Verslag 21 mei 2019
Het Antropoceen vraagt om verbeelding
We leven op een ‘planet of no return’, stelde Albert Faber tijdens de masterclass op 21 mei. ‘Het Antropoceen – het tijdperk waarin de mens een stevige impact op de natuur heeft voor zover die twee nog zijn te scheiden – gaat niet meer weg. Het is niet vijf voor twaalf maar kwart over twaalf.’ Dat is geen reden om bij de pakken neer te zitten, maar wel om dingen anders aan te pakken dan we zijn gewend. En laten we daarbij vooral onze blik op de natuur richten, betoogde Jaco Appelman. ‘Als we ons in onze ontwerpen laten inspireren door biologische principes komen we verder zonder dat de planeet en wijzelf ten onder gaan.’
Elize de Kock van IenW-KIS, opende de masterclass. ‘We laten ons graag vanmiddag weer prikkelen door de wetenschap. Zo krijgen we kennisgebaseerd en goed onderbouwd beleid.’ Namens de TUD als mede-organisator van de masterclass lichtte middagvoorzitter Vincent Marchau vervolgens het programma toe. Daarna gaf hij het woord aan Albert Faber, thans werkzaam in een kennisfunctie bij het ministerie van EZK en voorheen verbonden aan WRR en PBL. Faber schreef op basis van zijn ervaringen bij de verschillende kennisinstituten vorig jaar het boek ‘De gemaakte planeet, leven in het Antropoceen’. Faber: ‘De invloed van de mens op aarde is alomvattend. Oude templates als ‘duurzaamheid’ of ‘vergroening’ voldoen niet meer om aan te geven dat we te maken hebben met een wezenlijk nieuwe tijd. Er is een nieuw verhaal nodig, dat recht doet aan de urgentie, de complexiteit en de grote verantwoordelijkheid die we hebben. Dat nieuwe verhaal wordt gevat met de term Antropoceen.’
Mens en natuur zijn niet te scheiden
Het Antropoceen staat voor urgentie, waardenstrijd en complexiteit, vervolgde Faber. ‘Er zijn vele urgente ecologische vraagstukken, vaak op mondiale schaal, waar we ons grotendeels bij neer moeten leggen. De wereld is veranderd en dat gaat gepaard met dreiging en verlies. Klimaatverandering is nu niet iets om ‘op te lossen’, maar om te proberen te beperken én om mee te leren leven. Dat is nog een zoektocht.’ Het waardenvraagstuk zit voor Faber in de ongelijkheid in de wereld: ‘Het Antropoceen brengt verschillen in kansen, risico’s en machtsverhoudingen met zich mee. Dit zijn verdelingskwesties en daarmee zitten we in het domein van politiek en ethiek. Met welke waarden en welke belangen moeten we rekening houden? Hoe gaan we bijvoorbeeld om met de dieren in de Oostvaardersplassen? Hoort bij het Antropoceen een nieuw soort verantwoordelijkheid?’ De complexiteit – het derde element – zit in het feit dat mens en natuur niet te scheiden zijn en we te maken hebben met complexe onderlinge relaties.
Navigeren in plaats van sturen
Voor de wereld van beleidsmakers betekent de nieuwe werkelijkheid van het Antropoceen dat we van sturing naar navigatie moeten. Faber: ‘We moeten kleine maar beloftevolle stapjes vooruit zetten in de richting van onze ambitie, onze koers. We moeten daarbij voortdurend omgaan met onzekerheden en een pluriformiteit en diversiteit aan ideeën en strategieën verkennen. Van top-down gaan we naar bottom-up, van oplossing naar bijdrage, en van voorzorg naar nazorg. Bij deze zoektocht hebben we verbeeldingskracht en omgevingsbewustzijn nodig. Met wervende toekomstbeelden creëer je meer betrokkenheid dan met doemdenken.’
Andere spelregels en businessmodellen
Hier pakte Jaco Appelman (Universiteit Utrecht) van huis uit sociaal-wetenschapper ‘maar inmiddels steeds meer bioloog’ het stokje over. ‘We hebben dus een andere blik op dezelfde problematiek nodig. Vroeger betekende een groeiende economie ook altijd een krimpende ecologie. Maar dat hoeft niet zo te zijn als we voor die economie enkele basale levensprincipes uit de natuur zouden inzetten. Dat leidt tot bijvoorbeeld veel slimmere producten die veel langer meegaan. Daarbij horen dan wel andere spelregels. Want producten die langer meegaan, passen vaak niet in de huidige businessmodellen waarin juist verdiend wordt aan spullen die stuk gaan en vervangen moeten worden.’
Van 100% materiaal naar 2% materiaal
Een eye-opener was het plaatje waarop Appelman vergelijkt hoe mensen dingen aanpakken en hoe de natuur dingen aanpakt. ‘Wij mensen gebruiken heel er veel energie en – gek genoeg – vrij weinig informatie om tot onze producten te komen. De natuur doet dat anders en gebruikt veel minder materiaal en energie en veel meer informatie. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een paal te maken waarmee je huizen kunt bouwen die nog maar 2% van het materiaal in zich draagt van het totaal aan materiaal dat doorgaans in onze palen zit, mits we een constructie gebruiken die van de natuur is afgekeken.’
De natuur als inspiratiebron
Volgens Appelman is het tegelijkertijd de kunst om te denken in termen van ‘meer’ en ‘beter’ in plaats van ‘minder’. ‘In boodschappen over het milieu gaat het vaak over ‘minder’: minder douchen en minder vliegen. Maar is het niet veel aantrekkelijker om met de natuur als inspiratiebron te gaan uitproberen hoe dingen mooier, leuker en beter kunnen en hoe we meer sociale welvaart kunnen bereiken?’ Appelman lichtte vervolgens zes verschillend levensprincipes toe, zoals ‘zorg voor redundantie en diversiteit’. ‘Wij zijn geneigd om alles heel efficiënt te willen doen en altijd maar te willen bezuinigen. De natuur doet dat niet, is veel adaptiever en overleeft daardoor op de langere termijn veel gemakkelijker.’ Ook zouden we van groeien naar ontwikkelen moeten, stelt Appelman. ‘Dat geldt niet alleen voor productontwikkeling, maar ook voor beleid.’ Appelman toonde een filmpje van het bedrijf BioMason dat micro-organismen inzet voor het laten groeien van basismateriaal voor bakstenen, wat aanzienlijk minder energie en materiaal kost. ‘Als we meer van dit soort bedrijven in onze Nederlandse economie zouden hebben, zouden we een concurrentievoordeel van wel drie eeuwen hebben!’
Nieuwe vragen en een tempoprobleem
Tiny van der Werff van de Directie Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s gaf als eerste een korte reactie op de sprekers. ‘Het is goed om te benoemen dat er geen weg terug meer is, zoals Albert doet. Veel uit de nieuwe manier van doen die hij omschrijft hebben we al opgepakt – met name rond klimaatverandering. Het zou goed zijn als we dit ook op andere terreinen meer zouden doen. Zullen we moeten navigeren op een uitgezette koers of juist ook andere strategieën moeten inzetten, zoals Jaco beschrijft, en dan maar zien waar we uitkomen? Het is moeilijk om alles van tevoren uit te denken. En de vraag is ook wie dat moet doen; misschien hebben we heel andere ministeries nodig dan we nu hebben. En hoe verhoudt rijksbeleid zich tot het werken op lokaal niveau, wat jullie allebei benadrukken? Ik betreur overigens tezamen met Jaco dat de technische cyclus in onze economie veel meer aandacht krijgt dan de biologische. Zorgen dat alles meer cyclisch en afbreekbaar vormkrijgt, is heel belangrijk. Tegelijkertijd levert werken met biologische principes, zoals ook in de biotechnologie, weer nieuwe vragen op. En we zitten met een tijdsprobleem. Het tempo van de evolutie gaat traag terwijl onze problemen in hoog tempo verergeren.’
Samen ontwerpen
In de discussie met de zaal ging het onder meer over de noodzaak van het stellen van doelen en regels. Wat zou IenW nu anders moeten doen? Appelman: ‘Denk meer in trade offs tussen verschillende waarden. Wat laat je voorgaan en wat krijgt dus wat minder nadruk? Het is als de bij die moet kiezen tussen snel zelf wat eten met het risico te worden opgegeten of juist minder eten en goed uitkijken dat hij niet wordt opgegeten door een ander dier.’ Faber: ‘Wat ook helpt, is om problemen groter te maken in plaats van kleiner. Dan komt de complexiteit meer in beeld en zie je ook meer oplossingsrichtingen. Bekijk het zoal een huisarts niet alleen naar de lichamelijke klacht, maar naar de hele mens en de context waarin deze leeft.’ Op politiek niveau – en als collectief – het gesprek voeren over welke waarden belangrijk zijn, is dus essentieel volgens beide sprekers. En ook: onorthodoxe combinaties en experimenten doen. ‘Dingen moeten mogen mislukken,’ aldus Faber. ‘En ga vooral samen aan de slag met concrete ontwerpen,’ aldus Appelman.
Ontwerpen met waarden is het onderwerp van de komende Summerschool van IenW en TUD. Jaco Appelman is daar één van de docenten. Aanmelden kan t/m 17 juni via https://tinyurl.com/ienwsummerschool
Jaco Apelman
Albert Faber
Tiny van der Werff
Albert Faber en Jaco Appelman in de KIS Masterclass van 21 mei 2019