Algemeen transformatiekader voor naoorlogse portiekwoningen
We zijn begonnen met identificeren van haalbare ingrepen om de energie-efficiëntie van portiekwoningen te verbeteren. We hebben ons algemene transformatiekader gebaseerd op het door John Elkington ontwikkelde kader om prestaties vanuit een alomvattend perspectief te evalueren, rekening houdend met milieugerelateerde, maatschappelijke en financiële aspecten. Deze drie-eenheid – People, Planet, Profit (PPP) – vormde het uitgangspunt voor de keuzematrix van ingrepen op basis waarvan ontwerpvarianten konden worden ontwikkeld.
In het transformatiekader verwijst ‘Planet’ naar een verzameling technische ingrepen die kunnen worden ingezet om de energie-efficiëntie van de woningen te verbeteren. Wanneer de schil van het gebouw wordt gerenoveerd en het gebouw luchtdicht wordt gemaakt, ontstaan er twee problemen: de ventilatie zal niet langer functioneren, en huurders zullen meer geluidsoverlast van elkaar ervaren omdat er minder geluid van buiten komt. Voorlopig onderzoek door woningcorporaties wijst uit dat vochtigheid en gehorigheid de twee grootste problemen zijn bij het renoveren van de schil van een gebouw. Het binnenklimaat van de woningen moet als een geïntegreerd, gezond geheel worden benaderd, met warmte, frisse lucht en goede geluidsisolatie. Om die reden hebben we deze drie aspecten samen als één ingreep beschouwd.
In het transformatiekader verwijst ‘Profit’ naar een verzameling ingrepen die betrekking hebben op de investering van woningcorporaties, en uiteindelijk op de huur die huurders betalen. Als het mogelijk is om het gebouw uit te breiden of de eenheden te vergroten door het dak of de tuinzijde erbij te betrekken, zullen woningcorporaties meer winst maken en kunnen ze dus investeren in de kostbare aanpassing van hun woningvoorraad.
In het transformatiekader verwijst ‘People’ naar een verzameling socioculturele ingrepen met betrekking tot de functionele en cultuurhistorische kwaliteit. Volgens de wet mag grondige renovatie alleen doorgang vinden wanneer 70 procent van de huurders ermee instemt. Deze portiekblokken hebben een narratieve waarde voor de bewoners. Natuurlijk moeten er soms aanpassingen worden gedaan om de kwaliteit van het gebouw te verbeteren. Middels een beoordeling van culturele en architectonische waarden is een positieve, neutrale of negatieve waarde toegekend aan de verschillende delen van de gebouwen. Uit voorlopig onderzoek is het belang van het renoveren en/of vervangen van keuken, badkamer en toilet(ten) gebleken. Ruimtes aan de tuinzijde die zijn verbonden met een smal balkon. Deze ruimte heeft te weinig voorzieningen en bergruimte.