Allemaal Familie
Binnen een familie studeren vaak hele generaties aan de TU Delft. In deze serie praten (groot)ouders en (klein)kinderen over hun studententijd. Lees de originele en langere versie hier.
Zowel kleinzoon Hans (technische informatica, zijn vader Joost (technische scheikunde) als opa Bert Dekker (technische natuurkunde) sloegen wel eens een college over. Toch gingen de tentamens hen redelijk af. Al waren de omstandigheden niet altijd optimaal. Zo herinnert vader Joost zich een mondeling examen bij een professor die een kamer in de kelder van Gele Scheikunde had. “Hij rookte de hele dag sigaren, als je binnenkwam sprongen de tranen je in de ogen.” Volgens opa Bert was het ook in zijn tijd heel gewoon dat hoogleraren studenten op hun gemak wilden stellen door ze een sigaret aan te bieden. Hoe anders is het nu: tegenwoordig is de campus rookvrij. Er is wel meer veranderd in de jaren. Het grootste verschil? De digitalisering. “Ik kan vragen stellen wanneer ik wil. Sommige docenten houden zelfs een soort spreekuur”, aldus Hans. Zijn opa vindt dat ongekend. “ In mijn tijd waren professoren ‘heren met een bepaalde status’.” Hen aanspreken durfde hij niet. “Professor Kramers was een uitzondering. Op zijn afdeling hing een buitengewone sfeer. Daar kwam iedereen op een vast uur bij elkaar voor koffie. Zat je daar samen met die knappe koppen alle wereldproblemen op te lossen. Dat waren discussies waar ik ’s avonds nog over nadacht. Geweldig was dat.”