Lessen uit de Bijlmerramp
Afgebroken motoren of beschadigde vleugels? Algoritmes moeten helpen om gehavende vliegtuigen te laten landen. Coen de Visser (L&R) werkt eraan.
Bam. De drone waarmee promovendus Sihao Sun en dr. Coen de Visser bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) experimenteren in de windtunnel krijgt wat te verduren.
Een van de vier propellers schiet telkens in volle vlucht los doordat hij expres niet stevig genoeg is vastgeschroefd. Zo wordt hij onbestuurbaar.
De Visser kreeg onlangs een Vidi-subsidie van NWO om algoritmes te ontwikkelen die uitrekenen welke vliegcapaciteiten een gehavend toestel nog heeft. De quadcopter, waarmee hij en zijn promovendus experimenteren, kan in principe door vliegen met drie propellers. Hij moet de functionerende motoren dan net even anders aansturen, zodat ze corrigeren voor het manco.
Op een van de latere filmpjes op de website van De Visser blijft de drone in de lucht hangen, al wiebelt hij meer dan gebruikelijk. Hoe mooi zou het zijn om iets dergelijks ook voor vliegtuigen te ontwerpen?
Als een vliegtuig ernstig beschadigd raakt, gedraagt het zich heel anders dan normaal. Neem El Al vlucht 1862. Dat toestel crashte in 1992 in de Bijlmer. Het had vlak daarvoor twee van zijn vier motoren verloren. En passant raakte ook een van de vleugels beschadigd.
De piloten konden dit niet voorzien
“De piloten wisten zich geen raad met de situatie, niets reageerde als vanouds. Toch had het vliegtuig in principe veilig kunnen landen”, vertelt De Visser. Dat toonden computersimulaties enkele jaren geleden aan tijdens een onderzoek waaraan hij meewerkte. Met zijn nieuwe studie borduurt hij voort op dit Bijlmerramponderzoek.
Het idee is dat algoritmes de nieuwe situatie inventariseren en de ruimte verkennen die een zwaar gehavend toestel nog heeft aan vliegcapaciteit. De flight envelope heet die manoeuvreerruimte in jargon. “De El Al-Boeing stortte neer doordat hij te traag vloog. De snelheid had onder normale omstandigheden moeten volstaan, maar gezien de beschadigingen voldeed deze niet meer”, aldus De Visser. Het vliegtuig verloor zijn liftkracht en werd onbestuurbaar. De piloten konden dit niet voorzien. Algoritmes zouden in de toekomst de manoeuvreerruimte onder dit soort omstandigheden moeten aangeven zodat piloten weten tot waar ze kunnen gaan. Het is een project van de lange adem. Vooralsnog zullen de onderzoekers zich vooral richten op het veilig aan de grond zetten van beschadigde drones.