In toga voor de klas
Meet the professor 2020
Professoren van de TU Delft stapten tijdens Meet the Professor op de fiets naar Delftse basisscholen om een gastles te verzorgen. Delta volgde een les van juf Jenny Dankelman.
Door: Marjolein van der Veldt en Sija van den Beukel met foto’s van Frank Auperlé
22 Professoren van de TU Delft begonnen woensdagochtend hun dag niet op de campus, maar in het stadhuis op de Markt. De eerste editie van Meet the Professor, een initiatief van WIJStad en het Wetenschapsknooppunt, is een verlaat onderdeel van de Dies van de TU Delft samen met de Delftse basisscholen. Leerlingen uit groep 7 en 8 krijgen les van een echte professor en leren zo meer over de wereld van wetenschap.
In het stadhuis geven burgemeester Marja van Bijsterveldt en Vice-Rector magnificus Rob Mudde een toespraak. Het is uniek, dit uitstapje, maar ook kansrijk vertelt Mudde. “Er zijn altijd bepalende momenten in je leven, dit kan zo’n moment zijn."
Geïnspireerd stappen de professoren op de fiets. En dat valt niet mee, want bij hoge uitzondering dragen zij allen een toga. Dit mag normaal alleen tijdens universitaire plechtigheden als de Dies of een promotie. Baretten waaien af en de burgemeester springt spontaan achterop de fiets bij een professor. De collegezalen uit, de klaslokalen in: Delta zet koers richting de Max Havelaarschool, waar we samen met leerlingen van groep 8a een les volgen van professor Jenny Dankelman.
Open mond
Met open mond kijken leerlingen naar de professoren die langs de klaslokalen lopen. Voor groep 8a is het iets minder spannend. Ze zijn al weken bezig met de voorbereiding op de komst van ‘Juf Jenny’. Aan de hand van een lege poster en een gouden envelop met hints, leerde de klas steeds meer over het vakgebied en de hobby’s van ‘hun’ professor.
Swipen
Na een korte introductie door meester Roy begint juf Jenny aan de les. “Ik ontwikkel medische instrumenten om via heel kleine gaatjes te opereren”, valt ze met de deur in huis. “Weten jullie hoe dat heet?” “Sleutelgatchirurgie” antwoorden ruim twintig leerlingen in koor. Juf Jenny glimlacht. “Dat klopt, we noemen het ook wel eens opereren door de brievenbus.” We staan versteld. Juf Jenny ook, want het bedienen van een smartboard blijkt een vak apart. “U kunt swipen op het scherm”, helpt een leerling haar. “Ja, gewoon aanraken! Nee, de andere kant op!”
In sneltreinvaart laat Dankelman foto’s van medische instrumenten zien, stelt de leerlingen vragen en geeft ze de kans om vragen aan haar te stellen. Vooral het onderwerp ‘hechtingen’ blijkt fascinerend. “Toen ik jonger was kreeg ik een keer een hechting, maar zit de hechtdraad er nu nog?”, vraagt een jongen enigszins verschrikt. Dankelman stelt hem gerust: “Nee, die is er allang uitgehaald. En nu zie je waarschijnlijk niets meer van die wond?” De jongen knikt uitbundig. Een ander is benieuwd waarom ze in het ziekenhuis zijn wond hebben gedicht met lijm. “Is een hechting niet beter?” Dankelman legt uit dat in sommige gevallen lijm genoeg is, dat is minder ingrijpend dan een hechting. Ze illustreert het met een verhaal over haar eigen zoon. “Toen hij klein was had hij eens een snee in zijn hoofd, de dokter maakte van zijn haren toen een knoop op de wond en zette het vast met lijm.”
De kinderen zijn onder de indruk. Vooral als ze zelf mogen ervaren hoe moeilijk dat wel niet is, opereren en hechten door een klein gaatje.
Dankelman laat de kinderen met potlood een simpel huisje tekenen. Dat gaat iedereen makkelijk af. Maar dan wordt het moeilijker, er wordt een moertje om het potlood geschoven. “Houd met één hand het moertje ongeveer halverwege het potlood vast en pak met je andere hand het potlood boven het moertje vast. Houd het moertje op dezelfde plek en teken nu nog eens datzelfde huisje. Dat is best moeilijk hè”, bevestigt Dankelman hun gedachten. “En nu kun je nog direct meekijken, maar tijdens een operatie kijk je via een kleine camera, dat is al helemaal moeilijk!”
Tijdens het bijbehorende filmpje, waar we een stukje binnenkant van het menselijk lichaam zien, kan een enkele leerling een verschrikte reactie niet onderdrukken. Snel gaat de groep door met de volgende oefening: een knoop leggen als een chirurg. Door het moertje van net wordt een draad geregen. De leerlingen maken eerst een simpele knoop. Maar, lukt dat ook als je je pols en hand stijf houdt? Onmogelijk! Gelukkig heeft Juf Jenny een paar handige trucjes.
“Gelukkig voor alle dokters, wordt opereren steeds makkelijker”, vertelt Dankelman verder. “Zo is er bijvoorbeeld een robot die veel van het werk kan overnemen. Dat moet ook wel, want als je heel lang staat, soms wel twee uur, dan krijg je pijn in je schouders en rug.”
Vragenvuur De leerlingen trekken een blik vragen open. “Hoe moet dat dan als je moet plassen tijdens een operatie? (Dat doe je van tevoren.) Gaat zo’n robot wel eens kapot? (Ja, dat is wel eens gebeurd.) “Hoe lang duurt de langste operatie?” (Een heel enge operatie kan wel langer dan 24 uur duren.) “En de kortste?” (Een pleister plakken duurt een paar seconden.) “Wat kost zo’n robot dan? (Wat denk je?) “Een miljoen euro.” (Nee, eerder twee.) “Wooooow.”
Wow, u bent al negentien jaar professor!
Dankelman beantwoordt alle vragen en slaat geen opgestoken vinger over. Als iedereen tevreden achterover leunt gaat ze door met haar verhaal. Want, hoe word je eigenlijk professor? Ze vertelt dat ze op de leeftijd die de leerlingen nu hebben het laagste middelbare schooladvies kreeg. Ze was namelijk heel goed in rekenen, maar niet zo goed in taal. Van dat advies baalde ze, want ze had helemaal geen zin om huishoudelijke taken te leren. Dus ging ze naar de mavo. Daar kreeg ze een leuke leraar Nederlands die haar leerde hoe ze d’s en t’s moest gebruiken. Na de mavo deed ze havo en nog een jaar vwo. Daarna ging ze wiskunde studeren en doorliep ze een heel traject voordat ze werd benoemd tot professor. Wanneer werd u dan professor, vraagt een jongen voorin de klas. “Ik ben in 1961 geboren en sinds 2001 professor”, vertelt Dankelman. “Wow, dus u bent al negentien jaar professor?”, rekent de jongen snel uit.
Dromen
Ter voorbereiding op de komst van deze speciale gastjuf, heeft de groep ook een aantal vragen voorbereid. “Hoe vindt u het om professor te zijn en wat vindt u het leukste daaraan?”, vraagt een leerling. Dankelman: “Ik mag veel reizen en aan mensen over de hele wereld vertellen wat ik doe. Ook vind ik het fantastisch om jonge onderzoekers te helpen.” Ook zijn de kinderen nieuwsgierig naar wat Juf Jenny wilde worden toen ze klein was. “Nou, ik zwom veel en dacht altijd dat ik badjuf zou worden. Ook hield ik van rolschaatsen, dus schaatsen zag ik ook wel zitten. Ik dacht vooral dat ik iets sportiefs zou gaan doen.”
“Wat zijn uw dromen?”, wil een ander weten. Dankelman glundert bij het horen van de vraag. Ze swipet een paar slides, deze keer de goede kant op, en vertelt dat ze vorig jaar een speciale prijs heeft gewonnen: de leermeesterprijs, die is voor de beste professor van de TU Delft. “Bij die prijs kreeg ik vliegtickets van KLM. Ik ga binnenkort naar India en Nepal om ziekenhuizen te bezoeken, want mijn droom is om uiteindelijk chirurgie in alle landen beschikbaar te maken. Wisten jullie dat miljarden mensen ter wereld geen toegang hebben tot chirurgie? Dat is toch gek?” De leerlingen knikken. Ze illustreert het met afbeeldingen van operatiekamers in Suriname, Kenia en Nederland. Het contrast is groot, vinden ook de leerlingen. “Hier in Delft in het ziekenhuis zijn veel dure apparaten die armere landen niet kunnen betalen, ik kijk daarom altijd naar goedkopere oplossingen zodat ze later overal gebruikt kunnen worden.” De leerlingen zijn na anderhalf uur les uitgeblust, maar knikken instemmend bij deze laatste opmerking.
Dochterarchis?
Oh, nog een laatste vraag. Wat is een dochterarchis? Dankelman kijkt de leerling vragend aan. Oh, je bedoelt een doctorandus? Ze glimlacht en legt het rustig uit. Onder begeleiding van een daverend applaus sluit ze haar les af.
Weet je wat ik echt cool vond?
Of juf Jenny nog een keer mag terugkomen? Een groep meisjes achterin de klas vinden van wel. “Het duurde misschien lang, maar het was echt heel leuk”, knikken ze. “Weet je wat ik echt cool vond, dat ze vertelde hoe ze professor was geworden. Dat vond ik heel knap.” Of ze later zelf naar de TU Delft gaan weten ze nog niet. Eigenlijk hebben ze nog geen idee wat ze willen worden, voor nu is de pauze belangrijk. De rest komt later.
Dit artikel verscheen op 20 januari 2020 op Delta: https://www.delta.tudelft.nl/article/toga-voor-de-klas