‘Team up met de TU Delft en maak samen met ons de toekomst’
Rector magnificus Tim van der Hagen over nieuwe vormen van samenwerking
Om te zorgen dat nieuwe technologie de samenleving bereikt, is een goede samenwerking met het bedrijfsleven belangrijk. De TU Delft werkt van oudsher veel samen met bedrijven, maar de manier waarop dat gebeurt, verandert. Op de TU Delft Campus zijn tal van initiatieven waaruit dit blijkt, zegt rector magnificus Tim van der Hagen. “Innovatie verloopt heel anders dan twintig jaar geleden.”
Door Jurjen Slump
QuTech en RoboValley: het zijn mooie voorbeelden van hoe bedrijfsleven en wetenschap anno 2019 samenwerken, vindt Van der Hagen. Er vindt een verschuiving plaats van contractonderzoek ‘in opdracht van’ naar wat hij ‘versmelting’ noemt, een nieuwe vorm van publiek-private samenwerking waarbij fundamenteel onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten door bedrijven veel meer door elkaar heen lopen.
Quantumcomputer
Zo werken bij QuTech onderzoekers van verschillende faculteiten, TNO en bedrijven tegelijkertijd aan de quantumcomputer. “Er zijn mensen bezig met applicaties die draaien op software die er nog niet is, die gebruikmaakt van wiskunde die er ook nog niet is, op een computer die er nog niet is, gemaakt van materialen die er nog niet zijn, gebaseerd op een technologie die we nog niet begrijpen”, vat Van der Hagen het samen.
Het gebeurt allemaal tegelijk, op dezelfde plek. De keten die leidt van onderzoek naar toepassing bestaat niet meer. “Het is een kluwen geworden.” Bij RoboValley gebeurt hetzelfde. Bedrijven weten nog niet precies wat robotica en kunstmatige intelligentie voor hen kan betekenen, maar weten wel dat ze hiervoor in Delft moeten zijn. “Laten we samen optrekken”, denken ze. “Laten we het samen inventariseren.”
Retail
De samenwerking met Ahold Delhaize in het AIR Lab is hiervan een goed voorbeeld. Ahold Delhaize wil weten wat kunstmatige intelligentie en robotica gaat betekenen voor bijvoorbeeld hun supermarkten en distributiecentra. “Ze trekken daarom vijf jaar met ons op.” Nieuwe toepassingen van technologie brengen nieuwe mogelijkheden in bijvoorbeeld de Albert Heijn-winkels, distributiecentra en andere merken van het moederbedrijf.
Gelijktijdig, samen optrekken. Dat is echt nieuw, benadrukt Van der Hagen. Een belangrijk verschil met vroeger is dat de problemen waarvoor bedrijven aankloppen bij de TU Delft minder vastomlijnd zijn.
Mobiliteit
Neem vervoersbedrijven. Die denken niet meer alleen: de trein, bus of tram moet nog beter op tijd rijden, legt Van der Hagen uit. “Dat is nog steeds erg belangrijk, maar als je over twintig jaar nog wil bestaan dan moet je weten hoe de mobiliteit er dan uitziet.” Hoe reizen mensen het meest comfortabel en snel van A naar B, inclusief de eerste en laatste kilometer? “Dat leidt tot heel ander onderzoek.”
De TU Delft heeft daarover niet alleen veel kennis in huis, maar met de ongeveer dertigduizend mensen die dagelijks naar de TU Delft Campus komen, is het gebied voor die ‘first en last mile’ bovendien een heel interessante proeftuin.
X!Delft
Deze complexe uitdagingen vragen dus om een nieuwe manier van samenwerking, zoals meer en meer op de TU Delft Campus gebeurt. Voor grote bedrijven is net X!Delft gelanceerd, een programma waarbij zij toegang krijgen tot alle nieuwe ontwikkelingen binnen de TU Delft.
“Heineken werkte bijvoorbeeld alleen samen met ons vanwege de samenstelling van het bier”, vertelt Van der Hagen. Via X!Delft komen zij ook in aanraking met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van robotisering, kunstmatige intelligentie en watermanagement in de logistiek . “Het is veel breder dan dat ene project.” Bedrijven worden betrokken bij de ‘grootschalige ontwikkelingen’ die de komende tien, vijftien jaar gaan plaatsvinden.
Onafhankelijk
Ook onderzoekers en studenten profiteren. “Het is voor hen heel leuk, want zij krijgen hele goede, relevante vragen uit het bedrijfsleven.” Het leidt bovendien tot meer onafhankelijkheid, omdat niet langer ‘in opdracht’ wordt gewerkt.
Deze nieuwe vorm van samenwerking zal zich ook manifesteren op de TU Delft Campus, verwacht Van der Hagen. Techbedrijven zoals ABB vestigen zich in toenemende mate op de campus en ook het aantal fieldlabs neemt toe. Daarnaast werkt de TU Delft aan nieuwe manieren om de bouw van bedrijfsgebouwen te versnellen, wat ook moet leiden tot meer bedrijvigheid.
Toekomst
Als je hier over tien jaar komt, zie je een aantal dingen meteen: er wordt toponderzoek verricht en toponderwijs gegeven. Maar ook de inbreng van bedrijven is zichtbaarder.
Het gaat veel meer door elkaar lopen. “Geen bedrijventerrein, niet alleen een universiteit, maar meer een combinatie.” Bedrijven zullen veel meer de gemeenschap van de TU Delft Campus in worden getrokken. Maar niet iedereen mag zich vestigen. Er moet sprake zijn van een gedeelde ambitie. “Er moet altijd een band met ons zijn. Het moeten innovatieve bedrijven zijn.”
Team up with TU Delft
Zulke bedrijven zullen door Van der Hagen met open armen worden ontvangen. ‘Team up’ met de TU Delft en maak samen met ons de toekomst, zegt hij. “Want dat is het natuurlijk wel: hier wordt de toekomst gemaakt en we nodigen bedrijven uit om daar aan mee te doen.” Het gaat om die lange termijn, om doorbraaktechnologie, om het samen onderzoeken en ontwikkelen zonder precies te weten waar je naartoe gaat. “Dat past heel goed bij ons.”