Het NOVAIR project onderzoekt hoe we efficiëntere hybride/elektrische vliegtuigconfiguraties kunnen ontwerpen. Het gebruik van meerdere kleine, elektrisch aangedreven propellers kan de efficiëntie verhogen, maar dit leidt tot interactie effecten die we eerst moeten bestuderen voordat we iets over het vliegtuig kunnen zeggen.
De opstelling was gemaakt om de aerodynamische interactie tussen meerdere propellers en een vleugel met klep te bestuderen. Deze interactie is belangrijk voor de efficiëntie van het systeem, en wordt onderzocht als onderdeel van een Europees onderzoeksproject gericht op hybride-elektrische vliegtuigen met gedistribueerde voortstuwing.
Het model is getest in de 2.25m x 3m lage snelheid windtunnel bij DNW, in de Noordoostpolder. De tests zijn uitgevoerd met een windsnelheid van 108 – 144 km/u, en de propellers zijn gedraaid tussen 6,500 en 11,000 RPM. Het model is op een externe balans geïnstalleerd om de krachten op de vleugel te meten, en de propellerkrachten werden gemeten met een interne krachtsensor. De drukgaten zijn gebruikt om het effect van de propellers op de drukverdeling op de vleugel te registreren. Bovendien werd een microfoonarray gebruikt om het geluid van het systeem te meten.