Emeritus hoogleraar en oud-decaan prof.dr.ir. Jan van Ingen overleden
Op woensdag 6 december 2023 is op 91-jarige leeftijd emeritus hoogleraar en oud-decaan van de faculteit prof.dr.ir. Jan van Ingen overleden. In 1952 werd Van Ingen aangesteld als student-assistent bij de toen nieuwe lage-snelheidstunnel. Het opzetten van het onderzoekwerk in deze tunnel beschouwde hij als zijn belangrijkste pionierswerk. Van Ingen studeerde in 1954 cum laude af in de Vliegtuigbouwkunde aan de TH Delft. In 1965 promoveerde hij ook cum laude op zijn onderzoek naar grenslaagstromingen. Tijdens het academische jaar 1966-1967 verbleef hij bij het Lockheed Georgia Research Lab waar hij in de pioniersfase werd betrokken voor het onderzoek naar computergestuurde grafische ondersteuning voor het ontwerp van vleugelprofielen. Na zijn terugkomst in Delft leidde zijn ervaring tot een onderzoeksprogramma waarbij de fundamentele vakkennis met dat van ontwerpkennis werd verweven. Van Ingen werd na zijn sabbatical benoemd tot lector en in 1971 tot hoogleraar luchtvaartaerodynamica.
Prof. Van Ingen was tweemaal decaan van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. De eerste periode was van 1972 tot 1974. In deze periode leidde hij de faculteit door een ingrijpende bestuurshervorming in een roerige periode van linkse studentenacties. Van 1991 tot 1997 was Van Ingen nogmaals decaan. Ook dit was een moeilijke periode vanwege onder meer het faillissement van Fokker. In die periode moest de faculteit alle zeilen bijzetten om het aantal studenten op peil te houden. Mede door inzet van Jan van Ingen is dat gelukt. Ook is Van Ingen de grondlegger van de Ontwerp Synthese Oefening, nog altijd de afsluitende opdracht voor Bachelorstudenten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.
In 1995 werd prof.dr.ir. Jan van Ingen benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1997 ging hij met emeritaat. Tot hoge leeftijd is Jan van Ingen zeer betrokken geweest bij de faculteit. Ook was hij erelid van de studievereniging VSV Leonardo da Vinci.
We wensen de kinderen, kleinkinderen en nabestaanden van Jan van Ingen veel sterkte met het verlies.
Namens de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek,
Henri Werij, decaan
Leo Veldhuis, afdelingsvoorzitter Flow Physics & Technology
Enige herinneringen aan prof. Jan van Ingen
Jan was mijn afstudeerhoogleraar in 1984. Het was de periode dat het onderzoek en onderwijs in de aerodynamica aan de Faculteit Luchtvaart-en Ruimtevaarttechniek nog verdeeld was in 3 afdelingen; de lage-snelheid-aerodynamica, de hoge-snelheid-aerodynamica en de theoretische aerodynamica, ieder met zijn eigen gebouw c.q. verdieping. Het gebouw voor lage-snelheid-aerodynamica aan de Leeghwaterstraat was Jans domein. Hij gaf leiding aan het opbouwen van een onderzoekslaboratorium (LSL) dat zich mag verheugen in een uitstekende reputatie onder onderzoekers op het vakgebied.
USA
Ik heb het genoegen gehad een aantal keren met Jan een buitenlandse conferentie te bezoeken. Als je met elkaar op reis bent leer je elkaar toch iets beter kennen. Een van deze conferenties was in 1989 georganiseerd door de universiteit van Notre Dame in Indiana USA. Het ging over de aerodynamica van profielen bij Lage Reynoldsgetallen. Bij uitstek het vakgebied van Jan en Loek Boermans, mijn begeleider tijdens mijn studie. Ik was toen al enige tijd werkzaam voor het Instituut voor Windenergie (IvW) van de TU. Gedrieën zijn we naar de VS vertrokken en na de conferentie togen we per gehuurde auto naar prof. Eli Reshotko, die werkzaam was aan de universiteit van Cleveland, Ohio op het gebied van turbulentie. Jan wilde daar graag heen om het lab van Reshotko te zien en hem te spreken over zaken die hem beroepsmatig bezig hielden. Gezamenlijk hebben we toch aardig wat uren in de auto doorgebracht, maar het is niet zo dat Jan het hoogste woord had. Gedurende de reis naar Cleveland heeft hij volgens mij het meeste dat er op de conferentie de revue passeerde al verteerd.
Geld uitgeven was moeilijk voor Jan. Het kon niet anders, soms, en hij was niet echt ‘op de penning’, maar het moest niet te gek worden. Daar is nog wel een amusant voorbeeld van. Op de terugweg van Cleveland naar het vliegveld van Detroit hebben we overnacht in een watersportresort aan het Eriemeer. Jan had de creditcard, dus die ging naar de balie om kamers te reserveren. Hij kwam erachter dat er een ‘family discount’ kon worden verkregen en of wij daar bezwaar tegen hadden: Loek en ik moesten doorgaan voor zijn zoons. Of onze paspoorten er nog toe deden, weet ik niet meer, maar bij de balie heb ik -om de familiezaak te ondersteunen- nog een keer ‘dad’ tegen Jan gezegd….
Rusland
Dat Jan niet zat te wachten op het uitgeven van overheidsgeld bij het bezoeken van een conferentie bleek ook uit het volgende. Bij een bezoek aan een AGARD-conferentie over windtunnels in Moskou, vlak na de val van de Muur en -naar later is gebleken- de enige die ooit nog gezamenlijk met de Russen is gehouden, kwamen wij, een gezelschap van ca 7 collega’s van het NLR, de DNW en TU Delft, terecht in het restaurant op de bovenste verdieping van Hotel Rossija, vlak bij het Kremlin en met uitzicht op de rivier. Blijkens de bedragen op het menu hadden de Russen zich snel aangepast aan de westerse prijzen. Tot groot genoegen van Jan besloot het gezelschap dat een uitgebreide maaltijd wellicht te veel van het goede zou zijn en werden er louter hapjes genuttigd.
Aerodynamica voor ‘dummies’
Jan kon zeer enthousiast raken als de vruchten van onderzoek in de lage-snelheid-lage-turbulentie-tunnel (LTT) in de openbaarheid kwamen. Toen destijds tijdens de Olympische Winterspelen van Nagano de zigzag-strips op de pakken van de Nederlandse schaatsers wereldnieuws werden, kwam hij diverse keren ‘buurten’ om de laatste stand van het onderzoek te bespreken. Vooral ook, omdat hij bij de eerste metingen, die jaren daarvoor al werden gedaan, betrokken was geweest, samen met prof. Dobbinga en ir. Binkhorst en ondergetekende als student voor hand- en spandiensten Hij heeft er een praatje over gehouden bij de Rotary waar hij lid van was. Van zijn enthousiasme over zijn vakgebied heeft de Rotary volop kunnen meegenieten, getuige een ander praatje dat de titel droeg: Aerodynamica voor ‘dummies’, waar hij zichzelf ook graag toe rekende, zoals hij zelf zei, omdat er nog zoveel te leren en te onderzoeken was.
U of je
Jan was niet van het snel tutoyeren. Hij was formeel in veel gevallen. Het duurde ook vrij lang voor ik echt Jan mocht zeggen. Ik nam niet uit mijzelf dat initiatief. Die toestemming kreeg ik tijdens een windenergie conferentie in Kopenhagen, waarbij hij samen met het toenmalige hoofd van het IvW en mijn directe leidinggevende, Jan Dragt, die ik wel Jan mocht noemen, tijdens een wandeling de voorhoede vormde van een gezelschap. Ik wilde iets van Jan Dragt weten en riep ‘Jan’, waarop beiden zich omdraaiden. Gedrieën hebben we daarom gelachen en vanaf dat moment mocht ik ook Jan van Ingen bij zijn voornaam noemen.
Trots
Jan was trots op zijn werk. En terecht. Het werk aan de “e-tot-de-n-de” methode, dat de transitielocatie van laminair naar turbulent berekent in een grenslaag heeft nog steeds internationale bekendheid. Als het gaat over de grenslaag over profielen, speciaal bij lage Reynoldsgetallen wordt Jan algemeen gezien als een autoriteit. Hij heeft van de internationale kopstukken in de aerodynamica meegemaakt en gesproken. Hij werkte in een periode dat analytisch onderzoek langzaam overging naar numerieke methoden. Maar experimentele resultaten van hoge kwaliteit blijven altijd waardevol als referentie. Daar heeft Jan eveneens, met het opbouwen van een excellent laboratorium voor lage snelheden aan bijgedragen. Het doet mij deugd, dat ik later, in die traditie, als wetenschappelijk directeur van de windtunnellaboratoria van de faculteit mijn steentje heb mogen bijdragen om de kwaliteit van Delfts windtunnelonderzoek te waarborgen. En tot op zeer hoge leeftijd bleef Jan aan rekenmethodes werken, met een waarlijk benijdenswaardig enthousiasme.
Als je Jan wat beter leerde kennen, was hij niet alleen ‘beschaafd en ingehouden’, maar ook een wam en meelevend mens. Alle vroegere medewerkers van het LSL kregen bijvoorbeeld van Jan een berichtje voor hun verjaardag. Dat deed hij trouw, ook toen hij al lang het Delftse verlaten had. Ik moet eerlijk bekennen dat ik zijn verjaardag nog wel eens vergeten ben. Afgelopen januari niet. Maar ik kreeg geen antwoord, wat wel gebruikelijk was. Met mijn verjaardag dit jaar bleef een berichtje uit… Het bleek geen goed teken. Ik blijf aan Jan van Ingen denken als een enthousiast onderzoeker met een grote reputatie en als een aimabel mens.
Nando Timmer, afdeling Flow Physics and Technology