16 miljoen om de Nederlandse delta leefbaar te houden – ook als deze verandert

Nieuws - 24 februari 2023 - Webredactie

Delta’s en kustvlaktes zijn aantrekkelijke plaatsen om te wonen: vruchtbaar, vlak en bereikbaar vanuit zee. Deze gebieden zijn echter ook kwetsbaar voor klimaatverandering en zeespiegelstijging. Om beter te kunnen voorspellen hoe delta’s zich ontwikkelen is grondige kennis nodig van biogeomorfologie – hoe organismen, stromingen, golven en water- en zandafvoer samen het deltalandschap vormen. Vandaag werd bekend gemaakt dat Δ-ENIGMA, een project dat zich richt op deze vorming van het deltalandschap, een van de projecten is dat gefinancierd gaat worden vanuit de NWO Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur (GWI) call

Het project gaat tien jaar duren en ontvangt hiervoor 16 miljoen euro. Δ-ENIGMA is een samenwerking tussen Universiteit Utrecht, TU Delft, Universiteit Twente, Wageningen University and Research, NIOZ, Deltares en TNO. Biogeomorfologie staat hierin centraal. Het programma voorziet in infrastructuur om de Nederlandse Delta intensief te bemeten en experimenteel te onderzoeken. Hierdoor kan de toekomst beter voorspeld worden en blijft de Nederlandse Delta leefbaar, ook als deze verandert. 

“Wij beschikken nog niet over de modellen om veranderingen van delta’s in de komende jaren tot decennia nauwkeurig te voorspellen, vooral omdat onze kennis van de interactie tussen fysische en ecologische processen bij het ontstaan van delta's ontoereikend is,” vertelt Gerben Ruessink, projectleider van Δ-ENIGMA en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.

Nederlandse bijdrage aan Europese onderzoeksinfrastructuur

Met behulp van gespecialiseerde apparatuur is het straks mogelijk om de effecten van verschillende ingrepen aan de Nederlandse delta beter kunnen inschatten. Denk bijvoorbeeld aan drones en 3D laserscanners, maar ook aan de bouw en het gebruik van labs en labfaciliteiten. “Wij leveren daarbij een Nederlandse bijdrage aan de Europese onderzoeksinfrastructuur voor rivier-zeesystemen, DANUBIUS-RI”, vertelt Ruessink.

Building with Nature

De data die ∆-ENIGMA de komende 10 jaar gaat opleveren is cruciaal voor de ontwikkeling van zogenaamde Nature-Based Solutions voor klimaatadaptatie. De Zandmotor op de Delflandse kust is een iconisch voorbeeld van deze aanpak.  Stefan Aarninkhof, hoogleraar kustwaterbouwkunde en mede-aanvrager van ∆-ENIGMA namens TU Delft: “We hebben gedetailleerd inzicht nodig in de natuurlijke processen voor ontwerp en engineering van innovatieve oplossingen in rivier-zeesystemen, gebaseerd op Building with Nature. Samen met modellen om het effect van ingrepen te kunnen voorspellen behoort dit tot de kern van ons onderzoeksdomein”.

Volgens Aarninkhof kunnen we met de data en kennis die ∆-ENIGMA ons zal geven nieuwe oplossingen bedenken die bijdragen aan een veilige en bewoonbare delta. “Elke korrel zand of slib die we weten vast te houden in de delta zal helpen om op een natuurlijke manier mee te groeien met zeespiegelstijging.” Naast de natuurlijke vorming van het deltalandschap kijken onderzoekers ook naar de sociale component die komt kijken bij het vormen van delta’s: het complexe veld van stakeholders en hun belangen. Expertise op dit gebied wordt ingebracht door onderzoeker Jill Slinger en het Gamelab.

Open data en labs

In de tien jaar dat het project loopt, bouwt het project een database van metingen op die vrij beschikbaar is voor wetenschappers, beleidsmakers en delta-managers. “∆-ENIGMA zal de nationale en internationale samenwerking versterken omdat de verzamelde gegevens open en FAIR zijn en de laboratoriumfaciliteiten voor anderen toegankelijk zullen zijn”, aldus Ruessink. 

Foto: ESA

Over NWO-GWI

Grootschalige wetenschappelijke infrastructuur is essentieel voor de Nederlandse wetenschap. Het kan gaan om zeer gespecialiseerde apparaten, zoals grote telescopen, hoge veldmagneten of geavanceerde sensoren en meetnetten noodzakelijk voor biologisch en aardwetenschappelijk onderzoek. Maar ook om 'virtuele' faciliteiten, zoals omvangrijke databanken, wetenschappelijke computernetwerken, of om data- en monstercollecties. “Investeringen in grootschalige infrastructuur dragen bij aan de internationale positie van Nederland als kennisland. Wetenschap en onderzoek kunnen niet zonder de juiste wetenschappelijke infrastructuur,” aldus minister Robbert Dijkgraaf (OCW).