Filter results

9817 resultaten

Bijzondere golven worden veel groter dan het bekende maximum

Kruisende golven blijken extremer dan extreem te zijn. Deze bijzondere diepzeegolven, waar nog weinig over bekend is, kunnen vier keer steiler worden dan voor mogelijk werd gehouden. Dit blijkt uit onderzoek van de TU Delft en andere universiteiten dat vandaag is gepubliceerd is Nature. Lang geleden gingen er verhalen rond over mysterieuze monstergolven die uit het niets leken te ontstaan en zelfs grote schepen omverhaalden. Het mythische karakter werd verleden tijd toen zo’n monstergolf voor het eerst werd vastgelegd bij het Draupner platform in de Noordzee. In 2018 lukte het Ton van den Bremer en zijn collega’s bij de Universiteiten van Edinburgh en Oxford om voor het eerst ooit deze Draupner-golf na te bootsen in het lab. Dit bood hen de kans om de golf nauwkeurig te bestuderen. En dat gaf onverwachte inzichten. Meerdere golven stuwen water omhoog Uit nieuw onderzoek van het onderzoeksconsortium blijkt nu dat dit bijzondere type golf niet breekt op het moment dat het volgens gangbare theorieën zou moeten breken. De verklaring hiervoor ligt in de ontstaanswijze van het monster. Ton van den Bremer, expert op het gebied van vloeistofmechanica bij de TU Delft, licht toe: “De golven die de meeste mensen van het strand kennen rollen vooruit. Het type golf dat wij onderzochten komt voor op open water en ontstaat als er golven vanuit meerdere richtingen samenkomen.” Als deze golven met een hoge directionele spreiding samenkomen wordt het water omhooggestuwd, een staande golf. Een voorbeeld daarvan is een kruisgolf. Hoe ontstaan kruisgolven Onder bepaalde omstandigheden op zee komen golven uit meerdere richtingen voor. Dit kan gebeuren op een plek waar twee zeeën samenkomen, of waar de windplots van richting verandert, zoals in een orkaan. Als golven uit twee richtingen samenkomen ontstaat een kruisgolf, zolang de richtingen maar ver genoeg uit elkaar liggen. Uit het onderzoek blijkt ook dat hoe verder de richtingen uit elkaar liggen, hoe hoger de kruisgolf kan worden. De rollende golven breken bij een bepaald limiet en bereiken dan ook hun maximale steilheid. Het onderzoek laat zien dat golven met een hoge directionele spreiding wel tachtig procent steiler kunnen worden dan dit limiet, voordat ze beginnen te breken. Deze golven kunnen zo bijna twee keer hoger worden dan ‘gangbare golven’ voordat ze beginnen te breken. Rollende golf (l) en golf met hoge directionele spreiding (r). Zwellen terwijl het breekt De onderzoekers stuitten op nog een ander bijzonder fenomeen dat breekt met bestaande theorieën. En dat is ongekend, volgens Van den Bremer: “Als een golf eenmaal begint te breken zie je een witte kop ontstaan, en is er normaliter geen weg meer terug. Maar als een golf met een hoge directionele spreiding begint met breken, kan de golf nog steeds verder groeien.” Het onderzoek laat zien dat deze enorme golven, tijdens het breekproces, nog eens twee keer zo steil kunnen worden, wat al twee keer steiler was dat het oorspronkelijk limiet. Bij elkaar opgeteld kunnen de golven dus vier keer zo steil worden als voor mogelijk werd gehouden. Schade aan offshore constructies De kennis dat golven die uit meerdere richtingen komen wel vier keer groter kunnen worden dan gedacht, kan houvast bieden om bouwwerken in zee veiliger te maken. “De driedimensionaliteit van golven wordt vaak over het hoofd gezien bij het ontwerp van offshore windturbines en andere constructies. Onze bevindingen suggereren dat dit leidt tot ontwerpen die minder betrouwbaar zijn”, zegt Mark McAllister van de University of Oxford, die de experimenten leidde en inmiddels werkzaam als senior onderzoeker bij Wood Thilsted. Dankzij de innovatie verticale sensoren is het mogelijk om nauwkeurige 3D metingen te doen van de golven. Innovatie in 3D-meetmethode De inzichten zijn te danken aan de ontwikkeling van een 3D-meetmethode in het FloWave lab. “De gebruikelijke 2D-methoden om golven te onderzoeken waren niet toereikend”, vertelt Van den Bremer. De onderzoeksgroep ontwierp een nieuwe manier om een 3D-beeld van de golven te krijgen. Ross Calvert van de University of Edinburgh: “Voor het eerst is het gelukt om golfhoogtes te meten met zo'n hoge ruimtelijke resolutie over zo'n groot gebied. Zo konden we veel meer details begrijpen van het complexe breken van golven.” FloWave Ocean Energy Research Facility in Edinburgh. In het ronde bassin van 25 meter kunnen golven vanuit meerdere richtingen kunnen worden gegenereerd. Headerfoto door: Fabien Duboc

Half Height Horizontal

Een interview met Aukje Hassoldt: “Onbesproken? Dan blijft het onopgelost”

DEWIS interviewt verschillende medewerkers in verschillende posities over gender diversiteit en inclusie. In dit interview praten we met Professor Aukje Hassoldt, decaan aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM), over de instroom en doorstroom van vrouwen in wetenschappelijke posities, ouderschap en sociale veiligheid. Aukje Hassoldt trad op 1 oktober 2019 aan als decaan van TBM en neemt per 1 december 2024 afscheid en wordt dan decaan van de Rotterdam School of Management (RSM) aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Maak die ongeschreven regels bespreekbaar. Onbesproken blijft onopgelost. Je moet het gesprek aangaan op een respectvolle manier en elkaars standpunten leren begrijpen. Professor Aukje Hassoldt Links Aukje Hassoldt tijdens de DE&I Week 2023 De realiteit is nog steeds dat ouders en leerkrachten soms meisjes en andere minderheidsgroepen ontmoedigen om natuurkunde te studeren. Het goedbedoelde maar misplaatste idee is dat deze leerlingen behoed moeten worden voor mogelijke teleurstellingen. Je hebt natuurkunde gestudeerd aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Werd je destijds niet beïnvloed door het bestaande narratief? Aukje: “Zeker, ik geloofde het verhaal dat natuurkunde moeilijk zou zijn terwijl ik het wel wilde studeren, en heb daarom in eerste instantie niet voor deze studie gekozen. Tijdens mijn studie econometrie ontdekte ik dat wiskunde geen probleem voor mij was; ik ben alsnog natuurkunde gaan studeren en het bleek voor mij geen moeilijke studie.” Wat kunnen we nu doen om het narratief te veranderen? Aukje: “ Birgit van Driel heeft een fantastisch leuke column geschreven over haar studie in de Delta vorig jaar. Ze benoemde heel open wat zij moeilijk vond, en dat waren heel andere dingen. Een studie past bij je of het past niet bij je. Docenten op middelbare scholen moeten alert zijn dat ze niet per ongeluk uitstralen dat sommige vakken moeilijk zijn. Dat beeld moet veranderen. Sommige mensen vinden wiskunde moeilijk, anderen vinden weer andere vakken moeilijk. Maar de gedachte "het is moeilijk" moeten we loslaten. We kunnen bijvoorbeeld in onze outreach activiteiten hier aandacht aan besteden.” Later bekleedde je diverse functies bij Rijkswaterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en bij TNO Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek. Had je het gevoel dat je niet in een dergelijke omgeving paste? Hoe ging je daarmee om? Aukje: “Bij Rijkswaterstaat en TNO heb ik me altijd op mijn plek gevoeld. Ik was vaak de jongste, de enige vrouw en de projectleider of de leidinggevende, maar dat vond ik juist interessant. Ik heb me nooit ongemakkelijk gevoeld daar; het was juist een verwelkomende omgeving. Bij RIVM en de TU Delft voelde ik me ook meteen welkom.” Je was van 1 oktober 2019 tot 1 december 2024 decaan van de faculteit TBM. In deze periode is het percentage vrouwelijke hoogleraren aan de faculteit nauwelijks gestegen. Het is nog steeds rond de 30%. Ben je daar tevreden over? Aukje: “We zijn gegroeid, maar het gaat langzamer dan ik hoopte. Bij de faculteit TBM hebben we de afgelopen jaren vijf nieuwe vrouwelijke hoogleraren benoemd, maar er zijn er ook met emeritaat gegaan. Procentueel blijven we rond 30%. Wel is ons percentage vrouwelijke universitair hoofddocenten (UHD) van 15% naar 32% gegaan en ons percentage vrouwelijke universitair docenten (UD) van 36% naar 50%. De pijplijn is dus beter gevuld, maar we zijn er nog niet. Het moet uiteindelijk naar rond de 50/50 gaan in alle posities.” Wat kan de universiteit/faculteit doen om ruimte te geven aan vrouwelijk talent, zodat vrouwen meer kansen hebben om te groeien in hun academische carrière? Aukje: “Het is belangrijk dat we kritisch kijken naar de doorstroom en naar perceptieverschillen. Dit doen we door te ‘vlootschouwen’. We bespreken in klein comité met elkaar hoe het met onze medewerkers gaat en wie klaar is voor een volgende stap. We bekijken bijvoorbeeld goed of iedereen voldoende leidinggevende ervaring opdoet en zich ontwikkelt op leiderschapsgebied. We bevragen elkaar kritisch, letten op mogelijke bias en zorgen zodoende dat doorgroei eerlijk verloopt. Trainingen blijven belangrijk om ons bewust te worden en blijven van onze onbewuste vooroordelen. Er is een diversiteitstraining voor iedereen, één voor mensen die vaak in benoemingsadviescommissies (BAC) zitten, en elke BAC heeft een bias-observator die een training heeft gevolgd. Daarnaast zijn leidinggevenden verplicht om managementvaardigheidstrainingen te volgen en bieden we feedbacktrainingen aan voor iedereen.” Als je een maatregel mocht doorvoeren voordat je vertrekt om de doorstroom van vrouwen naar hogere en besluitvormingsposities te verbeteren aan de universiteit/faculteit, wat zou dat dan zijn? Aukje: “Ik zou graag nog een gesprek organiseren voor jonge vrouwelijke onderzoekers en senior wetenschappers om ervaringen te delen over carrière maken en het maken van bewuste keuzes. Dat lijkt me een mooie manier om hen te ondersteunen. En verder denk ik dat een goede training in gesprekstechniek voor alle medewerkers helpt. Bij eerdere werkgevers werd dat meer gevolgd dan bij de TU Delft.” Je zei in 2020 dat jouw ideale universiteit een universiteit is die vriendelijk, verwelkomend, uitdagend en inspirerend is. Voldoen we aan dit beeld of hebben we nog een weg te gaan? Aukje: “Ik denk dat we soms wel vriendelijker kunnen zijn. Ik zou daar nu ook "veilig" aan willen toevoegen. En dan bedoel ik sociale veiligheid. Dat gaat over je durven uitspreken op een respectvolle manier. Je moet zelf respectvol zijn, maar ook weten dat je gehoord wordt en dat je mening serieus genomen wordt. Dat betekent natuurlijk niet dat je altijd je zin krijgt, maar het is wel belangrijk dat we die veiligheid kunnen bieden.” Welke concrete maatregelen zijn genomen door de faculteit om sociaal veilige werkomgevingen te bevorderen? Aukje: “We organiseren medewerkerslunches waarin we in kleine groepjes het gesprek aan gaan en die zijn heel leerzaam en waardevol, want het zorgt ervoor dat we met elkaar in contact blijven en naar elkaar luisteren. Een goed functionerende ODC (facultaire Onderdeelcommissie van de Ondernemingsraad) is heel belangrijk. Ik merk dat medewerkers met een Nederlandse achtergrond me makkelijker aanspreken dan internationale collega's. De ODC helpt om de internationale medewerkers een stem te geven. Verder is het contact met de PhD Council (promovendi) belangrijk, omdat promovendi een kwetsbare groep vormen. Sommige van hen durven zich misschien niet uit te spreken over een moeilijke situatie, en voor hen is een vertrouwenspersoon soms al te ver van hen afstaand. Een peer group kan dan helpen. Sociale veiligheid is iets waar we allemaal verantwoordelijk voor zijn. Het gaat over hoe wij ons dagelijks gedragen ten opzichte van elkaar. Leidinggevenden hebben een speciale rol omdat zij een goede open sfeer moeten creëren, maar uiteindelijk is het iets van ons allemaal. We moeten respectvol met elkaar omgaan en tegelijkertijd willen we dat iedereen zich durft uit te spreken en serieus genomen wordt. In het TBM conceptplan sociale veiligheid met de tien hoofdactiepunten staan ook bepaalde omgangsregels die we met elkaar willen afspreken.” Wat kunnen afdelingsvoorzitters doen om een omgeving te creëren waarin vrouwen en mensen uit minderheidsgroepen kunnen groeien en zich persoonlijk en professioneel kunnen ontplooien? Aukje: “Het verschil tussen goed en minder goed management zit vaak in de nuances. Management is een ingewikkeld vak omdat het om precisie op kleine momenten gaat. Bijvoorbeeld, als je merkt dat de sfeer in een groep lacherig wordt, moet je als leidinggevende daar iets van zeggen op een respectvolle manier. Ook moet je erop letten dat iedereen aan het woord komt, ook de meer introverte mensen. Dit zijn slechts voorbeelden, maar er zijn veel manieren waarop leidinggevenden kunnen bijdragen aan een veilige en open sfeer.” Dr. Isabel Torres, medeoprichter en CEO van Mothers in Science, gaf in februari een lezing voor de DEWIS-gemeenschap. Ze belichtte de barrières en vooroordelen die moeders in bèta/techniek tegenkomen in hun carrière. Hoe kunnen leidinggevenden (jonge) ouders en mensen met zorgtaken ondersteunen? Wat is er nodig? Aukje: “De "maternity wall" is een reëel probleem. Ik vind vaderschap en moederschap even belangrijk. Daarom vind ik dat jonge ouders goed ondersteund moeten worden. Mantelzorgers verdienen trouwens ook steun. Het gaat om fases in het leven waar we allemaal mee te maken krijgen.” Heeft de universiteit een verantwoordelijkheid in het veranderen van de perceptie dat carrière en gezin niet samengaan? Aukje: “Ja. Het is belangrijk dat universiteiten mannen en vrouwen gelijk behandelen als het gaat om zorgverantwoordelijkheden. We moeten ook niet impliciet de verwachting creëren dat vaders gewoon doorwerken zoals vroeger.” Wat zou je vrouwen adviseren die leren navigeren in de cultuur van de academische wereld met haar soms ongeschreven regels? Aukje: “Maak die ongeschreven regels bespreekbaar. Onbesproken blijft onopgelost. Je moet het gesprek aangaan op een respectvolle manier en elkaars standpunten leren begrijpen.”

How Are U - Week 2024

A Dynamic Week of Workshops and Events to Check-In, Relax, and Connect De How Are You - Week 2024 vindt plaats van 11 tot en met 15 november. Deze week draait helemaal om het creëren van ruimte voor jou in een hectisch studentenleven. Het is een uitnodiging om bij jezelf en elkaar in te checken. Samen met Student Development en Exhale is er een unieke mix van inspirerende workshops, creatieve activiteiten, zorg & ondersteuning en analoge get-togethers te bieden, ontworpen om je te helpen ontspannen, verbinden en opladen. Doe mee aan de HAU Week Doe mee aan een Outdoor Hot Tub Night of de ADHD LIVE - Community Night. Of misschien kies je voor de Offline Escape Night met een Candlelit Concert, Movie night of de creatieve Kintsugi-workshop? Wat je ook kiest, HAU Week biedt je de kans om te ontsnappen, te ontspannen en te verbinden. Tijdens HAU Week nodigen we je uit om de druk van productiviteit, prestatie en perfectie buiten de deur te laten, geheel in Exhale-stijl. Wat kun je verwachten? Dagelijkse evenementen bij Exhale, met pop-up evenementen in de Aula en de Bibliotheek. Het HAU-programma bevat creatieve workshops, (acro)yoga en interactieve sessies die zich richten op community building en het verminderen van stress. Ook zal Connect elke werkdag in november van 12.00 tot 14.00 uur aanwezig zijn bij Exhale, dus als je met vragen zit over je studie, ontwikkeling en welzijn, kun je daar terecht. Of je nu op zoek bent naar rust in je hoofd, beweging, creativiteit of zinvolle gesprekken: wij staan voor je klaar. Inschrijven Je kunt je eenvoudig aanmelden via de How Are U - week event pagina . De aanmelding voor Exhale-evenementen verloopt via de website van Exhale. Laten we deze november samen inchecken, ontspannen en connecten – we zien je graag bij de How Are U-week! Zoek je hulp of ondersteuning tijdens je studie? De TU Delft biedt verschillende mogelijkheden voor begeleiding en ondersteuning tijdens je studie en helpt je ook bij je persoonlijke ontwikkeling en welzijn. Voor meer informatie over beschikbare middelen en initiatieven kun je terecht bij ‘Mijn studie en ik’ op de TU Delft Student Portal .

Hoe stormvloedkeringen Nederland veilig en leefbaar kunnen houden

Een veilige en leefbare delta, wie kiest daar niet voor? Stormvloedkeringen spelen hierin een cruciale rol. Toch zijn er veel keuzes die op korte termijn gemaakt moeten worden om de stormvloedkeringen in goede staat en functioneel houden, zodat ze ook op langere termijn de stijgende zeespiegel het hoofd bieden. Een nieuw project ontvangt voor vijf jaar financiering van NWO om de beste wegen naar een leefbare delta te verkennen. Stormvloedkeringen, zoals de Maeslantkering en de Oosterscheldekering, zijn essentieel voor de bescherming van Nederland tegen hoogwater vanaf zee. Het is de vraag hoe lang deze imposante constructies effectief blijven met in het achterhoofd de zeespiegelstijging, veroudering van de keringen en verandering van het omliggende gebied. Op de korte termijn zullen besluiten genomen moeten worden over onderhoud, terwijl op langere termijn gedacht moet worden over aanpassing of vervanging. Keringen en de achterliggende delta Binnen het project SSB-Δ (storm surge barrier delta) gaat een breed consortium uitzoeken onder welke condities de stormvloedkeringen Nederland nog veilig en leefbaar kunnen houden. Het consortium bestaat uit de universiteiten van Delft, Utrecht, en Rotterdam; de hogescholen van Rotterdam en Zeeland; kennisinstituten Deltares en TNO, alsmede Rijkswaterstaat, waterschappen en bedrijven. Bram van Prooijen, associate professor bij de TU Delft, gaat het onderzoek leiden: “Besluiten over de keringen zijn belangrijk voor de hele achterliggende delta. Juist die koppeling moet goed gemaakt worden. We hebben in dit project de kans om verschillende expertises bij elkaar te brengen en elkaar te versterken.” Nu oog voor de lange termijn Het onderzoek gaat daarmee niet alleen over wat de technische levensduur is van de keringen, maar ook over hoe de delta gaat veranderen en hoe de maatschappij hierover denkt. Zo brengen de onderzoekers beter in kaart hoe en wanneer welke beslissingen op korte termijn genomen moeten worden, met oog voor de lange termijn. Van Prooijen haalt het voorbeeld aan van reparaties voor een auto: “Denk aan het vervangen het motorblok. Erg kostbaar onderhoud, maar soms noodzakelijk om de auto veilig te kunnen blijven rijden. Maar is het de investering waard als je volgend jaar een nieuwe auto koopt? Of als je liever met de trein wilt gaan reizen? Voor de stormvloedkeringen zullen belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Wij willen daar een goede basis voor aanleveren.” Gefundeerde keuzes Het onderzoek biedt straks veel meer duidelijkheid over de mogelijke paden naar een leefbare delta en hoe de stormvloedkeringen daarin passen. Van Prooijen: “Dat biedt duidelijkheid, zodat we snellere en beter gefundeerde keuzes kunnen maken. Er worden nu veel proefballonnen opgelaten. Met de uitkomsten van storm surge barrier delta kunnen we bepalen met welke proefballonnen we concreet verder kunnen.” Experts opleiden Een van de stormvloedkeringen die in het onderzoek wordt meegenomen is de Maeslantkering. De verwachting is dat deze nog wel zo’n 50 jaar meegaat. Dat lijkt misschien ver weg, zo redeneert Van Prooijen, “maar de experts die hierover gaan beslissen moeten we nu opleiden. Dat zijn waarschijnlijk de promovendi van dit project.”