Op ieder gegeven moment liggen in Nederland enkele honderden kinderen in ziekenhuisbedden omdat ze behandeling ondergaan tegen kanker; wereldwijd gaat het om miljoenen kinderen. Deze behandelingen duren vaak maanden en na voltooiing moeten kinderen tot wel 3 jaar lang terugkomen in het ziekenhuis voor controles. Hierdoor missen ze veel, van school tot sporten. Boudewijn Boon, zojuist gepromoveerd bij de faculteit Industrieel Ontwerpen van TU Delft, ontwikkelde voor zijn onderzoek een ontwerpkader om deze kinderen te helpen met iets cruciaals: spelen.
“Ik was eigenlijk een complete outsider in dit veld”, zegt Boon. De onderzoeker behaalde zijn bachelordiploma in productontwerp en zijn masterdiploma in industriële ecologie. Dr. Marco Rozendaal had nog een PhD-vacature voor een bestaand project Meedoen=Groeien! bij de faculteit Industrieel Ontwerpen in Delft. Dit project richtte zich op de ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen met kanker of andere chronische ziektes en was een samenwerking tussen het Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie, HandicapNL en TU Delft.
Hoe speel je eigenlijk?
“Mijn initiële onderzoeksopdracht was erg open”, verteld Boon. Hij zou een interactief product ontwerpen dat fysieke activiteit zou stimuleren bij kinderen die behandeling tegen kanker ondergaan. Daarmee kon hij nog alle kanten op.
In ziekenhuizen zijn al veel plekken om te spelen voor kinderen, maar de meesten zijn gelimiteerd tot één afzonderlijke plek en bevatten speelgoed met duidelijke doelen en regels. “Je hebt bijvoorbeeld speelgoedauto’s, en dat is dan ook alles wat ze zijn,” zegt Boon. Hij wilde juist de kinderen kansen geven om hun eigen creativiteit de vrije loop te laten.
Veel speelgoed is ook ontworpen om de fijne motoriek van kinderen te stimuleren, zoals verschillende vormen in de juiste gaten te doen. Maar kinderen die behandelingen tegen kanker ondergaan hebben vaak geen mogelijkheden om lekker te bewegen als ze zich sterk genoeg voelen. Ze kunnen niet zomaar naar buiten en lekker rondrennen. Boon was verrast toen hij ontdekte dat hoewel kinderen die behandeld worden vaak geen energie hebben om te spelen, ze het wel vaak willen en proberen, zelfs al kunnen ze dit niet zo lang als gezonde kinderen.
De eerste stap was begrijpen hoe jongen kinderen spelen. “Als kinderen bijvoorbeeld in het bos spelen en ze vinden een stok, dan doen ze er van alles mee: gebruiken als zwaard, iets bouwen ermee of gewoon achter je aan slepen,” verteld Boon. “Dat wilden wij nabootsen in een ziekenhuisomgeving.” Geïnspireerd door dit voorbeeld destilleerde hij de drie specifieke voorwaarden: kinderspel is ongestructureerd en spontaan, je gebruikt je hele lichaam en het gaat door verschillende fysieke locaties. Zijn proefschrift, getiteld ‘Playscapes’, biedt ontwerpers richtlijnen om fysieke activiteit bij jonge kinderen te stimuleren. Dit gaat verder dan alleen ziekenhuizen en kan ook toegepast worden in scholen, parken en gewoon thuis.
Een robotbal en een zachte stok
Uiteindelijk ontwikkelde hij twee producten: Fizzy en Stickz. De eerste is een robotbal die schudt, spint en wegrolt tijdens spelen; de tweede zijn zachte takken waarmee je kunt bouwen, slepen of wat dan ook.
Boon kon zowel Fizzy als Stickz uittesten in het Prinses Maxima Centrum voor Kinderoncologie, naast gewone prototypetesten.” Mijn vriendin is lerares op een basisschool, dus haar kinderen wilden ze maar wat graag uitproberen,” vertelt hij. Ook zijn nichtjes kregen Fizzy en Stickz in hun handen, en gaven hun ooms werk goede recensies.
Zowel Fizzy als Stickz lijken momenteel nog kans te maken op echte productie. Twee voormalig TU Delft-studenten hebben een startup-bedrijf opgericht waarmee ze Fizzy op de markt willen brengen, terwijl Boon zelf manieren uitpluist om Stickz verder te ontwikkelen, samen met collega-onderzoekers en een ontwerpbureau in Delft.
Onderzoek en ontwerp
Ondertussen heeft Boon al een andere wending genomen in zijn carrière. Nadat hij vanuit duurzaamheid opschoof richting interactieontwerp voor zijn PhD-onderzoek, werkt hij momenteel aan een project dat gezonde levensstijlen stimuleert. “Ik ben zelf veel in beweging geweest, inderdaad”, lacht hij.
Ongeacht het doel van zijn onderzoek, is Boons motivatie altijd om mensen te helpen veranderingen aan te brengen in hun leven. “Ik probeer dit te bereiken door ontwerp te integreren met mijn onderzoeksaanpak, niet alleen om kennis te genereren, maar ook om tot creatieve oplossingen te komen met een positieve impact op de echte wereld.”