Dragons’ Den voor biotech
Nederland heeft sterk wetenschappelijk onderzoek op het gebied van biotech. Toch blijft het aantal toepassingen dat hieruit voortkomt achter. Biotech Booster moet hierin verandering brengen met gerichte investeringen in kansrijke ideeën en een sterke betrokkenheid van ondernemers. Het programma werd opgezet met geld van het Nationaal Groeifonds en is sinds mei 2024 operationeel. Nettie Buitelaar leidt Biotech Booster. “We brengen industrie en academie in een vroeger stadium bij elkaar.”
Door Jurjen Slump • Foto's Biotech Booster, TU Delft • 5 november 2024
Waarom is Biotech Booster opgericht?
“Wetenschappelijk gezien lopen we internationaal voorop in de biotech, met veel publicaties en geregistreerde patenten. Maar er komen vervolgens minder nieuwe producten en diensten uit voort dan je zou verwachten. Waarom dat zo is, weet niemand precies. Het kan ermee te maken hebben dat onder wetenschappers weinig interesse is om te gaan ondernemen. Ook is het vaak een kwestie van geld, of het ontbreken van goede rolmodellen. Een combinatie van factoren.”
Hoe gaan jullie daar verandering in brengen?
“Biotech Booster is een unieke coalitie van kennisinstellingen en de industrie. Van het Nationaal Groeifonds hebben we in 2022 een toekenning van 246 miljoen euro gekregen om biotechnologische kennis sneller om te zetten in relevante innovaties. Sindsdien hebben we hard gewerkt om de organisatie op te starten en sinds mei zijn we operationeel. We verwachten de eerste vijftig projecten dit jaar toe te kunnen laten tot ons programma.”
Hoe werkt Biotech Booster?
“Onze aanpak werkt als een drietrapsraket. We hebben door het hele land zo’n veertig business developers rondlopen, die op universiteiten, hogescholen en elders kansrijke ideeën scouten en begeleiden. Die projecten moeten leiden tot een proof-of-principle. In de volgende fase worden de meest kansrijke ideeën doorontwikkeld tot een proof-of-concept. De teams die dan nog overblijven, krijgen in de scale-out-fase begeleiding bij het commercialiseren van hun vinding. Wij bieden financiële steun en expertise tijdens dit hele programma. In de eerste fase bieden we per project funding tot maximaal 2 ton; in de proof-of-conceptfase maximaal 1,9 miljoen.”
Op welke thema’s scouten jullie?
We werken binnen vijf thematische clusters: Industrial Biotechnology & Production, Agrofood Biotechnology, ATMP’s [geneesmiddelen voor geavanceerde therapie, red.] and biopharmaceuticals, Diagnostics and Services en Vaccines and Small Molecules. Uiteraard is de TU Delft sterk in het eerste cluster, en de manager van de cluster industriële biotech, Cornelis Mijnders, zit ook in Delft. Het hele innovatie-ecosysteem in Delft met Planet.bio, Biotech Campus Delft en DSM is uiteraard ook aangehaakt bij Biotech Booster.”
Wat is uniek aan de werkwijze van Biotech Booster?
“Biotech-ondernemers worden al in een heel vroeg stadium betrokken. We hebben een pool van 130 topondernemers en zij worden vanaf het begin aangehaakt. Indieners van een proof-of-concept project moeten een pitch houden voor ons ondernemerspanel en daarna volgt een uitgebreide vragenronde. Het onafhankelijke oordeel van de ondernemers is doorslaggevend. Hiermee zorgen we dat de projecten ook aansluiten bij de behoefte uit de markt. Daarnaast worden ook experts vroegtijdig betrokken. Als je bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt wilt zetten, dan moet dat aan allerlei wet- en regelgeving en voldoen. Zaken waar je als onderzoeker doorgaans niet mee bezig bent.”
Jullie zijn dus meer dan alleen investeerder?
“We zijn voor het eerst bezig om de verschillende groepen in de biotech in Nederland bij elkaar te brengen. En dat is fantastisch! Biotech Booster brengt de industrie en academie bij elkaar. Niet dat dit niet al gebeurt, maar we doen dit op een laagdrempelige manier en in een vroeg stadium. Het is de bedoeling dat dit een lerend systeem wordt en ook zo blijft. Het is belangrijk dat er in de academische wereld meer aandacht komt voor ondernemerschap. Ik vind het de plicht van elke onderzoeker om na te gaan of de gegenereerde onderzoeksresultaten ook buiten de academische wereld impact kunnen maken”
Maar er moet wel return on investment zijn?
“Ja. Als een project het niet redt, dan zijn wij natuurlijk ons geld kwijt. Maar stel dat een team doorgroeit naar de proof-of-concept-fase en ze willen op dat moment in zee met andere investeerders, dan willen we wel wat terugzien van onze investering. Want wij hebben hun dat zetje gegeven waardoor ze die stap konden maken. Hetzelfde geldt voor de projecten die leiden tot een exit. Op termijn moeten we Biotech Booster financieren met opbrengsten uit het programma, zodat we daarmee volgende projecten kunnen steunen. Dan kunnen we op eigen kracht verder als de subsidie uit het Groeifonds na 2031 afloopt.”
Waar verwacht u de komende jaren doorbraken in de biotech? Wat worden de radicale innovaties?
“Dat is te vroeg om te kunnen zeggen. Er zijn verschillende trends. Er gebeurt veel rond ATMP’s: geneesmiddelen voor celtherapie, gentherapie en weefselmanipulatie. Dat is heel erg in opkomst. Ook op het gebied van productieprocessen met fermentatie kunnen veel stappen worden gezet om efficiënter te produceren met minder afval. Sowieso is circulariteit een belangrijk thema dat overal speelt.”
Het Nationaal Groeifonds is stopgezet en het nieuwe kabinet wil bezuinigen op het hoger onderwijs. Wat betekent dit voor innovatie?
“Je moet goed beseffen dat als je bezuinigt op wetenschappelijk onderzoek, dat er dan ook vanzelf minder in de pijplijn komt om te valoriseren. Dat er minder nieuwe kennis en producten komen. En dat gaat gevolgen hebben voor onze toekomstige welvaart. Dat was de reden om het Nationaal Groeifonds op te richten: om bij te dragen aan het duurzame verdienvermogen van Nederland. Als je de basis gaat afknijpen, gaat het verderop in de keten ook fout.”