Aantrekkelijk openbaar vervoer begint met een goed stationsontwerp
Hoe ontwerp je een station dat mensen uitnodigt om met het openbaar vervoer te reizen? Manuela Triggianese, architect en universitair docent in Complex Projects, onderzoekt hoe je trein- en metrostations aantrekkelijker, meer gericht op mensen en geschikt voor de toekomst kunt maken. Aan de hand van het Walk-in-project kijkt ze samen met studenten, de creatieve industrie, OV-bedrijven en de overheid hoe ze het ontwerpproces zo efficiënt, geïntegreerd en collaboratief mogelijk kunnen opzetten.
Een station kan bijvoorbeeld prachtige historische elementen hebben, een reeks faciliteiten en een levendig, groen stationsplein, terwijl een ander station een saaie betonnen schoenendoos is. Het laatste type nodigt niet bepaald uit om met het OV te reizen, er doorheen te reizen of te verblijven. Manuela Triggianese vindt dat dat moet veranderen. “Openbaar vervoer speelt een belangrijke rol in de overgang van steden naar een duurzame ontwikkeling. Meer en meer dorpen en steden weren vervuilende auto's uit de binnenstad en OV-stations zijn belangrijke knooppunten voor duurzame keuzes en gedeelde mobiliteit. Stations horen bij de omgeving, en die moet gezonder, leefbaarder en inclusiever worden. Deze gebouwen moeten dus goed in hun omgeving worden geïntegreerd.”
Manuela Triggianese
Activerend ontwerp en samenwerking
Een van de struikelblokken is dat veel stations momenteel niet over de benodigde faciliteiten beschikken, zegt Triggianese. “Zo is er misschien niet genoeg plek om je fiets te stallen of kun je niet rustig op je trein wachten. Er zijn ook nauwelijks winkels en er is geen aandacht besteed aan de leefbaarheid rondom stations. Als je meer mensen de trein of metro in wil krijgen, dan zul je het stationsgebied toegankelijk en aantrekkelijk moeten maken. Als architect probeer ik daaraan bij te dragen door mee te denken over zowel de zaken waar rekening mee moet worden gehouden bij het ontwerp als het opzetten van de samenwerking met de betreffende partijen. ‘Ontwerpen’ is in mijn ogen een actieve tool bij het aanpakken van deze uitdaging.”
Stations in de buitenwijken
Onderzoek naar OV-stations richtte zich lange tijd vooral op grote stations in stadscentra, terwijl stations in de buitenwijken steeds belangrijker worden, zegt Triggianese. “Stadsuitbreiding vond vooral buiten het centrum plaats. De stedelijke verdichting vindt nu steeds meer plaats op en rond OV-stations. Dat betekent niet alleen dat steeds meer mensen daar gebruik maken van het openbaar vervoer, maar ook dat er steeds meer behoeften zijn waar rekening mee moet worden gehouden. In plaats van alleen stations waar je op- of overstapt, worden stations in de buitenwijken steeds meer bestemmingen op zich met een multifunctioneel karakter.”
Inspelen op de behoeften van mensen
Maar voordat je aan het ontwerp van een multifunctioneel station en de omgeving begint, moet je eerst weten wat de behoeften van toekomstige gebruikers en andere belanghebbenden zijn, zegt Triggianese. “Je moet in kaart brengen hoe een optimale reis voor mensen eruitziet en welke voorzieningen voor die reis nodig zijn, zoals fietsenstallingen, winkels, een apotheek, afgifte- en afhaalpunten voor pakketten of zelfs een kinderdagverblijf. Het is ook belangrijk dat het station en de perrons goed bereikbaar zijn en dat mensen zich er veilig voelen. Dat is een flinke uitdaging, zeker op plekken waar je grote mensenmassa’s tegenkomt, niet genoeg ruimte hebt voor verdichting en enorme parkeerplaatsen vindt van slechte kwaliteit.”
Academische kennis koppelen aan professionele praktijk
Triggianese leidt momenteel het door NWO gefinancierde Walk-In-project (zie kader). In dit project werkt ze samen met studenten, de creatieve industrie, OV-bedrijven en overheden, om uit te zoeken hoe zij gezamenlijk de kansen voor een duurzame transitie zo efficiënt mogelijk kunnen benutten. Triggianese: “Het idee achter dit project is dat we co-creatie zoveel mogelijk toepassen in zowel het onderzoek als het ontwerpproces. Juist bij complexe stedenbouwkundige opdrachten zoals de bouw of renovatie van een station en de omgeving is dat belangrijk. Bij dergelijke opdrachten zijn veel verschillende partijen en belangen betrokken. Als je daar in een vroeg stadium een duidelijk beeld van hebt, weet je waarschijnlijk waar de knelpunten zitten en kun je samen naar oplossingen zoeken.”
Inbreng van studenten
Het onderzoeksproject duurt een jaar en richt zich op drie stations in Rotterdam-Zuid: treinstation Rotterdam Zuid en de metrostations Slinge en Zuidplein. De keuze voor dit deel van de stad was niet geheel willekeurig, legt Triggianese uit. “De komende jaren worden er zo'n 50.000 nieuwe woningen gebouwd in Rotterdam. Veel van de huidige OV-stations op die locaties zijn nog plekken die niet bijzonder uitnodigend zijn. Studenten van de TU Delft hebben de locaties bestudeerd en op basis van hun bevindingen een aantal inspirerende toekomstvisies met kansen samengesteld. Deze werden vervolgens tijdens workshops gepresenteerd en besproken met de betrokken partijen en gepubliceerd bij TU Delft Open.”
Ontwerptoolkit
Het project moet uiteindelijk leiden tot de ontwikkeling van een toolkit met input van de ontwerppartners van Walk-In. Triggianese: “In die toolkit schetsen we verschillende algemene richtlijnen voor het maken van een integraal ontwerp voor een station en de omgeving. Wat vinden bewoners en OV-gebruikers belangrijk? Hoe ga je om met de beschikbare ruimte? Hoe combineer je functies? Het gaat dus niet om het exacte ontwerp maar waar je rekening mee moet houden en hoe je de samenwerking inkleedt. De toolkit moet als het ware het debat op gang brengen, zodat partijen samen een visueel ontwerp kunnen maken. Op basis daarvan kunnen beleidsmakers een weloverwogen keuze maken.”
Drie drijfveren in één project
Voor Triggianese is het mooiste aan het Walk-In-project dat het drie van haar drijfveren als onderzoeker samenbrengt: integrale benadering van een ontwerp, een betere samenwerking en bijdragen aan een duurzame transitie. “Natuurlijk gaat mijn primaire interesse als architect uit naar het ontwerp. Maar zonder goede afstemming in het begin is de kans groot dat je onnodig hoge kosten maakt, later in de problemen komt of dat een project helemaal niet van de grond komt. Daarom staat samenwerking of co-creatie centraal bij Walk-In. En uiteindelijk moet dit alles natuurlijk leiden tot een aantrekkelijker openbaar vervoer, als schoon alternatief voor vervuilende vormen van mobiliteit.”
Walk-In (Widening sustAinable mobiLity networK:Impact on Nodes is een van de vele projecten waar Manuela Triggianese leiding aan geeft of heeft gegeven. Andere projecten rond stations in de stad zijn de 'City of Innovations' (zie boekenreeks), ‘The role of stations in future metropolitan areas’ en 'Stations of the Future', een samenwerking tussen TU Delft, AMS Institute, de Nederlandse Ambassade en de Gustave Eiffel Universiteit in Parijs.