Verslag Masterclass 5 juli 2021

Luister naar het verhaal dat mensen vertellen

Impressie masterclass ‘Hoe houden we het democratisch in transities?’

De grote transities waar Nederland voor staat, zijn al niet eenvoudig te realiseren. Daar komt bij dat niet alle burgers meteen staan te juichen. Sommige burgers gaan met de hakken in het zand. We kunnen hen beter betrekken door onder meer goed naar hun verhaal te luisteren en de achterliggende zorgen en waarden productief te gebruiken om een stap verder te komen, bleek tijdens de masterclass. ‘Plak geen etiketten op tegenstanders,’ waarschuwde Udo Pesch (TU Delft). ‘Breng kennis en waarden uit verschillende werelden samen,’ stelde Tamara Metze (WUR). Tom Radstaak van de directie Participatie herkende de aanbevelingen van de sprekers en brengt ze graag een stap verder.

Erik Schmieman, plv. directeur van de directie KIS, opende de masterclass en zat deze voor aangezien Vincent Marchau (TU Delft) verhinderd was. ‘Binnenkort gaan we over van ‘KIS’ naar ‘Algemeen Strategisch Advies’, maar de masterclasses houden we erin. Deze keer gaat het over de grote veranderingen die schuren. Denk aan het stikstofbeleid dat vraagt om andere landbouw en sommige boeren in hun bestaan bedreigt. Denk aan de energietransitie die ons vraagt van het gas af te gaan en een windmolen in onze achtertuin te zetten. Bij IenW staan we midden in deze problematiek. Hoe houden we het democratisch?’

Democratie uit evenwicht
Udo Pesch, universitair hoofddocent Ethiek van technologie en hoofd van de sectie Ethiek en filosofie van technologie aan de TU Delft, kreeg als eerst het woord. ‘Als we aan democratie denken, moeten we inzien dat er eigenlijk twee min of meer tegenstrijdige modellen tegelijk gelden. Enerzijds hebben we de liberale rechtsstaat waarin de burger via gekozen vertegenwoordigingen en allerlei wet- en regelgeving en procedures wordt gehoord en beschermd. Maar democratie betekent ook dat we een gemeenschap met elkaar vormen op basis van een gedeelde identiteit. Deze twee vormen van democratie moeten met elkaar in evenwicht zijn, maar dat lijken ze niet te zijn. Dat is een oorzaak van populisme : burgers vertrouwen de overheid niet, ze worden verweten emotioneel en op basis van misinformatie te handelen. En ze vragen zich af wat nu eigenlijk rechtvaardig is – bijvoorbeeld als het om de energietransitie of het klimaatbeleid gaat.’

Erik Schmieman

Udo Pesch

Tamara Metze

Tom Radstaak

Verschillende vormen van rechtvaardigheid
We zijn geneigd om mensen die met hun hakken in het zand gaan te zien als ‘NIMBIES’ en mensen die alleen uit zijn op hun eigenbelang. Pesch: ‘Het gaat hier in feite om een verdelingsvraagstuk: lokaal zijn er lasten of kosten – bijvoorbeeld die windturbine die nogal dichtbij staat –, terwijl de opbrengsten en baten niet bij diezelfde mensen terecht komen. We zijn dan op zoek naar zogenoemde distributieve rechtvaardigheid. Het is dan niet voldoende om alleen de formele procedures goed af te lopen. We moeten ook rekening houden met wat we noemen ‘erkenningsrechtvaardigheid’. Dan gaat het meer om die gevoelde identiteit, waar ik eerder over sprak. Hiervoor is het nodig dat je luistert naar het verhaal dat de mensen vertellen. Wat zijn hun zorgen? Wat drijft hen? Wat zijn voor hen belangrijke waarden? Die ‘justice as recognition’ komt uit Noord-Amerika toen duidelijk werd dat de first nations te lang genegeerd waren en zich lang buitengesloten hadden gevoeld.’

Verzet als bron van kennis, perspectieven en waarden
In Groningen is een soortgelijk mechanisme gaande, aldus Pesch. ‘Veel Groningers voelen zich rond de gaswinning niet gehoord. Alsof er sinds de veenkoloniën niets wezenlijk veranderd is en Groningen nog altijd een wingewest voor de Randstad is. Deze situatie los je niet op met nette procedures alleen, maar door vooral de gevoelens van de Groningers serieus te nemen in het beleid.’ Als je dat doet, krijgt besluitvorming een meer cyclisch karakter, stelt Pesch. ‘Naast het formele traject moet er een meer infomeel traject zijn, waarin juist plaats is voor die waarden van direct betrokkenen. Neem die mee, zodat er een ‘backflow’ ontstaat tussen de formele en de informele kant van beleidstrajecten. Kijk dan ook anders naar projecten en evalueer ze niet op hun geïsoleerde uitkomsten, maar op hun vermogen om tot legitieme en effectieve backflows te komen.’ Lokaal verzet kan aanleiding geven tot nieuwe kennis, perspectieven en waarden. ‘Het opplakken van het NIMBY-etiket ontneemt gemeenschappen de mogelijkheid zichzelf rondom die zo belangrijke emergente waarden te organiseren.’

Paradoxen rond participatie
Tamara Metze was de tweede spreker. Zij heeft een achtergrond in de politicologie, bestuurskunde en wetenschaps- en technologiestudies en werkt als universitair hoofddocent bij de leerstoelgroep Bestuur en Beleid aan de WUR. ‘In de jaren ‘90 was ik werkzaam als opbouwwerker in Zaanstad. Toen was er al de belofte dat meer participatie tot beter beleid en een betere implementatie ervan zou leiden. Er was dan immers draagvlak en conflicten zouden worden opgelost. Burgers moesten zelf ook vaardiger worden in participeren. Er is en wordt veel geëxperimenteerd. In de loop van de tijd zijn er allerlei paradoxen ontstaan. De eerst is de paradox van de pilot: veel vernieuwd, maar niets veranderd. Hiermee bedoel ik dat er weliswaar veel wordt uitgeprobeerd, bijvoorbeeld om de economie meer circulair te maken, maar dat de geleerde lessen uit al die afzonderlijke pilots nog te weinig leiden tot echte institutionele veranderingen.’

Niet te vermijden conflicten
De tweede paradox is die van de pluriformiteit: veel stemmen gehoord, maar veel uitgesloten. In verschillende wetenschappelijke projecten van VerDuS SURF – en daarbuiten – is gekeken naar hoe kleinschalige, lokale bottom-up initiatieven werken. Je kunt constateren dat je nooit iedereen daarbij kunt betrekken. De grote stille meerderheid wordt vaak niet bereikt en ook lukt het niet altijd om consensus te krijgen. En als die consensus er al is, dan ontstaan er later soms alsnog conflicten met mensen die wel een belang van een lokale ontwikkeling hebben, maar er niet bij betrokken zijn geweest. Dit brengt me op de derde paradox – die van het pragmatisme: veel opgelost, maar meer conflicten. Kijk hiervoor maar naar de processen rond de regionale energiestrategieën. Er wordt met allerlei stakeholders samengewerkt, maar er blijft heel veel weerstand tegen de komst van hernieuwbare energie in de zogenoemde zoekgebieden. Dit heeft ook weer te maken met de onrechtvaardigheid die mensen in de praktijk ervaren.’ 

Grenswerk
Maar hoe kan het dan wel? Metze: ‘Doe meer ‘institutioneel’ werk. Zorg bijvoorbeeld dat patronen worden doorbroken, en dat wet- en regelgeving wordt veranderd. Maak experimenteel bestuur, zoals Susanne Potjer dat noemt, meer gangbaar. Verder kunnen grenswerkers bruggen slaan tussen organisaties – zeker als ze gebruik maken van zogenoemde grensobjecten, waarin je kennis, waarden en inzichten uit verschillende werelden kunt samenbrengen. Denk hierbij aan een interactieve kaart of de schets voor een ruimtelijk plan, waarop nog niet teveel is ingevuld. En maak conflicten productief. Probeer mensen mee te nemen in lastige afwegingen; waar moet de hernieuwbare energie komen – even voorbij de eigen achtertuin gedacht? Wat vinden mensen rechtvaardig? Organiseer processen zo dat je daar achter komt, zoals we bijvoorbeeld in het JustRES-project doen.’

Het vraagt wel wat
Tom Radstaak van de directie Participatie is behalve werkzaam bij IenW zelf ook onderzoeker. Hij gaf aan de inbreng van de beide sprekers heel verfrissend te vinden. ‘Deels doen we bij IenW al veel van wat jullie zeggen, maar deels zouden we er ook nog meer mee kunnen doen. Ik denk wel dat het nogal wat van ons als ambtenaren vraagt om het helemaal goed te doen. Bijvoorbeeld: om goed om te kunnen gaan met burgers heb je veel lokale kennis nodig. Doordat wij regelmatig van functie veranderen, verdwijnt die kennis vaak weer. Ook moeten we leren andere rollen te spelen. We gebruiken trouwens nu al instrumenten als de Participatieve Waarde Evaluatie en Social Impact Assessment. We krijgen hiermee al veel meer verbinding met wat mensen belangrijk vinden in hun omgeving. En wat betreft het institutionele werk denk ik dat we vooral ook over de grenzen van ons eigen departement moeten gaan. Alle transities komen in de ruimte en de dagelijkse leefwereld van mensen samen. Daar moeten we ons op richten. Wat dat betreft richt ik graag een standbeeld op voor de grenswerker! Die heeft niet alleen met een boze buitenwereld te maken, maar vaak ook met een boze binnenwereld! Tot slot: we zijn bezig met het opzetten van een onderzoeksprogramma binnen de nationale wetenschapsagenda, REDRESS, dat ook over nieuwe vormen  van burgerbetrokkenheid gaat.’

Niet je eigen weerstand creëren
Naar aanleiding van de inbreng van Tom Radstaak en vragen uit de chat, passeerden nog de volgende noties de revue. Pesch: ‘Probeer niet teveel te denken in ‘groepen’, zoals ‘de stille meerderheid’. Hét publiek bestaat niet. Zet meerdere instrumenten tegelijk in om erachter te komen met wie je allemaal te maken hebt.’ Metze: ‘En pas met een instrument als de Sociale Impact Assessment op dat het geen afvinklijstje wordt. Voor je het weet, creëer je nieuwe systemen waar je later weer vanaf wilt.’ Een deelnemer vroeg of participatie niet veel te lang duurt als het urgente vraagstukken gaat. Pesch: ‘Het duurt lang, maar je bent nog veel verder van huis als je de processen niet goed aanpakt en je zo je eigen weerstand creëert.’ En past een benadering als de Mutual Gains Appraoch hier ook? Metze: ‘Ja, mits de uitkomsten goed zijn ingebed in de politieke besluitvorming. De politiek moet als het ware wel van tevoren alvast aangeven dat de uitkomsten uit zo’n participatief proces ook echt worden overgenomen.’

Interessante links: