Summer School verslag 2018
Impressie Naar een klimaatbestendig Nederland | spel & spelers
Zo’n twintig deelnemers van IenW (inclusief RWS), RIVM, PBL, RVO én de gemeente Kampen doken in de eerste week van september in de vraag hoe Nederland klimaatbestendig in te richten is en welke toegevoegde waarde het rijk daarbij kan hebben. Dit jaar verleenden niet alleen docenten uit de wetenschap (waaronder de Technische Universiteit Delft, die de Summerschools in coproductie met de directie KIS organiseert) hun medewerking, maar ook de gemeenten Utrecht en Zwolle. Zwolle fungeerde als inspirerend voorbeeld voor klimaatbestendig bouwen, terwijl Utrecht de casuïstiek leverde aan de hand waarvan de deelnemers nadachten over van het rijk.
De maandag stond in het teken van de ‘problematisering’. Na de opening door Lilian van den Aarsen (KIS) en Marcel Hertogh (TUD) werden de deelnemers wegwijs gemaakt in de Merwedekanaalzone te Utrecht, onder ander via een fietstocht. Het gebied ligt aan de ‘andere’ kant van het station en is in transitie. Ruimtelijk regisseur Marcel Janssen (Utrecht) vertelde over de mogelijkheden van het gebied en de interessante functies en voorzieningen die er in de tussentijd al zijn ontstaan en die vooral behouden moeten blijven, zoals creatieve bedrijven en hippe horeca. Ook maakte hij duidelijk welke belangentegenstellingen er in het gebied liggen.
Klimaatverandering is ‘menselijk’
Caroline Katsman (TUD) lichtte toe hoe het klimaatsysteem werkt en hoe de wereldwijde klimaatverandering zich ontwikkelt. Ze liet zien dat het menselijk handelen toch echt verantwoordelijk is voor de algehele opwarming van de aarde en hoe de verschillende scenario’s en modellen leiden tot plaatjes waarop blauw (koud) steeds meer en steeds sneller vervangen wordt door rood (warm). Menno Schreuders van IenW lichtte de Nationale Adaptatie Strategie en het Deltaprogramma Ruimtelijk Adaptatie toe.
[CITAAT DEELNEMER]
‘Het was heel nuttig om op locatiebezoek te gaan. Zo zie je in de praktijk hoe klimaatadaptatie gestalte krijgt. In de fysieke ruimte komt immers alles samen.’
Stoomcursus stadsklimaat
Op dinsdag vertelde Sanda Lenzholzer (WUR) over lokale ontwerpmaatregelen die het stadsklimaat positief kunnen beïnvloeden en Fransje Hooimeijer (TUD) over het belang van de ondergrond en de natuurlijke, fysische omstandigheden in een gebied. De deelnemers pasten de kennis toe in een spel over de inrichting van het Beurskwartier, zoals toegelicht door Marit Linckens van de gemeente Utrecht. Martin Knuijt, landschapsarchitect bij bureau OKRA, vertelde tot slot van de dag welke keuzes er gemaakt zijn bij het inrichten va de Merwedekanaalzone op het gebied van groen, water, mobiliteit, energie en andere relevante aspecten.
[CITAAT DEELNEMERS]
‘Van de ‘stoomcursus stadsklimaat’ heb ik veel geleerd over concrete maatregelen tegen hitte en wateroverlast.’
Meerschaligheid
Op woensdag was de groep te gast in de gemeente Zwolle, waar onder meer het samenwerkingsverband Climate Campus actief is. Nanco Dolman: ‘We werken met veel verschillende partijen hier in de regio samen en fungeren onder andere als innovatiemotor.’ Een deel van de partijen zat ook in de zaal. Aansluitend benadrukte Stefan Kuks, hoogleraar aan de UT, dijkgraaf en voorzitter van de Stuurgroep Deltaprogamma Ruimtelijke Adaptatie, de ‘meerschaligheid’ van de thematiek. Bas Jonkman, hoogleraar aan de TUD, sloot daar op aan met maatregelen die vooral landelijk genomen worden in bijvoorbeeld het kader van Meerlaagse Veiligheid. ‘Technisch is er enorm veel mogelijk, zoals we in het project BRIGAID laten zien, waar meer dan honderd ideeën in zitten. We kunnen nog heel wat zeespiegelstijging aan voor we echt in de problemen komen.’
Zwolle voorop
Uit de zaaldiscussie bleek dat het financieren van klimaatadapatieve maatregelen en het verhogen van het bewustzijn van burgers uitdagingen zijn waar de overheden gezamenlijk voor staan. Andreas van Rooijen van de gemeente Zwolle en Gerrit Pieter Roetert Steenbruggen van het Waterschap Drents Overijsselse Delta namen de groep mee de binnenstad in om die maatregelen in de praktijk te bekijken. Ze lieten onder meer zien hoe er met nieuwbouwprojecten ingespeeld wordt op hogere waterstanden. Zwolle loopt flink voorop, zo was de algehele constatering.
Nieuwe rollen voor het Rijk
Op donderdag stond de rol van het Rijk centraal. Ter zake kundig adviseur Robert de Graaff gaf diverse voorbeelden van nieuwe rollen en verhoudingen tussen verschillende overheden en tussen overheden en de ‘krachtige samenleving’. Via Skype belde Marit Linckens uit Utrecht in om vragen van de deelnemers te beantwoorden over waar Utrecht tegenaan loopt in het klimaatbestendig ontwikkelen van de Merwedekanaalzone. Dit gaf de deelnemers input om in drie subgroepen na te denken over de grote vraag van deze Summerschool: hoe kan het Rijk toegevoegde waarde bieden richting gemeenten die met klimaatadaptieve stedelijke ontwikkeling bezig zijn?
Rijk en gemeente hand in hand verder
Op vrijdagochtend werkten de subgroepen hun ideeën verder uit tot elk een eigen advies over de rol van het Rijk. In de middag hield elke groep een presentatie voor de jury. Die bestond dit jaar uit Peter Heij, DG Water en Bodem van IenW, Anouk Teuns, programmamanager Kwaliteit Openbare Ruimte en Klimaatadaptatie van de gemeente Utrecht, en Erik Schmieman, plaatsvervangend directeur KIS van IenW. Eén groep stelde voor om een multidisciplinair adviesteam in het leven te roepen om gemeenten te ondersteunen. Een andere groep kwam met het voorstel om met verschillende partijen een concreet kader te ontwikkelen over wat klimaatadaptatie precies inhoudt en hoe je daar op een toekomstbestendige manier aan kunt werken. Een derde groep stelde verschillende activiteiten voor, waaronder een pilot met de gemeente Utrecht om tot een verdere invulling van normen te komen. Deze laatste groep won de juryprijs en zal binnenkort het idee presenteren in de Bestuursraad. Tijdens de borrel werden de eerste vervolgafspraken gemaakt – voor het uitwerken van de pilot, maar ook om gewoon eens bij elkaar op het werk te komen kijken.
[CITAAT DEELNEMER]
‘Heel nuttig om een week lang op de vrijplaats die de Summerschool biedt samen ondergedompeld te worden in zo’n complex onderwerp als ruimtelijke klimaatadaptatie!’