instellingen, bedrijven en ingenieursorganisaties in België, Ierland en Nederland, en het wordt gefinancierd door het Erasmus+-programma van de Europese Unie. Hun doel is om techniekstudenten en afgestudeerde ingenieurs te helpen hun sterke en zwakke kanten te vinden, en hun de mogelijkheid te bieden om te verkennen welke diverse ingenieursrollen ze op de arbeidsmarkt tegen kunnen komen, zodat ze na hun afstuderen beter inzetbaar zijn.

Wat het bedrijfsleven wil en nodig heeft

Werkgevers verwachten van afgestudeerde ingenieurs dat ze al ‘transversale competenties’ hebben ontwikkeld voordat ze de arbeidsmarkt betreden: naast technische competenties zijn ook professionele vaardigheden op het gebied van bijvoorbeeld communicatie, timemanagement, teamwork en probleemoplossing vereist. Maar welke competenties zijn het belangrijkst in het bedrijfsleven, en welk expertiseniveau wordt er verwacht van ingenieurs die de arbeidsmarkt betreden?

Door middel van een reeks vragenlijsten hebben HR- en technische medewerkers van PREFER-partners kenbaar gemaakt welke competenties zij belangrijk en noodzakelijk vinden bij ingenieurs die aan het begin van hun loopbaan staan. Op basis van deze informatie heeft de KU Leuven een Professional Roles Framework ontwikkeld, dat bestaat uit drie ingenieursrollen in het bedrijfsleven die duidelijk kunnen worden onderscheiden aan de hand van een reeks vaardigheden en competenties. Hoewel er enige overlap is, heeft elke rol een specifieke focus: productleiderschap, operationele excellentie of customer intimacy.

Test op maat

De TU Dublin heeft in het kader van het project een test ontwikkeld om techniekstudenten bewuster te maken van deze rollen, en hen te laten nadenken over hun eigen interesses en sterke en zwakke punten. De test bestaat uit twee onderdelen: een test van persoonlijke voorkeur, die kijkt naar de motivatie van studenten, en een test van situationele beoordeling, waarmee hun competenties worden bepaald.

Dr. Gillian Saunders-Smits, universitair hoofddocent aan de TU Delft, zegt dat studenten door middel van een dergelijk instrument leren beter over zichzelf na te denken, en een realistischer beeld van hun toekomst krijgen. “Als je bij customer intimacy uitkomt, maar eigenlijk niet graag met mensen praat, is dat dan iets wat je wilt en kunt ontwikkelen, of ben je beter af in een van de andere rollen?”


Curriculum versterken

Aan de TU Delft wordt een deel van de competenties al aangeleerd, dus het is belangrijk om aan te geven welke vaardigheden passen bij specifieke rollen in het bedrijfsleven. Voortbouwend op het kader van de PREFER-rollen zijn Saunders-Smits en TU Delft-promovenda Mariana Leandro Cruz ook aan de slag gegaan om een aantal nieuwe curriculumelementen te ontwikkelen die gericht zijn op de ontwikkeling van professionele competenties. Zo hebben ze een cursus van een week bedacht en geïmplementeerd, een soort innovatiebootcamp. Saunders-Smits zegt dat het een beetje op The Apprentice lijkt. “Het idee is dat het team binnen een week alle drie de rollen ervaart. Voor het einde van de week moet je met een klant praten, iets bedenken en het produceren.”

Maar er zijn ook kleine activiteiten die in een bestaande cursus kunnen worden ingepast. Leandro Cruz heeft bijvoorbeeld de groepsactiviteit ‘Chinese Whispers with a Twist' bedacht, een variant op het bekende ‘fluisterspel’. In deze activiteit, die een uur duurt, oefenen studenten hun communicatieve vaardigheden. De groep wordt verdeeld in drie rollen. Groep A krijgt een afbeelding te zien en beschrijft die mondeling aan groep B. Groep B beantwoordt vervolgens vragen van Groep C, en die moet ten slotte een tekening maken op basis van de ontvangen informatie. Het onderzoek naar aanleiding van deze activiteit, die het belang van communicatieve vaardigheden laat zien, resulteerde in een Best Student Paper Award voor Leandro Cruz op de SEFI-conferentie in september van dit jaar.

Resultaten van het werk

Een belangrijk aspect van het project is dat de gecreëerde elementen en de achterliggende filosofie bij zoveel mogelijk mensen onder de aandacht worden gebracht. “Al onze curriculumelementen moeten zodanig worden ontwikkeld dat ze kunnen worden vertaald naar andere technische contexten”, zegt Leandro Cruz. “We doen dit in de vorm van open access: iedereen mag het gebruiken.”

Vanuit haar perspectief van het bedrijfsleven merkt Scharten op dat bedrijven veel tijd en moeite steken in het aanleren van professionele vaardigheden aan verse ingenieurs. Ze verwachten niet dat afgestudeerden alles al kunnen, maar het is nuttig voor iedereen dat studenten en pas afgestudeerde ingenieurs zich bewust zijn van het belang van deze competenties, en dat ze er tijdens hun studie al mee kennismaken. “We nemen deel aan dit project om studenten bewuster te maken van wat bedrijven vragen, zodat de overgang van universiteit naar bedrijfsleven soepeler verloopt.”

En wat betekent dit voor het onderwijs? Volgens Saunders-Smits gaat het niet zozeer om de inhoud van wat studenten leren, maar om de leerervaring. “Hoe activeren we vaardigheden in plaats van alleen maar veel kennis in de studenten te pompen?” Ze hoopt ook dat samenwerking met het bedrijfsleven zal leiden tot meer stages en mogelijkheden voor studenten om te experimenteren met hun sterke en zwakke kanten. “We hopen dat we op den duur een veel beter idee krijgen van wat het bedrijfsleven wil, en dat bedrijven een beter idee krijgen van wat wij willen. En wij kunnen specifieker aangeven welke vaardigheden studenten leren bij welke opleiding, zodat ze de juiste keuze kunnen maken.”