Containerschepen zorgen ervoor dat we ogenschijnlijk eenvoudig goederen van over de hele wereld met een paar klikken op de knop in huis halen. Daarachter gaat natuurlijk een uiterst complexe logistieke operatie schuil. Sommige schepen zitten op de heenweg vol, maar vervoeren op de terugreis vooral lege containers. Dat moet toch anders kunnen, meenden de bedenkers van 4FOLD. Zij ontwierpen een inklapbare container die een kwart van de ruimte van een gewone container inneemt. Simon Bosschieter vertelt hoe het innovatieve 4FOLD en moederbedrijf Holland Container Innovations beetje bij beetje de scheepvaartindustrie veranderen.
Hoe ontstond het idee voor 4FOLD?
“Met vier vrienden, allen met een andere studieachtergrond, volgden we in 2006 het vak Turning technology into business. In dat vak bekeken we patenten van de TU Delft waar verder niet veel opvolging aan was gegeven om daar opnieuw de commerciële haalbaarheid van te toetsen. Er lag ook een patent van het Havenbedrijf en de TU Delft op naam van Professor Klein Breteler om leeg transport op te lossen met een opvouwbare container. Er bleek na marktonderzoek zeker vraag naar dit product te zijn. Het idee op papier stond er. Wij zijn toen met het viertal doorgegaan met het daadwerkelijke ontwerp. We hebben met YES!Delft een businessplan geschreven en vervolgens het eerste prototype gebouwd.”
Welke successen zijn tot nu toe geboekt?
“Een belangrijk succes voor ons, was het behalen van het ISO certificaat waardoor de container voldoet aan alle eisen van de containerindustrie en dus breed ingezet kan worden. Ook het eerste prototype was natuurlijk een bijzonder moment. Daarna ging de testfase van start; als een lading dan goed van A naar B ging waren we zeker trots. Het is mooi te zien dat wat je op papier hebt bedacht ook echt werkt. Na het testen volgden de eerste orders, en bouwden we onze eerste serie. Later hebben we een belangrijke EU subsidie binnengehaald waardoor we konden opschalen. We hebben toen onze productielijnen opgezet. Kortom, veel successen die ons gebracht hebben waar we nu zijn.”
Met welke uitdagingen hebben jullie te maken (gehad)?
“De scheepvaart is een oerconservatieve markt waarin men niet gewend is met verandering om te gaan. Dat was (en is) wel een uitdaging voor ons. Toen we startten, was er nog wat minder aandacht voor het milieu dan nu. In die zin hebben we nu de tijdsgeest mee. We hebben ons businessmodel enigszins aangepast en we mikken nu op verladers. De verladers hebben vaak concrete doelstellingen om de CO2 uitstoot te reduceren. Met dat doel voor ogen kunnen verladers de rederijen aansporen om met onze containers te gaan varen.”
Hoe ziet de toekomst eruit?
“Het zou natuurlijk mooi zijn als er steeds meer opvouwbare containers gebruikt worden. Dat de foldables over twintig jaar de standaard zijn. En dat de routes met veel leegstand worden aangepakt. Tussen Spanje en Zuid-Afrika is bijvoorbeeld negentig procent leeg! We hebben twee ‘concurrenten’ maar die hebben kleinere containers en vouwen op een andere manier. Dat is juist goed; we hebben meer aanbod nodig om de markt open te breken. De markt lijkt iets meer open te staan voor verandering. Verladers schaffen nu zelf vaak containers aan omdat zij dan geen afhankelijkheid meer van anderen hebben. Dat biedt kansen!”
Waarom is het goed dat deze innovatie nu ‘de wereld over gaat'?
“Dit is natuurlijk bij uitstek een innovatie die een antwoord biedt op een wereldwijd probleem; de lege containers die enorme afstanden afleggen. Uiteindelijk krijgen we natuurlijk graag zoveel mogelijk mensen mee in deze verandering en gaan we verspilling tegen.”