Wat en wie schuilt er achter de Ontwerpwedstrijd Werktuigbouwkunde?
De voorbereidingen van de Ontwerpwedstrijd van de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde zijn al tijden in volle gang. Hoe zorg je ervoor dat alles goed georganiseerd is en honderden studenten zich volledig inzetten bij de eerstejaars ontwerpvakken? Regine Vroom, docente bij de afdeling Precision & Microsystems Engineering van de faculteit ME, regelt samen met een compact team (o.a. Jos Knoester en Anton van Beek) alles voor docenten en mentoren. Hierdoor kunnen zij de studenten zo goed mogelijk helpen bij hun ontwerpprojecten en de Ontwerpwedstrijd.
De ontwerpwedstrijd voor eerstejaars Werktuigbouwkundestudenten vormt de afsluiting van een groot technisch eerstejaars ontwerpproject. Veel studenten zijn enthousiast over de ontwerpvakken. ‘Het is een vak waarin zij hun praktische vaardigheden ontwikkelen. Je leert goed hoe je theorie kunt toepassen en zelf problemen oplost,’ valt bijvoorbeeld in de beoordeling van een van de ontwerpvakken te lezen.
Alhoewel de studenten in het ontwerpproject leren hoe ze de theorie moeten toepassen, is het geen praktische opleiding, benadrukt Regine Vroom. Studenten moeten goed onderbouwen waarom ze voor een bepaald concept kiezen. “We willen dat ze veel proefmodellen maken en kritische onderdelen doorrekenen.” Analyseren is tijdens het ontwerpproces belangrijk. De studenten geven aan hoe ze verwachten dat hun ontwerp werkt, voordat ze het maken en testen. Na het testen analyseren ze hoe de theorie uitpakt, en waarom. “Die analyse vooraf en naderhand is een belangrijk onderdeel van de punten die ze dit eerste jaar krijgen.” De nadruk ligt op inzicht en begrip en niet op het leren van feiten. In de projecten leren de studenten hun kennis toe te passen, technisch te ontwerpen en samen te werken met collega’s.
Regine Vroom
Regine Vroom heeft tientallen lovende beoordelingen over het vak in haar computer staan. En dat kan zij zich goed voorstellen. “Als ik langs de ontwerptafels loop en studenten op een whiteboard zie werken of een 3D-model zie bouwen en daar met elkaar en hun mentor of projectdocent over in discussie zijn, dan vind ik dat ook heel mooi om te zien. Vooral als hun resultaten in de lift zitten”, zegt Vroom. ‘Het werkt zo goed omdat ze meteen in de praktijk kunnen zien hoe de theorie in elkaar steekt. Ze leren bijvoorbeeld van alles over het toepassen van mechanica, wiskundige berekeningen, modelleren, tekenen, programmeren, materiaalkunde en allerlei vervaardigingstechnieken. Niet iedereen heeft als kind een apparaat uit elkaar gesloopt om te zien hoe alles werkt. Nu kunnen ze bijvoorbeeld zelf tijdens de ontwerpvakken ontdekken welke materialen stijf zijn, en welke niet en waarom.”
Het goed organiseren van het vak vraagt wel het nodige regelwerk, weet Vroom. Om ervoor te zorgen dat alle docenten, mentoren en studenten weten wat er van hen wordt verwacht, regelt zij alles achter de schermen. Van roosters, budgetten en ideeën om iedereen te motiveren tot het wedstrijdreglement, de locatie van de wedstrijd en het transporteren van alle benodigde spullen. Dit doet zij met tomeloze inzet en gedrevenheid, zodat de ontwerpvakken en de ontwerpwedstrijd ieder jaar een nog groter succes zijn.
Mentoren
De ontwerpvakken en de ontwerpwedstrijd worden al meer dan 25 jaar gegeven, en in die tijd is er het nodige veranderd, zegt Vroom. Zowel inhoudelijk als op het gebied van de organisatie. Sinds 2016 begeleiden projectdocenten de eerstejaars wekelijks ‘technisch-inhoudelijk’ bij hun groepsprojecten. Daarnaast helpen studentmentoren de studenten bij alles wat er verder bij het studeren komt kijken. Zij ondersteunen hen bijvoorbeeld ook bij het samenwerken in hun project. Van tevoren wordt duidelijk afgesproken wat studenten en begeleiders van elkaar verwachten, dit werk heel verhelderend.
Dat er mentoren zijn is een fijne verbetering, zegt Bob van der Windt (ouderejaars student, 21 jaar). Hij begeleidde vorig jaar een groepje studenten als mentor. “Toen ik in het eerste jaar zat, waren er nog geen projectdocenten en was het mentorsysteem nog niet zo goed georganiseerd. We werkten wel samen in onze groep, maar we wisten niet zo goed wat precies de bedoeling was. Dan ben je toch een beetje aan het zwemmen. Nu is dat allemaal veel duidelijker en is het voor zowel de studenten als de mentoren leuk.”
Bron van informatie
In het begin van het jaar kreeg hij veel vragen over hoe ze van alles het beste konden aanpakken. “Ik was een soort bron van informatie voor hen.” Later veranderde dat. “Toen kreeg ik vooral ontwerpvragen en werd onze verhouding gelijkwaardiger. Het was leuk om de studenten zo te zien groeien. Voor mij werd het ook uitdagender. Ik wist namelijk ook niet altijd het antwoord op vragen zoals hoe je een frame voor een koffiebeker precies moest vouwen. Dat zocht ik dan voor hen uit, of ik vertelde hen waar ze terecht konden met hun vragen.”
De mentoren kunnen op hun beurt weer terecht bij de vakdocenten. Iedere week komen de mentoren en enkele vakdocenten en een studieadviseur samen in een lunchpauze om grote en kleine problemen door te spreken. “Die voortdurende terugkoppeling zorgt voor duidelijkheid en structuur”, zegt Vroom “daar heeft iedereen baat bij.”
Nieuwste technieken
Vroom geniet iedere keer weer als zij langs de ontwerptafels loopt en de studenten druk bezig ziet. Niet zo gek dat haar dat zo bevalt. Na haar studie Industrieel Ontwerpen rolde ze de auto-industrie in omdat ze graag met de nieuwste technieken wilde werken. “Maar daar kwam ik erachter dat je daarvoor beter op de TU Delft kon zijn. Want hier worden die overal in het onderwijs tijdens de ontwerpvakken gebruikt.”
Hoe enthousiast Vroom ook is, ze heeft nog wel wat wensen voor verbeterpunten. “Met zoveel studenten is het soms lastig om genoeg tijd vrij te maken bij de werkplaats om te leren lassen of andere technieken onder de knie te krijgen. Iets meer beweegruimte is wel fijn. Het leert de studenten daarentegen ook om creatief met het ontwerp en het gehele proces aan de slag te gaan. Ook in het werkende leven zullen zij obstakels of uitdagingen tegenkomen, kortom; hier leren ze ook weer van.”
Lees meer over de Ontwerpwedstrijden op de website van de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde.