Kornelis Blok - Een leven lang energietransitie
Kornelis Blok zet zich al jaren in voor de energietransitie. Op 24 mei 2023 is zijn afscheidsrede bij de TU Delft vanwege zijn pensionering, maar hij blijft zeker niet stilzitten. We spraken hem over het verleden en de toekomst. Hoe kijkt hij terug op zijn carrière en zijn jaren bij de TU Delft?
Kun je in het kort vertellen over je carrière binnen de TU Delft?
Mijn carrière begon eigenlijk in Utrecht, hier deed ik onderzoek en gaf ik les over verschillende aspecten op het gebied van de energietransitie. Ik heb op allerlei vlakken gewerkt, zowel in systemen als in beleidsontwikkeling. Daarnaast ben ik toen ook mijn eigen bedrijf Ecofys begonnen, een onderzoek- en adviesbureau voor energiebesparing en duurzame energietoepassingen.
Pas een jaar of negen geleden ben ik gevraagd om de ene dag per week die ik destijds bij de Universiteit van Utrecht werkte te ruilen voor een dag per week in Delft. Dat beviel zo goed dat ik fulltime ben gaan werken bij de faculteit TBM op de TU Delft.
Wat maakte het dat je het zo geweldig vond om het fulltime te gaan doen?
Wat ik mooi vind aan de TU Delft is de technische omgeving. De grote hoeveelheid mensen die aan allerlei aspecten van de energietransitie werken. Zo komen geothermie, warmte, elektriciteitssystemen of efficiëntie van gebouwen allemaal samen, niet alleen de technische kant, maar ook de beleidsmatige invalshoek, ethische aspecten, een echte multidisciplinaire benadering. Dit maakt het een hele interessante omgeving voor mij.
Terugkijkend, wat is je voornamelijk bijgebleven?
Iets waar ik heel trots op ben is mijn bijdrage aan het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Elke zeven jaar worden er wetenschappelijke beoordelingen van de klimaatverandering uitgebracht om beleidsmakers te informeren. In 2007 is de Nobelprijs voor de Vrede toegekend aan het IPCC. Daar heb ik nu een mooie herinnering van aan de muur hangen.
Ook ben ik altijd betrokken geweest bij het Delft Energy Initiative, de laatste vier jaar als voorzitter. Er zijn nu vier energie onderzoekinstituten waar 4 tot 6 faculteiten samenwerken. Daarmee kunnen we grote projecten aan en zo ons steentje bijdragen aan innovaties in de energiesector samen met bedrijfsleven, overheden en studenten. Dat vind ik geweldig.
Wat me ook is bijgebleven is het 180-jarige lustrum van de TU Delft in 2022. Het thema was ‘Speeding up the Energy Transition’. De helft van mijn tijd als voorzitter van het Delft Energy Initiative vond plaats tijdens de coronacrisis. Dat vond ik jammer. Alsnog was het lustrum geweldig, en hebben we goed zichtbaar kunnen maken wat we aan onderzoek doen als Energy & Climate Universiteit.
Zijn er nog specifieke momenten die je als hoogtepunt hebt ervaren?
Een mooi hoogtepunt voor mij was de Lintjesregen in 2022. Ik was in de veronderstelling dat iemand anders een lintje zou krijgen. Tot mijn grote verbazing stond daar ineens de decaan met mijn kinderen. Het bleek dat ik was voorgedragen door de universiteit en werd Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Een mooie erkenning, ook omdat mijn werk aan IPCC specifiek genoemd werd. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk echt over wat je aan verschil kunt maken en of je de wereld verder helpt met de kennis die je bijdraagt. Dat zit niet in een lintje, maar gewoon in het harde werk.
Je zegt dat erkenning eigenlijk maar een deel is, maar dat uiteindelijk impact hetgeen is wat je drijft. Wat drijft je nog meer?
Ik heb het altijd belangrijk gevonden om persoonlijk bij te dragen aan een duurzamere wereld. Al in 1984 toen ik bij Stichting Natuur en Milieu werkte, schreef ik het boekje ‘Onbeperkt Houdbaar’. In dit boekje stond een scenario voor Nederland om op 100% op duurzame energie te draaien in 2050. ‘Houdbaar’ was de letterlijke vertaling van de term ‘sustainability’. Dit bestond in het Engels wel, maar in het Nederlands had het woord ‘duurzaam’ pas zijn doorbraak in 1987 dankzij het Brundtland Rapport. Het was daarvoor nog niet zo’n gangbaar begrip.
Welke toekomstige uitdagingen gaan we tegemoet, kijkend naar de energietransitie?
De belangrijkste uitdaging is: hoe kunnen we de energietransitie versnellen? De ontwikkelingen op het gebied van alternatieven voor fossiele energiebronnen als zon- en windenergie, elektrische auto’s of warmtepompen gaan snel, maar het gaat nog niet snel genoeg. We willen klimaatverandering beperken, maar er komen toch steeds spaken in het wiel waardoor we vastlopen.
Ik vind dat we op het ergste voorbereid moeten zijn. Zelfs al doen we ons best, dan lopen we nog langs de rand van het veilige gebied. En eigenlijk is het niet eens duidelijk hoe groot dit veilige gebied is. Verder moeten we in de toekomst meer rekening houden met de kwetsbaarheid van onze energievoorziening.
En hoe ziet jouw toekomst er uit?
Er zijn nog genoeg dingen die mij bezighouden. Zo blijf ik nog 5 jaar verbonden aan de faculteit als gast, en blijf ik promovendi begeleiden. Ook ben ik net lid geworden van de Wetenschappelijke Klimaatraad van Nederland.
Iets wat ik ook heel leuk vind is Science Based Targets Initiative (SBTI). Bedrijven kunnen zich daarbij aansluiten om hun uitstoot te reduceren. Ze stellen zichzelf doelen die science-based, gebaseerd op de wetenschap, zijn. Ik ben in 2015 betrokken geweest bij het ontwerpen van hun methodes en word nu voorzitter van de Technical Council. Dit vind ik een mooie rol, nu dat ik er de tijd voor heb.
Dank je wel Kornelis, heb je nog afsluitende woorden?
Ik wil nog graag zeggen dat de TU Delft gewoon een ontzettend leuk instituut is om voor te werken. Ik heb hier een sterk ‘wij’ gevoel. Het is een wereld waar mensen elkaar wat gunnen en samen aan hogere doelen werken. Dat zorgt voor een plezierige en heel positieve werkomgeving.
Zelfs mijn vrouw zei bij mijn afscheid treffend: “Hé, wat is het een warme club”.