Project Ruralization is net afgerond. In de loop van vier jaar onderzochten partners uit 12 EU-landen hoe we het Europese platteland het beste kunnen revitaliseren. Vanuit de faculteit Bouwkunde gaf professor Willem Korthals Altes leiding aan het gehele project. Daarnaast werkte hij vanuit zijn persoonlijke expertise aan de vraag: van wie is de landbouwgrond en wat moet ermee gebeuren? “Boer is eigenlijk het enige overgebleven erfelijke beroep in Europa: je wordt boer omdat je ouders dat zijn.”
In de samenvatting van project Ruralization staat de volgende beschrijving van de staat van landelijk gebied in Europa, geschreven door Dr. Titus Bahner van Kulturland.
"Het Europese platteland loopt leeg. Jonge en hoogopgeleide mensen trekken naar de steden, de ouderen blijven achter. Scholen en winkels sluiten, dokters vertrekken, het openbaar vervoer stopt. Culturele bijeenkomsten zijn er nauwelijks nog. Het is een vicieuze cirkel.
Hiernaast zijn de landschappen nu eentonig. Weides zijn drooggelegd, heggen gekapt, vogels en insecten gedecimeerd. Kleine boeren geven op en grote boerderijen blijven groeien. Machines worden via satellieten bestuurd en boerderijdieren worden verstopt. Er zijn steeds minder banen beschikbaar."
Het is niet verbazend dat de Europese Commissie in 2018 een oproep deed voor een consortium om deze ‘vicieuze cirkel’ te bestuderen en tegen te werken.
Ruralization benadrukt dat de EU in een decennium bijna 4 miljoen landbouwbanen kwijt raakte. (Infographic door Access to Land, illustratie door Camille Lucas.)
Een team komt samen
Willem zag de oproep staan op de website van de Europese Commissie. “Onze faculteit reageert vooral op stedelijk georiënteerde projecten, maar landbouw is heel belangrijk voor de EU.” Een voorstel schrijven is veel werk, dus moest Willem afwegen of hier een slaagkans lag. “Ik voelde aan van wel. De veroudering van landelijk gebied, de kansen van de nieuwe generatie, daar kunnen we aan werken. En de toegang tot grond voor nieuwe generaties, dat is grondbeleid! Daar kan ik zelf een bijdrage aan leveren.”
De eerste stap is zoeken naar partners. Willem kwam in contact met Terre de Liens in Frankrijk, een organisatie die hulp biedt aan nieuwe boerderijen. Een van de topfiguren hiervan is een man die in 1964 nog geroeid heeft voor Nederland in de Olympische spelen. “Hij was eigenlijk direct om.” Via een publicatie vond Willem een organisatie in Finland die precies onderzochten wat hij wilde weten: wat willen jongeren? “Ik heb gewoon de directeur een mailtje gestuurd. Ze leverden meteen een heel werkpakket! Zij suggereerden om de wensen van jongeren te vergelijken met daadwerkelijke demografische trends.” Langzaam kwam het team samen: tegen de tijd dat het voorstel werd ingediend, had Willem al in meer dan tien landen partners gevonden.
Wie is Willem?
Willem Korthals Altes is professor bij MBE. “Mijn onderwerp is, kort gezegd, grondbeleid.” Hiermee bedoelt hij het inrichting en beheer van de fysieke ruimte waar wij wonen en werken. Het gaat om de interactie tussen markt en beleid, zowel in stedelijke als landelijke omgeving, de juridische aspecten en de waarde van de grond en wat zich erop bevind. “Grond is interessant, het is namelijk zowel een manier om te beleggen als een essentiële behoefte. Zodoende is grond vaak een bron van conflict, wanneer wensen en praktijk botsen.”
Een plan van aanpak
Bij de startbijeenkomst had het consortium al besloten om zich te richten op vier pilaren: de ambities van jongeren, lokale initiatieven, beleid (waaronder EU landbouwbeleid), en toegang tot grond. Voor de eerste pilaar bracht men in 20 regio’s verspreid over 12 EU-lidstaten de toekomstdromen van jonge mensen in kaart. Er werden workshops gehouden met bijvoorbeeld lokale beleidsmakers om te onderzoeken wat deze dromen tegenwerkt. De regio’s werden anderhalf jaar later opnieuw bezocht om obstakels verder te definiëren.
De onderzoekers interviewden betrokkenen bij 30 lokale initiatieven, gestart voor drie verschillende partijen: nieuwkomers in het landelijk gebied, nieuwe boeren, en bedrijfsopvolgers die zorgen voor vernieuwing van landbouw. Daarnaast startte een onderzoek naar het landbouwbeleid van de EU, specifiek naar vernieuwing van generaties. Hoe hebben verschillende lidstaten dit opgepakt en vormgegeven? En tot slot werd onderzocht hoe nieuwkomers toegang krijgen tot grond, vanuit beleid, marktontwikkelingen, en 64 maatschappelijke initiatieven. Vervolgens zijn een aantal mogelijke nieuwe initiatieven verder uitgewerkt.
Tegenslagen en ontdekkingen
Vlak na de start van het project veroverde corona de wereld, en moesten alle workshops en interviews online. Dat maakte het sociale gedeelte van het project wel erg moeilijk. Willem: “Veel mensen moesten opeens op de kinderen passen, wat organiseren een stuk moeilijker maakte. Het enige lichtpuntje was dat we echt konden focussen op dit project. Ruralization gaf ons een doel.” Hij is achteraf erg dankbaar aan de lokale teamleiders de moed erin hielden, zij hebben het project gered. “En het was ontzettend fijn dat we aan het einde van het project elkaar weer konden zien, dat voelde als een feest!”
Keer op keer ontdekten onderzoekers dat veel jongeren in steden best landelijker wilden wonen. (Grafiek door Prof. Tuomas Kuhmonen)
Tijdens het project kregen de onderzoekers veel positieve reacties op hun aanpak: jongeren rechtstreeks aanspreken en vragen naar hun wensen. Willem: “Het is eigenlijk gek dat dit wordt gezien als vernieuwend, maar beter laat dan nooit.” Een interessante vondst die al vroeg naar boven kwam is de discrepantie tussen de wensen van jongeren, die vaak aangeven dat ze landelijk willen wonen, en de toenemende verstedelijking. Onderzoekers in Frankrijk, Polen, en Nederland werden stuk voor stuk verrast.
Hoe nu verder?
De uitkomsten van Ruralization zijn deprimerend en hoopvol tegelijk. Willem: “Er zijn overal initiatieven voor lokale participatie in landbouw. Maar het is nog heel erg in de marge… Laten we ze wijdverspreid maken!” Hij leek niet bepaald positief over hoe EU landbouwbeleid werd opgepakt. Er is bijna nergens beleid om nieuwe boeren toegang te geven tot grond. “Landbouw in de EU is tot nu toe zo gefocust op schaalvergroting en automatisering, en veel staten leken te zeggen: wij gaan gewoon door zoals we het nu doen.”
Ruralization toont de enorme ongelijkheid in de EU tussen kleine en grote boerenbedrijven. (Infographic door Access to Land, illustratie door Camille Lucas)
Het viel tegen hoe groot de genderongelijkheid nog is in het boerenbedrijf. In Nederland is maar 5,6% van de boeren vrouw, waarvan velen boven de 65, en ze bezitten slechts 3,4% van de grond. Willem: “Dit sluit aan bij de oude traditie dat je als vrouw alleen een boerenbedrijf krijgt als je weduwe wordt.” Gelukkig zijn er door partners van Ruralization al meerdere gendergelijkheid-initiatieven gestart, bijvoorbeeld het door Bouwkunde gesteunde project FLIARA.
Nederland staat er slecht voor, maar dat kunnen we aanpakken. Willem: “Kijk bijvoorbeeld naar Frankrijk, daar serveren veel schoolkantines expres lokale producten.” Hij zegt dat meer boerenland ingezet moet worden voor lokale productie in plaats van de wereldmarkt. “Landelijk gebied staat nu zeker al op de agenda in Nederland. Vroeger was de overtuiging: wat goed is voor de economie van de landbouw is goed voor een levendig landelijk gebied. Maar we weten nu dat dit een achterhaalde gedachte is, en het is tijd om daarnaar te handelen.”
Gepubliceerd: november 2023
Meer informatie
Ruralization heeft een website met een overzicht van het project en bijgewerkte informatie. De foto’s en infographics in dit artikel vind je op deze subpagina.
Ruralization heeft een MOOC gemaakt op basis van hun bevindingen.
De bannerfoto van dit artikel is afkomstig van Pexels.