Bewonersgroepen in Cairo zijn in toenemende mate actief in het wijkbeheer, met wisselend succes. Ambtenaren zijn blij met hun inspraak, maar hebben vaak de middelen niet om er iets mee te doen, constateert Aya El-Wageeh in haar promotieonderzoek. Het ontbreekt ook aan formele kanalen waar lokale activisten kunnen aankloppen. “Als deze actieve burgers ruimte krijgen voor inspraak, kan dat een groot potentieel ontketenen.” aldus El-Wageeh.
De revolutie van 2011 was de directe aanleiding voor de toegenomen betrokkenheid van bewoners bij hun buurten. Toen het centrale gezag tijdelijk wegviel, stonden er groepen van bewoners op die onveiligheid en andere problemen in hun straten gezamenlijk te lijf gingen. Na het herstel van de stabiliteit in het land, groeiden dergelijke buurtwachten in veel gevallen uit tot een soort bewonerscomités. Ze pakken verloedering van hun buurt aan, leggen stadstuinen aan of spreken lokale autoriteiten aan op kuilen in de weg, ontbrekende straatstenen of kapotte riolering.
‘Fixer’groepen voor stedelijke verbetering
Aangezien veel van de bewonersgroepen hun activiteiten melden op Facebook, kon El-Wageeh ze benaderen. “Het overgrote deel ervan fungeert puur als ‘fixer’ groep”, constateert ze. “Ze houden zich bezig met het oplossen van fysieke problemen in het fysieke domein van de stad, zonder politieke bijbedoelingen.”
Ze slaagde erin contact te leggen met vijftien bewonersgroepen uit negen verschillende stadswijken die zich inzetten voor stedelijke verbetering. De omvang van de groepen varieert van een paar honderd tot duizenden buurtbewoners. Ze had ook interviews met zowel deelnemers van buurtcomités als met ambtenaren belast met buurtbeheer. Daaruit blijkt dat bewoners zich graag actief inzetten voor het beter functioneren van hun stadsdeel en zich meer betrokken voelen bij hun wijk, ook al worden lang niet al hun wensen ingewilligd. Vaak ontbreekt het geld voor aanleg van een buurtpark of verbetering van een kruising, want de Rijksoverheid investeert liever in nieuwbouw.
Urban planning is meer dan het bouwen van nieuwe huizen, wijken en steden. Het gaat ook om het goed laten functioneren van de bestaande stad. Daarvoor is de inbreng van iedereen nodig.
Aya El-Wageeh
Officiële kanalen ontbreken
De lokale autoriteiten zijn blij met de extra handen en oren, blijkt uit de interviews, omdat ze te maken hebben met chronische personele onderbezetting. Ze maken daarom graag gebruik van de “multidimensionale” kennis van burgercomités. “Alleen komt de inbreng van bewoners zelden terecht op stedelijk beleidsniveau, omdat de officiële kanalen daarvoor ontbreken”, constateert El-Wageeh. “Dat is een gemiste kans. Als deze actieve burgers ruimte krijgen voor inspraak, kan dat een groot potentieel ontketenen.”
Zij pleit daarom voor meer inspraak voor bewoners en voor het inrichten van officiële kanalen, waar buurtgroepen met hun klachten en suggesties terecht kunnen. Daarnaast zijn er meer mogelijkheden nodig om lokale autoriteiten ter verantwoording te roepen als problemen niet worden opgelost. Een ombudsman zou die rol kunnen vervullen.
Verder zou niet alle communicatie moeten verlopen via onofficiële kanalen, zoals Facebook en Whatsapp. Haar bevindingen onderstrepen de behoefte aan een officieel kader voor het communiceren van bindende besluiten en voor het integreren van de inbreng van lokale activisten in stedelijk beleid. Het moet ervoor zorgen dat ingezet beleid niet stilvalt als één coöperatieve ambtenaar verdwijnt. Bovendien zou het kunnen helpen bij de aanpak van structurele beleidsfouten die de wortel zijn van veel problemen.
De voorgestelde maatregelen kunnen samen de basis vormen voor meer leefbaarheid in een megastad als Cairo, denkt El-Wageeh. “Urban planning is meer dan het bouwen van nieuwe huizen, wijken en steden. Het gaat ook om het goed laten functioneren van de bestaande stad. Daarvoor is de inbreng van iedereen nodig.”