De Nieuwe Delta
De beroemde Nederlandse Deltawerken voor de Delta van Rijn, Maas en Schelde waren eind jaren tachtig afgerond. In concrete fysieke werken zijn de volgende kernstrategieën geïmplementeerd: kustlijnverkorting, compartimentering, verhoging van de veiligheid, verbeterde ontsluiting van de Hollandse en Zeeuwse eilanden en zoetwatervoorziening. De kustlijnverkorting heeft een genuanceerd karakter met de afsluitbare Oosterscheldekering en de afsluitbare Haringvlietsluizen en Maeslantkering. Als resultaat van de Zuiderzeewerken en de Deltawerken is in Nederland een situatie ontstaan waarin sprake is van een nauw verband tussen waterhuishoudkundig systeem, economisch systeem en ruimtelijke ordening. Deze samenhang heeft met name in de naoorlogse decennia vorm gekregen en heeft geleid tot synergie en tot meerwaarde, zowel voor alle sectoren afzonderlijk als voor het geheel. Deze synergie vond plaats in een politieke constellatie die sterk top-down werd aangestuurd en die gericht was op de ontwikkeling van een op een industriële economie gebaseerde welvaartstaat.
Op dit moment is echter sprake van een fundamentele transitie van de Nederlandse delta, waarin de condities van alle afzonderlijke domeinen sterk veranderd zijn en waarbij het de vraag is of er een nieuwe samenhang gecreëerd kan worden, en zo ja welke, die ook weer meerwaarde heeft voor de onderdelen en voor het geheel.
Tot dusver is er geen duidelijk beeld van hoe het ervoor staat met de ‘nieuwe Deltawerken’ en hoe ze zouden kunnen samengaan met en bijdragen aan nieuwe economische en ruimtelijke ontwikkelingen. Nu het nieuwe Deltaprogramma wordt omgezet van beleid naar uitwerking en uitvoering, is het interessant om de bereikte resultaten van het eerste uur in kaart te brengen en hun rol voor het bereiken van de nieuwe doelen van Deltawerken 2.0 te evalueren. Wat is er bereikt, wat staat voor de korte termijn op het programma en wat zijn de denklijnen voor de lange termijn? Oftewel: hoever staat het met de realisatie van de delta van de toekomst?
Deze evaluatie is zowel voor intern als extern gebruik van belang.
‘Intern’ is deze evaluatie van belang zowel voor het onderwijs aan de toekomstige generatie ingenieurs en andere professionals als voor de huidige praktijk, met een focus op de ‘Dutch Approach’. Ook zou de nieuwe uitvoering hiermee gediend zijn. Tevens levert het een grondslag om te kunnen bepalen welk type onderzoek nodig is voor volgende stappen.
‘Extern’ is deze evaluatie van belang om de buitenwereld degelijk te kunnen informeren over de vernieuwingen die plaatsvinden in het deltasysteem. Buitenlandse bezoekers zien nog te veel de Deltawerken van 50 jaar geleden als het meest actuele wapenfeit van de Nederlandse aanpak; de beoogde evaluatie zal een overzicht bieden van de Deltawerken 2.0.
De evaluatie vertrekt dus vanuit de doelen van het Deltamemorandum en de Ontwikkelingsschets voor de lange termijn voor het Schelde-estuarium. Met de evaluatie wordt in kaart gebracht welke projecten zijn uitgevoerd en in voorbereiding zijn, en welke initiatieven op de langere termijn gepland zijn. Ook worden de projecten geanalyseerd wat betreft de consequenties en mogelijkheden voor governance en ruimtelijke en economische ontwikkeling. Ten slotte is er een nabeschouwing over de gewenste aanpak voor het vervolg.